Vaststelling Crisisplan 3.0

Dan ga ik hem toch echt afronden nu. Poging 3: Begroting 2025 gaat als bespreekstuk naar het algemeen bestuur van 2 oktober.

Dan ga ik naar het laatste agendapunt of eigenlijk een na laatste, want we hebben natuurlijk ook de rondvraag, het crisisplan 3.0. Wie wil daarover het woord? De heer Teeuwen. Heer Freij. Dick van Mierlo. Meneer Broekema. Meneer Teeuwen, gaat uw gang. Dank u wel, voorzitter. Met het samengaan van WL en WBL en met de lessen die wij destijds getrokken hebben uit de hoogwatercrisis in 2021 is het goed dat het voorliggende crisisplan 3.0 is opgesteld. Het betreft een aanpassing van het overkoepelende crisisplan op hoofdlijnen, zodat voldaan wordt aan de actuele wet- en regelgeving en enkele nieuwe elementen, zoals het crisisinformatiecentrum en het werken met een technisch voorzitter in het WBT. Ja, er is goed over nagedacht, er heeft afstemming plaatsgevonden met derden zoals collega-waterschappen en de veiligheidsregio's. En dit ziet er wat de fractie Waterbelang betreft goed uit. Operationele aspecten zoals opleiden, trainen en oefenen, het rollenboek, calamiteitenbestrijdingsplannen en het communicatieplan zijn separaat op een hiërarchisch, zoals het mooi genoemd wordt, hiërarchisch ander niveau belegd. En dit roept bij ons twee vragen op. De eerste vraag is: op pagina 7 wordt in de voetnoot geschreven en ik citeer: het team crisisbeheersing van het Waterschap Limburg draagt niet de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van alle deelplannen. En de vraag die ik dan heb is of dit niet leidt tot versnippering en mogelijk een gebrek aan coördinatie. Vaak blijkt dat bij gedeelde verantwoordelijkheid er uiteindelijk niemand verantwoordelijk is. En de concrete vraag is dan ook hoe de eenheid van beleid en de uiteindelijke aanpak in het geval van een crisis wordt gewaarborgd. En de tweede vraag is hoe het gesteld is met het actualiseren en het up-to-date zijn van die verschillende deelplannen en wie daarop toeziet. Bij het actualiseren van een crisisplan is het erg belangrijk dat iedereen die in het geval van een crisis of calamiteit bij onze organisatie een rol heeft, en dat zijn er vele, weet wat er van hem of haar in het geactualiseerde plan verwacht wordt en hoe men dient te handelen. Goede en regelmatige scholing en training en oefening zijn voorwaardelijk voor het adequaat werken in tijden van crisis. Dit wordt in hoofdstuk 7.2 onder kwaliteitsborging benoemd, maar wij vragen het DB en in het bijzonder ook u, dijkgraaf, hier heel veel aandacht aan te besteden. Dank u wel. Dank u wel, de heer Van Mierlo.

Dank u wel, voorzitter. Ja, de heer Teeuwen heeft ook al wat opmerkingen gemaakt. Die zal ik dan niet herhalen. Dank aan de organisatie voor dit uitgebreide document, op zich best helder. Wij merken wel op dat het met name ook inderdaad dus instoken als werkwijze proces en dat we nog wel om echt een goed beeld te krijgen van hoe werkt dat dan precies? Dat we de uitwerking ervan, ja, op sommige punten wel missen. Er wordt ook gesproken van bijvoorbeeld stakeholders of partijen, maar wie zijn dat dan? Dat missen we dan even en vanuit onze achterban is ook de vraag hoe de samenwerking is geregeld met bijvoorbeeld LRTB of agrariërs in het kader van hoogwater en evacuatie van vee bijvoorbeeld. Maar ik weet niet of dat hierin staat, want er wordt ook verwezen naar een document risicoprofiel waterschap Blindburg 2024. En ook naar calamiteitenbestrijdingsplannen, dat staat allebei. Op pagina 14 wordt dan naar verwezen. En de vraag is of we wellicht als ABIP stukken puur ter informatie ook tot ons mogen nemen om er een wat beter beeld bij te krijgen van hoe dat dan werkt? En verder vinden we dit best een prima stuk waarvoor dank.

Dank u wel. Die heer. Even kijken hoor, moet even voor jou spieken. Ja, de heer Freij.

Dank u, voorzitter. Het hoogtepunt van deze vergadering lijkt mij, hè, dit stuk. Dat was een grapje. Ik verwacht van u aan het einde van mijn inbreng de vraag: "En wat is nu uw vraag?" Dus die wil ik dan maar voor zijn. De vraag die bij ons opkwam was: wordt de organisatie hier nou gelukkig van? En dat heeft betrekking op met name het taalgebruik en de onmetelijke reeks afkortingen in dit stuk. Echt, dan moet je de lijst met afkortingen ernaast houden wil je het überhaupt kunnen begrijpen. Maar wat ik dan frappant vind, is dat in het voorblad in het voorstel notabene gezegd wordt: er zijn tekstuele aanpassingen met minder jargon ingevoerd en we gaan dit stuk ook nog op de website zetten, dus iedereen mag genieten van de zinnen die in dit stuk voorkomen. Ik zal er eentje citeren en dan laat ik het ook bij, hoor. Even bladeren, want die staat op pagina 33 als ik niet vergis en ik ben nu bij 24. Dit voert de spanning wel wat op. De schoen maar een willekeurig gezin de inbrot voert in opgeschaalde situaties van GRIP twee of hoger de regie op het informatiemanagementproces en heeft veelvuldig contact met de secties van de kolommen en eventuele liaison van betrokken crisispartners. Nou, dan weet ik wel wat ik moet doen. En ik noemde net al die afkortingen. Het kan ook best wel wat hilariteit opwekken hoor, als je ziet wat er dan allemaal staat. We weten natuurlijk allemaal wat GRIP is en de GOR kennen we wel en we weten ook wel wat de PDCA-cyclus is. Maar als je het over de IM hebt en de IMROT of de LAK en dan is er ook nog een LOK. Er is ook nog een ROT en verbaast u niet? Er is één W, maar er is ook een WOD. Nou echt, het aantal afkortingen is... Je maakt het stuk niet leesbaarder, terwijl we het wel dadelijk gaan publiceren. Mijn vraag is: wordt de organisatie daar nou gelukkig van? Het tweede aspect waar ik naar zocht, dat is de afstemming die wij hebben in crisissituaties met de veiligheidsregio's. Dat was in 21 een belangrijk aandachtspunt en heeft ook wel wat geleid tot wat wrevel onderling, dus mijn veronderstelling was: en dat wordt nou in zo'n crisisplan goed geregeld, goed opgelost. En daar lees ik niet heel toevallig op pagina 34 iets over. Dat is een heel stukje, als jullie daar interesse in hebben, moet je meelezen, want ik ga het niet helemaal voorlezen. Maar ik kan er eigenlijk geen chocola van maken. Er staat: een lokale crisis kan ook een regionale crisis worden of zelfs in extremere gevallen een provinciale crisis. Nou, dat was denk ik in 21 aan de hand. In de tweede zin staat: in beide situaties, terwijl het over drie situaties gaat, blijft het belangrijk om een actieve communicatierol te hebben als waterschap. Nou, dan wordt er wat gezegd over hoe we dat kunnen doen via draaiboeken. Uiteraard dient dit te gebeuren in afstemming met betrokken derden, zoals de veiligheidsregio's. Dan hoop je dat ergens staat wie nu wanneer aan zet is, maar precies dat essentiële ding staat er niet in. Er staat: het is van belang om in de koude fase al heldere afspraken te maken omtrent communicatie en de verdeling van rollen en taken. Ik lees in de toegevoegde paragraaf 6.1.2 dat er vanuit de Veiligheidsregio Zuid iets is toegevoegd. En daar gaat het over rampen, rampenbestrijdingsplan hoogwater Limburg. En nou is mijn veronderstelling dat in dat rampbestrijdingsplan hoogwater Limburg die verdeling wel zodanig is geregeld dat we niet bij een eventuele ramp weer die conflicten krijgen met collega's, met partners, met veiligheidsregio's over wie mag nu wanneer wat waarover zeggen. In ieder geval in dit crisisplan blijft dat redelijk onbenoemd. Samengevat: één, taalgebruik is nog niet echt stimulerend en toegankelijk. En twee, hoe zit het nou met die taakverdeling tussen veiligheidsregio en waterschap?

Dank u wel voor je vraag, de heer Broekema.

Ja, die laatste opmerking van collega Peter Freij sluit ik me helemaal bij aan. Dat was ook een vraag van mij: hoe is en hoe wordt het crisisplan verder afgestemd met de veiligheidsregio's? Kan ook gelet op de intensiteit van een crisisplan en hoe je daar in de praktijk mee moet gaan, kan ook daar wat betreft ook het trainingsaspect door u wat nader op toegelicht worden en ook hoe risico's met elkaar gedefinieerd worden? Want één van de grote, ja, ontbrekende factoren bij een crisisplan dat niet voorzien is van veiligheidsnormen is natuurlijk het veiligheidsbewustzijn, zowel intern als extern. Een akkerbouwer wil weten wat het risico is wat het waterschap aanvaardbaar acht voor het onderlopen van zijn akker en veehouder met betrekking tot zijn graslanden, ook als dat in uiterwaarden is, wat vee groeit en wat gifwater gedronken wordt door beesten als het overstroomd is geraakt en waar vlees wat daardoor weer vooraf door afgekeurd wordt. Om maar even een zijstraat te nemen en wat in illustratieve vorm. Dus ons veiligheidsbesef en veiligheidsnormen is een belangrijk punt. In andere sectoren gaan ze daar anders mee om dan in de watersector. Ik heb zelf gewerkt in de brandweer sector en daar hebben we na de ramp, de vuurwerkramp Enschede, daar anderen hebben we veiligheidsnormen ingevoerd die er om meer komen dat zo'n ramp niet meer zich mag herhalen en dat element mist met zowel voor de burger als voor de agrariër als het gaat om waterbeleid. Dus wij, wij willen eigenlijk het AB en het DB in overweging geven. Als je dan toch ook gaat trainen intern, moet je ook niet gaan werken aan welke veiligheidsnormen wil je stellen en wat vinden wij aanvaardbaar voor burger en agrariër? En daar dus eens even ook in de komende tijd wat sterker over na gaan denken. Wij willen er ook wel in uiteraard in meedenken. We hebben er ook voorstellen voor in gedachten, maar dat punt, ja, dat willen we graag. Daar willen we graag aandacht voor vragen en verder in het voetspoor van Peter Freij wil ik ervoor pleiten dat ook omdat de burger het plan moet begrijpen. Ja, hij wordt immers gepubliceerd.

Dat hij sowieso herschreven wordt in begrijpbare taal.

Dank u wel voor de vragen. Even kijken, meneer Teeuwen, die zegt, ik ben tevreden over het feit dat er regelmatig getraind en opgeleid wordt. Dat is ook weer echt iets wat wij ook gezamenlijk doen als dagelijks bestuur. Except Chrit Wolfhagen vervangen wij elkaar. Wij trainen ook met regelmaat. Dat blijven we de komende jaren ook doen. We trainen ook samen met de veiligheidsregio en misschien zelfs straks in 2025 met defensie. Dus op training en opleiding hebben we serieus werk van gemaakt, evenals in de organisatie. En iedere keer is er weer iets waar we op bijstellen en op verbeteren, dus dat is inderdaad super positief. Op regie en onderhoud voor de plannen ligt dit bij crisisbeheersing. En komt de inhoud van vakdeskundigen en muteren en verbeteren we daar ook op. En ik zie even kijken. Dus nou zowel met de regio Noord als de regio Zuid van de veiligheidsregio's pakken we dat goed op. Op de vraag, hoe is deze nota tot stand gekomen? Kan ik jullie vertellen dat er bijna 3000 versies voorbij zijn gekomen? Ik zie hier versie 2.995 of ik moet het niet helemaal begrijpen. Is regelmatig afgestemd. Ze hebben beide meegelezen. We hebben diverse tekstvoorstellen gekregen. En deze hebben we integraal overgenomen, dus we hebben het echt in afstemming gedaan en dat verklaart misschien wel de diversiteit en de veelheid aan technische informatie. En ik snap het, ik snap uw vraag ook dat de vraag aan ons is, wordt u hier gelukkig van? Ik kan u zeggen, ja, we zijn er best wel gelukkig van omdat het niet in woord maar in daad aankomt om elkaar goed te verstaan en daar verbeteren we op. Dus ik helaas moet u met teleurstelling zeggen, het hoort er niet beter op, want de afkortingen en het jargon worden gewoon met regelmaat gebruikt, zowel bij gemeenten als bij ons. U heeft een punt, meneer Freij, dat u zegt, hoe zit het in de relatie met de veiligheidsregio en ons wat betreft communicatie helemaal in de koude fase? Daar leren we ook steeds beter bij en we zijn heel blij met het multidisciplinair impactanalyseteam, ook zijn afkorting. Die is eigenlijk in staat om al snel informatie van het waterschap en ik ben blij met onze CLRK, de Centrale Regiekamer, dat die 24/7 informatie geeft aan ons, maar zeker ook aan de veiligheidsregio's. En we hebben afgesproken. Ook komen we daar steeds meer achter als het niet crisis is, maar wateroverlast dat we elkaar hebben te informeren en dat de regie wat betreft waterinformatie van ons vandaan komt. Over de vraag, hoe zit het met de normeringen hebben we standaard normeringen die u ongetwijfeld ook kent? Voor agrariër, bewoner en die daar gaan we vanuit en die hanteren we dan kijk ik even of ik alle vragen heb beantwoord. Ik denk het wel en ik ben de voorzitter, dus nu moet ik ook kijken of ik dat goed gedaan heb. Dus mijn vraag aan u is, vindt u mijn beantwoording akkoord of heeft u naar aanleiding van mijn beantwoording nog vragen? Meneer Teeuwen en misschien nog toch niet familie toch nog in iets wat meer verhelderende vraag over die met name over die verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van die deelplannen. En die liggen dus feitelijk in de lijn voor een groot deel heb ik begrepen, maar uiteindelijk, ja, bent u zeg maar als primaire verantwoordelijk voor de veiligheidssituatie. Bent u eerst eindverantwoordelijke en als u daar ja op zegt, dan ben ik volledig tevreden. Ja, dank u. Mijnheer van Mierlo.

Ja, misschien heb ik het gemist, maar ik had ook de vraag over de documenten zoals die genoemd worden op pagina 14 die ik al in mijn tijd heb, bestrijdingsplannen en risico op veel waterschap Limburg of voor die ook ter informatie mogen inzien.

Klopt en in mijn snelheid zag ik niet wie nog meer de hand omhoog. De heer Freij, meneer Broekema, meneer. Meneer Vreem.

Mijn vraag was of de organisatie gelukkig werd en u werd er zelfs gelukkig van, dus wat willen we nog meer? Aan de gang met dat verhaal zou ik zeggen, en ik ben blij dat het woord algemeen bestuurder maar twee keer in voorkomt en alleen maar we worden alleen maar geïnformeerd, dus wij hoeven niets te doen verder met dit ingewikkelde plan.

Meneer Broekema.

Ja, het zou kunnen dat we niet hetzelfde verstaan in dit verband onder normen. Als wij het hebben over veiligheidsnormen, hebben we het niet over de normen, denk ik, waar u het net over sprak en daar aan te werken dat.

Was juist mijn voorstel dus.

We komen daar waarschijnlijk in de, laten we het zo afspreken. We willen daar in het AB graag op terugkomen.

Akkoord. Ik ga nog even terugkomen op uw vraag, meneer Broekema, over andere normen die ik net bezigde en meneer Van Mierlo stelde inderdaad de vraag. Ik was iets te snel of u de deelplannen ter informatie kan krijgen? En natuurlijk kunt u die krijgen. En dat wij er gelukkig van worden, dat stemt mij dan weer heel erg gelukkig. Dan hoorde ik net dat dit geen hamerstuk wordt. Tenminste, daar ging ik even vanuit, klopt dat? Wel een hamerstuk.

Nee, ik heb gevraagd om het niet als hamerstuk.

Te.

Boeg, dus ik kon u niet verstaan, meneer.

Ik heb in feite opgemerkt dat ik het graag in het dat wij onze fractie er graag in het AB op terugkomt. En dat betekent dus geen hamerstuk.

Exact, dan had ik het toch goed gehoord? Wordt het een bespreekstuk voor 2 oktober?