Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Heb ik bezwaren, omdat ik vind dat het te vage grenzen zijn en ik vind het persoonlijk ook moreel niet acceptabel. Wij zitten in een tijdsgewricht waarin er enorme druk staat op de organisatie, op onze doelen, op onze ambities. En ik vind dat wij als... Ik wil graag als bestuurder daarbij ook op geen enkele wijze de indruk wekken dat ik me via een budget waarvan ik denk dat het bedoeld is voor scholing en ontwikkeling en voor professionalisering, dat ik daar op een of andere manier profijt van zou hebben. Persoonlijk.
Dank u wel voor uw stemverklaring. Dan, met uw welbevinden, ga ik naar 4.4. Maar ik kijk even de zaal rond. Ik weet dat een aantal mensen onderweg zijn en ik stel voor even te pauzeren, even een verfrissing te nemen, een kopje koffie, en dan gaan we door om 10 voor 10. Zullen we weer starten? Kunnen we de vergadering weer starten? Moet de deur dicht. Welkom, meneer Lacroix, fijn dat u er ook bent. Dan gaan we naar de Kadernota 4.4. Ik geef als eerste het woord aan de heer Breugelmans. Dan geef ik u de gelegenheid om te gaan reageren op de kadernota. Mocht u een motie of een amendement hebben ingediend, wilt u of wilt u die indienen? Wilt u dan luid en duidelijk melden namens wie u deze indient? En dan direct aan mij geven, zodat we ze in iBox kunnen zetten, zodat iedereen kan meelezen. En ik zie dat een amendement is ingediend van de fractie Partij voor de Dieren en waar het natuurlijk dus het lijkt mij handig dat u als eerste straks start. U heeft een motie?
Ja, daar zijn we eindelijk bij de AB-vergadering over de Kadernota 2026. Een kadernota van het nieuwe WL, waarbij we met elkaar ook op een andere manier naar de horizon gekeken hebben. Eigenlijk een doelbewuste keuze om ook dingen anders te gaan doen, maar met name ook om de ontwikkelingen op de langere termijn beter en helder te krijgen in de onzekere tijden waarin we op dit moment leven. Ik noem het ook wel eens een transitionele tijd. We zitten op heel veel fronten in een perfect storm, zoals dat ook genoemd wordt, en dat daagt ons uit. Dat niet alleen het waterschap, maar ook andere overheden en ook bedrijven. Maar vooral ook de waterschappen. Dat nodigt ons ook uit en dat verplicht ons eigenlijk ook, en dat zijn we verplicht aan de volgende generaties. Ook denk ik om met elkaar ook zo goed en kwaad als het kan naar de toekomst te kijken en naar die toekomstige ontwikkelingen die op ons afkomen. We hebben in de begroting 2025 de basis gelegd voor onze meerjarige aanpak. Daarin hebben we in de afgelopen jaren ook aardige stappen gezet om aan de ene kant financieel de boel weer op orde te krijgen, met name ook in de zuiveringskant het weerstandsvermogen weer op peil te brengen. De egalisatiereserve weer op niveau te brengen. We hebben aan de andere kant ook belangrijke beslissingen genomen in het kader van toenemende investeringen in de zuiveringen. Naar voren halen van water, een balans, allemaal zaken die dus in de basis ook allemaal blijven bestaan die daarom ook niet in deze kadernota als zodanig genoemd worden. In de kadernota hebben we eigenlijk aandacht gegeven aan wat zien we nou op de lange termijn en wat betekent dat voor de opgave van morgen? En dat hebben we in kaart proberen te brengen, waarbij een meerjarige doorkijk, omdat meerjarig financieel te vertalen erg moeilijk is. En daarom dat we in de kadernota ook in de ontwikkelopgaven heel nadrukkelijk vragen om ruimte om in 2026 ook verdiepende onderzoeken te doen om daar veel meer helderheid over te krijgen. En ook met het AB daarna vanuit die helderheid, nadrukkelijk ook in de periodisering in de planning van activiteiten de keuzes te maken. Dus deze kadernota geeft eigenlijk een goed beeld in wat de plusopgave op korte termijn is, dat ze in feite in de continuïteit verbeteren in dat hoofdstuk en geeft aan de andere kant ook ruimte om er onderzoeken te doen om die onzekere toekomst meer te duiden. Dat is wat we hier voorleggen aan u, wat we uitgebreid ook besproken hebben. Een aantal themabijeenkomsten in de commissievergadering de BNV en wat we dus nu in de besluitvormende vergadering tot afronding willen brengen, zodat we ook met de begroting 2026 aan de slag kunnen. En daarin hebben we in de Commissie BNV ook een afspraak gemaakt dat we het AB nadrukkelijk ook willen meenemen in dat traject, ook gerelateerd aan nog wat onderzoeken en afspraken die we in deze kadernota maken om nog meer duiding te krijgen van een aantal zaken die hier nu nog op dit moment onzeker zijn. Dank u wel.
Dank u wel voor de toelichting. Ik zie inmiddels ook de heer Freij binnenkomen. Welkom en goedemorgen. Ik kijk in eerste instantie naar de indieners van het amendement, meneer Hagen of meneer Freij dan wel mevrouw Verheij-Péters. Ja, meneer Hagen.
Wij hebben een amendement ingediend op de kadernota, omdat het ons uitermate verbaast dat ten aanzien van KRW-watersysteemprojecten en KRW-waterketenprojecten gekozen is voor een lage variant. En gezien de voorgeschiedenis, waarin steeds zowel in het bestuursprogramma Balanceren met Lef gezegd is, we leveren een maximale inspanning om de voorgenomen maatregelen in waterketen en watersysteem uit te voeren en later ook bij de motie waterkwaliteit van 2-10-2024, die met algemene stemmen is aangenomen en waarin het DB gevraagd wordt meer prioriteit te geven aan de KRW-doelstellingen. Dan begrijpen wij absoluut niet waarom hier gekozen is voor een lage variant. Het is al zo dat aan waterkwaliteit en ecologie minder dan 2% wordt uitgegeven, blijkt uit de voorjaarsrapportage en het jaarverslag 2024 en ook aan investeringen wordt op dat gebied minder dan 0,25% gedaan. En dan hier nog kiezen voor een lage variant, terwijl van ons als organisatie wordt verwacht dat wij ons uiterste best doen om die KRW-doelen te behalen. En als we hier al aangeven van nou ja, we doen er maar even bijna niks aan, dan denk ik dat wij hoge kans lopen om een boete te krijgen als die KRW-doelen niet gehaald zijn. En ik denk dat wij in ieder geval hier binnen die kadernota uit moeten spreken dat wij met een hoge of semi-hoge variant ons uiterste maximale best willen doen om toch van die KRW-doelen het beste te halen. En of dat dan uiteindelijk gaat lukken, dat is iets anders, maar het moet een inspanningsverplichting zijn en het moet ook naar de buitenwereld. En dat geldt voor de provincie, dat geldt voor de gemeentes, moet duidelijk zijn. Wij als Waterschap Limburg doen er alles aan om toch te zorgen dat als het enigszins mogelijk is die KRW-doelen gehaald worden. En als ik dan lees bij KRW-waterprojecten, waterketenprojecten RWZI Hoensbroek uitstellen naar volgende planperiode, die RWZI loost op de Geleenbeek. Dat is een KRW-water. Dat kun je niet maken en daarom denk ik en dat is ook ons voorstel in het amendement. Wij willen graag dat op pagina 8 tabel 6 waarin die varianten door worden uitgelegd dat dus in die kadernota op die pagina die lage variant gewijzigd wordt voor KRW-watersysteemprojecten en KRW-waterketenprojecten in een minimaal semi-hoge variant. De extra kosten daarvan zijn minimaal gezien het percentage wat uitgegeven wordt aan waterkwaliteit en ecologie in het totale budget. En dat zal ook betekenen dat je daar maar een heel geringe belastingverhoging voor nodig hebt. En wij vinden dat alle burgers van Limburg mede verantwoordelijk zijn voor het te proberen te behalen van de KRW-doelen en daarom dit amendement.
Dank u wel voor uw toelichting op het amendement en de kadernota. Voor degenen die nu aan het woord komen in iBabs staan nu de moties voor u klaar, evenals het amendement. Voor de indieners van de motie zou het fijn zijn als u het dictum even leest en daarop reageert naar elkaar, evenals op het amendement. Wie kan ik als vervolg het woord geven? Meneer Noteborn, we...
Ja, prima, goed, gaat uw gang. Ik ga het heel kort houden, want we hebben het in de commissie eigenlijk vrij ruim besproken. Misschien had ik dat op dat moment niet moeten doen, want nu heb ik vrij weinig te zeggen. Voorzitter, de kadernota. Wij zijn geschrokken van de hoge tarieven of de hoge lastenstijging. Dat hebben we toen ook aangegeven in de commissie en vervolgens heb ik gezegd dat we waarschijnlijk met een motie zouden komen. Nou, we zijn met een motie gekomen en ik zal het dictum even voor u voorlezen. Draagt het dagelijks bestuur op om er alles aan te doen om vanuit deze kadernota een realistische en betaalbare begroting te presenteren die aansluit bij bovenstaande overwegingen en die het scenario E niet overstijgt, eerder zelfs in de buurt komt van het scenario D vanuit de onderzoeken die zijn opgestart, de quickscan, om binnen de huidige begroting kostenbesparingen te vinden en het onderzoek naar versterking van de efficiency en effectiviteit van de organisatie te komen met voorstellen die leiden tot een beperking van de groei van de exploitatiebegroting en het belastingvolume. Het AB in de bevindingen van genoemde onderzoeken nadrukkelijk en proactief mee te nemen in de aanloop naar de begroting, in aanloop naar de begrotingsbehandeling met het AB de mogelijkheden te bespreken inzake de inzet van reserves en het toepassen van probabilistisch plannen om de groei van het belastingvolume te beperken ten opzichte van de nu gepresenteerde scenario's en gaat over tot de orde van de dag. De motie wordt mede ingediend door BBB+ Waterbelang en Water Natuurlijk. Voorzitter, we hebben deze motie geschreven en ik begrijp, hij is een beetje wazig in de zin van hè? We komen niet met een heel specifiek iets. We hebben dat bewust gedaan, ook in overleg met het DB, omdat wij vinden dat we daar toch nog samen naar moeten gaan kijken. Dat we en nou goed. De DB heeft ook aangegeven van nou, laten we samen die handschoen oppakken. Er komen ook nog dingen aan zoals die quickscan, etcetera. Wij vinden het belangrijk dat we aan het DB ook de ruimte geven om te kijken en ons mee te nemen en dat we dat op een goede manier doen en dat we nu niet zeggen van nou puntje één, puntje twee, doe dat zo, doe dat zo. Voorzitter, daar wil ik het eigenlijk op dit moment in het eerste termijn bij laten.
Wij gaan pas in de tweede termijn op alle amendementen reageren. Ik zou sowieso een schorsing willen aanvragen nadat het eerste termijn is afgelopen, want ik heb het amendement niet gezien. Het komt nu eigenlijk compleet uit de lucht vallen, dus dat betekent dat ik het nog moet gaan lezen en dat ik daar nog wat van moet gaan vinden.
Komt helemaal niet uit de lucht vallen. Dit amendement is op afgelopen zaterdag aan alle fractievoorzitters doorgestuurd met het verzoek om het te behandelen in de fractie.
Ja, onze fractievoorzitter. Misschien weet u dat niet, hij is best wel ernstig ziek en ik heb het niet gehad. Ik ben de financieel woordvoerder van onze fractie, dus daar zal dan wat miscommunicatie zijn geweest. Geen probleem verder, hè, maar daar heeft het ingezeten waarschijnlijk.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik zou graag een agendapunt voor het presidium willen aanvragen. Het is in andere openbare bestuursorganen gebruikelijk om alle moties en amendementen vroegtijdig in iBabs of wat men dan ook gebruikt te plaatsen, ook al zijn ze nog niet definitief. Daarmee voorkomen we dus dit soort situaties en dat vraagt dan ook wel aan de fractieleden om, op momenten dat moties of amendementen worden rondgestuurd en er enige mate van overeenstemming is, deze ook door te sturen naar de bestuursondersteuning, zodat deze dus kunnen worden geplaatst bij de agendapunten waar ze thuishoren. Dan heeft iedereen in ieder geval voor de vergadering altijd even tijd om kennis te nemen van de amendementen en de moties. Ik weet dat het niet gebruikelijk was in dit huis. Het is altijd gebruikelijk geweest om staande de vergadering moties in te dienen, maar het tijdperk van één motie per vier vergaderingen ligt achter ons. Dus ik denk dat het handiger is om het om te draaien.
Zoals u het nu formuleert, is het ook afgesproken. We hebben een gentleman's agreement dat op maandagochtend 9 uur alle moties en amendementen worden ingediend aan het adres van bestuursondersteuning. En ik kan u melden dat dat niet gebeurd is bij iedereen. Dus ik snap uw oproep, we zullen het opnieuw in het presidium erover hebben. Maar ja, wat u nu meldt is uit mijn hart gegrepen. Ik ga kijken wie wil in volgorde de heer Freij, de heer Lacroix en ik kijk ook even nog naar mevrouw Hilders en meneer Beckers.
Als u hem even ververst, even terug, met bovenin staat er terug nog een keer terug. Kijk, u krijgt persoonlijke assistentie. De heer Freij, gaat uw gang.
Dank u wel, voorzitter. In tegenstelling tot de heer Noteborn heb ik niet het woord gevoerd tijdens de commissiebehandeling. Of dat betekent dat ik nu heel lang van stof ga zijn, dat weet ik nog niet. Maar ik wil eerst even reageren op de oproep die u uit uw hart gegrepen is. We moeten ook enige flexibiliteit houden in het indienen van moties en amendementen. Die moeten ook op de dag zelf nog geschreven en gemaakt kunnen worden, zoals vanochtend ook gebeurd is, begrijp ik, want dat verhoogt ook weer de levendigheid van onze debatten. Maar in algemene zin sluit ik wel aan bij die oproep. Voorzitter, over de kadernota willen we allereerst onze complimenten uitspreken voor het proces dat is gevolgd. Wij hebben de indruk dat de nieuwe organisatie hiermee al een visitekaartje heeft afgegeven. Als je kijkt hoe de voorbereiding is geweest, hoe het wordt is niet van mij, maar komt van uw portefeuillehouder, hoe wij zijn meegenomen in de ontwikkeling van die kadernota. Dat verdient lof en dank en dat is een zorgvuldig en goed proces geweest. En er ligt denk ik ook een evenwichtig stuk. Althans, dat vinden wij. Wij begrijpen de keuzes die erin gemaakt worden. Met name de keuze voor scenario één. Al zijn wij dadelijk voornemens ook de motie van de heer Noteborn of van 11 uur 50 te steunen omdat wij vinden dat je altijd moet kijken of je dingen beter en wellicht goedkoper kunt doen. Maar we begrijpen de keuze voor scenario één. Het biedt houvast en geeft ruimte om binnen realistische grenzen belangrijke opgaven voortvarend aan te pakken. En dat woord realisme wordt in dit soort gremia vaker misbruikt dan gebruikt, want vaak wordt het gebruikt om ambities bij te stellen. Je moet wel realistisch blijven. Nou, dat is niet onze betekenis van realisme. Wij vinden dat we onze ambities met betrekking tot een klimaatbestendig, natuurrijk en gezond Limburg niet uit het oog mogen verliezen. Juist nu. Nou, vandaag is wel een mooi voorbeeld nu de gevolgen van klimaatverandering en de druk op onze natuur zo voelbaar zijn, is het cruciaal dat we die verantwoordelijkheid blijven nemen. Die mogen we niet voor ons uitschuiven. Wij willen dat het waterschap stevig blijft inzetten op klimaatadaptatie, het versterken van biodiversiteit en het verbeteren van de waterkwaliteit. En dit vraagt om keuzes die verder gaan dan de korte termijn en ook om een financiële inzet die daarbij past. Wij willen u graag verzoeken DB en collega's in het AB idem dito scherp te blijven op de volgende vier punten. Eén, blijf investeren in een robuust watersysteem, water vasthouden waar het kan, ruimte geven aan beken, natuurvriendelijke oevers en slimme berging zijn geen luxe, maar bittere noodzaak in een veranderend klimaat. Twee, dat zal u niet verrassen, versterk de natuur en de biodiversiteit. Zorg dat we bij elk project niet alleen technische oplossingen kiezen, maar dat we de natuur versterken en onze leefomgeving groener en gezonder maken. En hopelijk zullen we daar ooit schapen bij gaan inzetten, meneer Wolfhagen. In de derde plaats, en dat is misschien heeft meer betrekking op het volgende agendapunt, een eerlijke lastenverdeling en duidelijke uitleg. In onze tweedaagse is nog eens duidelijk geworden hoe belangrijk het is dat wij keuzes aan elkaar uitleggen, maar vooral ook aan onze belastingplichtigen. Maak duidelijk hoe die keuzes doorwerken in de lasten voor die belastingplichtige. Laten we inwoners en bedrijven goed meenemen in wat we doen, waarom we het doen en welke kosten daarbij horen. Alleen zo kun je begrip en vertrouwen creëren en ik denk dat we daar nog best een weg te gaan hebben. En tot slot, ook dat kwam bij de tweedaagse denk ik mooi aan de orde, is zoek de samenwerking. Klimaat, natuur en water houden zich per definitie niet aan grenzen. Alleen samen met partners als gemeenten, provincie, terreinbeheerders, inwoners, onze ooster- en zuiderburen kunnen we echt stappen zetten. Ik denk dat we ook daar op de goede weg zijn, maar het is belangrijk om die weg stevig te vervolgen. Daarnaast willen we benadrukken dat verstandig financieel beleid wat ons betreft niet betekent dat we noodzakelijke investeringen uitstellen. Reserves zijn er voor mindere tijden, maar mogen geen reden zijn om urgente maatregelen vooruit te schuiven. We hebben nu de kans om stappen te zetten en die kans moeten we pakken. Voorzitter, ik begon met de complimenten en ik sluit af met het uitspreken van vertrouwen in het dagelijks bestuur, namelijk dat het DB de uitwerking richting de begroting met dezelfde zorgvuldigheid en openheid zal vormgeven. We stemmen dan ook in met de uitgangspunten en keuzes in de kadernota en zien uit naar de verdere gesprekken in de aanloop naar de begroting. Ik begrijp van de heer Noteborn dat we bij voorkeur in tweede termijn reageren op moties en amendementen. Dus wat dat betreft zal ik het kruid nog even droog houden. Dank u wel, voorzitter.
Excuus. Hij liep nog. En dank u wel, voorzitter. Ook wij hebben in de commissievergadering al uitgebreid over de kadernota gesproken en onze zienswijzen toegelicht. En daar hebben we ingesteld dat wij op de meeste onderdelen het DB-voorstel goed onderbouwd vinden en kunnen volgen. Alleen hebben wij toen wel een opmerking gemaakt over het hoofdstuk asset base watersystemen in de kadernota en dan willen wij nog even een toelichting opgeven voordat wij dit met een motie willen bekrachtigen. Geachte leden van het algemeen bestuur, de afgelopen jaren hebben wij als waterschap te maken gehad met een aanzienlijk aantal klachten en meldingen over hoogwater, wateroverlast en de staat van onze assets binnen het watersysteem. Deze klachten zijn niet zonder gevolg gebleven. Ze hebben geleid tot aanzienlijke schade aan woningen, bedrijfspanden, landbouwgewassen en natuurgebieden. Dit benadrukt het belang van een betrouwbaar en robuust watersysteem dat niet alleen nu, maar ook in de toekomst optimale bescherming kan bieden aan onze inwoners, bedrijven en landbouwgewassen. Hoewel in de Kadernota 2026 momenteel wordt gekozen voor de lage variant bij het beheer en onderhoud van de asset base watersystemen, is dit een keuze die risico's met zich meebrengt. De bijlage van de kadernota wijst op een beperkt inzicht in de actuele staat van onze assets en de nadruk dat er eerst een routekaart moet worden ontwikkeld. Tegelijkertijd kunnen uitgestelde investeringen negatieve gevolgen hebben voor de waterkwaliteit, de betrouwbaarheid van het watersysteem en uiteindelijk voor het vertrouwen van onze inwoners die ze in ons stellen. We zijn van mening dat het algemeen bestuur in staat moet worden gesteld om een weloverwogen beslissing te nemen, gebaseerd op een gedegen beeld van de risico's die verbonden zijn aan het uitstellen van investeringen. De betrouwbaarheid van het watersysteem is immers een kerntaak van ons waterschap. Het ontbreken van een adequate registratie en een gedegen onderhoudstoestand van onze assets vormt een bedreiging voor deze betrouwbaarheid en daarmee onze kerntaak. Daarnaast heeft het functioneren van ons watersysteem ook indirecte impact op het imago van ons waterschap. Een goede infrastructuur en effectief onderhoud zijn de basis voor het vertrouwen en steun van de inwoners, bedrijven en andere stakeholders. Deze motie vraagt het dagelijks bestuur daarom expliciet om de risico's van het uitstellen van investeringen in beeld te brengen en hierover tijdig te rapporteren aan het algemeen bestuur. Dit stelt ons in staat om vroegtijdig bij te sturen en te waarborgen dat onze watersystemen ook in de toekomst veilig en betrouwbaar blijven functioneren. Wij vragen uw steun voor deze motie, zodat we gezamenlijk zorg kunnen dragen voor een veerkrachtig en toekomstbestendig watersysteem in Limburg. Nou en het dictum verzoekt het dagelijks bestuur de risico's van het uitstellen van investeringen expliciet in beeld te brengen en het algemeen bestuur ruim voor de begrotingsbehandeling 2026 te informeren over de haalbaarheid van deze motie en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. Wilt u nog reageren op de andere ingediende motie en het amendement of wilt u dat ook na de schorsing doen? OK, dan heb ik volgens mij mevrouw Hilders, of had ik meneer Beckers zo zeggen? Ja, dat maakt niet uit, mevrouw Hilders.
Ja, dank u wel, voorzitter. We hebben een motie ingediend en die staat ook in IWS over met name de bestuursovereenkomst en de bestuurscommissie die de provincie zojuist heeft ingesteld om daar het geld van uit te geven. Wij hebben ons eigenlijk regelmatig afgevraagd hoe het zit met de 300 miljoen die door het Rijk aan de provincie Limburg beschikbaar is gesteld en waarom wij daar dan nooit iets van merkten bij de begroting over de jaarrekening. En we vragen ons inmiddels ook af op basis waarvan wij in die commissie in het Water Robuust Limburg-programma terecht zijn gekomen en of wij wel onze bestuurders voldoende gemachtigd hebben om daar op te treden. Even kijken. Ik begin even met de bestuursovereenkomst. Die was in 2022 ingesteld en de minister van Infrastructuur en Waterstaat, dat is de heer Harbers, handelt in zijn hoedanigheid als bestuursorgaan en als rechtmatige vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden. Dan hebben we de provincie Limburg, namens deze mevrouw Roefs, rechtsgeldige vertegenwoordiger, handelt ter uitvoering van een besluit van Gedeputeerde Staten van 12 juli 2022. En het dagelijks bestuur van het waterschap, handelend als bestuursorgaan, rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw Van Wersch. Dat is het waterschap. Bij het Rijk en de provincie wordt er een grond gegeven waarom zij dus deelnemen en wat de achtergrond van hun betrokkenheid is. Dat is bij het waterschap niet het geval en deze beslissingsovereenkomst heeft geleid tot project WRL, dat is Water Robuust Limburg. En het Rijk heeft in 2022 aan Limburg een envelop van 300 miljoen beschikbaar gesteld voor de financiering van wateroverlast voorkomen in beekdalen en zijrivieren. Nou, er zijn drie geldstromen, eentje van het Rijk, eentje van het waterschap en eentje van de gemeente. Even kijken. Het Rijk heeft dus die 300 miljoen neergezet en de provincie Limburg heeft 20 miljoen ingebracht, staat in de diverse stukken die wij gekregen hebben. Even kijken, dan is er ook nog, dat is niet heel relevant. In het besluit van het DB van het waterschap is mevrouw Van Wersch gemachtigd tot het tekenen van de bestuursovereenkomst. En wij hebben geprobeerd uit te zoeken of er dus ook mandaten zijn verleend voor de volgende besluiten in het kader van WRL en we hebben die niet kunnen vinden, behalve deze ene machtiging. Wij vinden het van belang dat de huidige projectstructuur van WRL, er is zojuist een bestuurscommissie ingesteld door de provincie door de Staten en zij geven hun eigen gedeputeerde de machtiging om besluitvorming te doen over die 300 miljoen. En voor het AB is van belang dat wij duidelijkheid verkrijgen over de besluitvorming over de komende jaren begroting van het waterschap en dat wij weten hoe die 300 miljoen daarin past, want dat is nu helemaal niet duidelijk. Wij willen, we stellen het DB het volgende voor: het verzoek om uit te zoeken op basis van welke bevoegdheid of bevoegdheden in de projectstructuur van WRL door de vertegenwoordiging van het waterschap Limburg wordt deelgenomen aan de besluitvorming over de besteding van de gelden en de maatregelen. Hoe dient de positie van het algemeen bestuur erin te worden gezien? Want we hebben een budgetrecht en als er 300 miljoen is, dan willen wij daar graag over meebeslissen en dat is normaal dat een algemeen bestuur een budgetrecht heeft. En ten tweede is ook duidelijk dat een budgetrecht niet gedelegeerd kan worden, want dat is wettelijk uitgesloten. Ook bijvoorbeeld voor de belasting. Wij willen graag weten of de huidige grondslag voor de vertegenwoordiging van het waterschap Limburg voldoende is, of dat die bijstelling verdient, gelet op de nieuwe door GS voorgenomen bestuurscommissie. Daarin staat dat er één vertegenwoordiger namens het waterschap benoemd zal worden. Maar wij hebben er niets van op onze agenda gezien. Ik heb geen idee, het zal misschien wel weer mevrouw Van Wersch zijn, maar dat staat nergens. En dat staat nergens en ik heb ook geen besluit gezien van het DB daarover. En ik heb ook geen voorleggen aan het AB hiervan gezien, maar ik denk dat dat wel nodig is dat we hier de besluitvorming zodanig op orde hebben dat er daar rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen. En wij zijn ook bezorgd over het budgetrecht van het algemeen bestuur, omdat je dat dus niet mag delegeren. En dan kan je het ook niet mandateren. En we zijn daar heel benieuwd naar en we hebben overleg gehad met de dijkgraaf en de SD. En we hebben gezegd, het eerste wat belangrijk is om uit te zoeken wat nou de stand van zaken is, wat de feiten zijn en daar is deze motie voor bedoeld. Het dictum is inderdaad op basis van welke bevoegdheid wordt in de projectstructuur van WRL door de vertegenwoordigers van het waterschap deelgenomen aan de besluitvorming over de besteding van gelden en maatregelen. Hoe is de positie van het algemeen bestuur daarin? Wat betekent dat budgetrecht? En ook na te gaan hoe artikel 83 lid één en lid twee van de Waterschapswet in dit kader dienen te worden geïnterpreteerd en in die artikelen staat wat je wel en niet mag delegeren. Het volgende verzoek is om de huidige grondslag voor vertegenwoordiging van het waterschap Limburg in WRL om na te gaan of die voldoende is of bijstelling verdient, gelet op de nieuwe door GS voorgenomen bestuurscommissie en aan het AB hier ook schriftelijk zijn bevindingen te doen toekomen voorafgaande aan het aanbieden aan het AB van de meerjarenbegroting 2026-2030 en gaat over tot de orde van de dag. Dat wilde ik heel graag even aan u allen bekend maken. En het gaat dus vooral op dit moment om het verzamelen van feiten van hoe zit het nou echt? Dus ik heb straks misschien nog een paar opmerkingen over andere onderdelen, maar dit is de motie die wij hebben ingediend.
En u zegt over andere onderdelen. Bedoelt u de kadernota? Wilt u naar aanleiding van de kadernota? Maar dan heeft u nu het woord. Het is uw eerste termijn, dus als u.
Ja, nou, zoals even kijken. Wij vinden dat er dringend dus zaken moeten gebeuren. Na de wateroverlast van 21 zijn er eigenlijk bijna geen dingen gebeurd die niet al in de pijplijn zaten. Er is 300 miljoen beschikbaar. En waarom doen we daar niks mee? We gaan heel veel de belasting verhogen en is dat wel nodig als die 300 miljoen ook een rol kan vervullen? Dat soort zaken willen we heel graag beantwoord zien. En ja, wij vinden dus dat er te weinig gebeurt op het gebied van wat systeemzaken. Water in balans is alleen maar ja, er moeten dus allerlei maatregelen genomen worden, waardoor de kans op herhaling van wateroverlast gewoon zeer verlaagd wordt. Verder zijn we ook heel bezorgd over de Kaderrichtlijn Water. Daar heeft de heer Haagen net al wat over gezegd en de kans dat wij dat gaan halen is minimaal. En ik zou het ook heel erg graag zien dat daar een intensivering voor gepleegd wordt en dat zijn mijn belangrijkste opmerkingen. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ik weet niet, we zitten midden in het oog van de storm. En dan weet ik niet of dat nu Neptunus was vanochtend, of Helios die aan de bovenkant was trachten verschroeien. Maar het zij zo. Ik heb tijdens de commissie vergadering ook weinig gezegd en ik moet u of verblijden of teleurstellen. Ik heb iets meer tijd nodig dan de vorige sprekers. Allereerst sluiten wij ons graag aan bij de complimenten die gemaakt zijn door de heer Vrij voor het ontzettend knap stuk boekwerk wat wij gekregen hebben. Samenvattend noem ik het de richtinggevende kadernota. Het is ongelooflijk veel werk verzetten. En het is te doen gebruikelijk en terecht dat wij daarvoor onze waardering uitspreken en dat die door de portefeuillehouder wordt overgebracht aan zijn medewerkers. Voorzitter, ambtgenoten, met de samenvoeging van WBL en WL tot één organisatie is de fusie van Waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei volledig afgerond. In 2023 hebben we een start gemaakt met het inrichten van de nieuwe organisatie en wellicht niet toevallig het zevende jaar van het Waterschap Limburg. Er valt voor de bijbelkenners onder ons wel enige gelijkenis te ontdekken met het verhaal van de vette en de magere jaren uit Genesis 41, 46-57 of zo u wilt met de Egyptische mythe van Gloem en de 7 magere jaren opgetekend op de hongersnood stèle, een blok graniet van zo'n 3 meter hoog ten zuiden van Aswan. En ogenschijnlijk gaan deze verhalen over 7 jaar droogte en 7 jaren overstromingen. Maar ze gaan vooral over de oppergoden die een grotere aanspraak op belastingopbrengsten van het land willen laten gelden. Tot zover de mythologie en het bruggetje naar de kadernota. Voorzitter, ook wij leven in een tijd waarin droogte en overstromingen voor grote problemen zorgen. Te veel of te weinig water bedreigt onze infrastructuur, onze veiligheid, onze natuur, onze gezondheid en onze voedselproductie. Maar is de oplossing eenvoudigweg meer belastingopbrengsten veiligstellen? Bij eerste lezing van de kadernota ontstaat het volgende beeld: we maken een wenslijstje, berekenen vervolgens hoeveel geld we daarvoor nodig hebben en halen dat op door het benodigde belastingvolume naar rato op te hogen. Aan de mening van Waterbelang kan dat niet. Het feit dat we ons eigen geld kunnen ophalen of moeten ophalen lijkt wel een soort vrijbrief. Waarom kiezen we niet voor een budgetgerichte benadering? We hebben een meerjarenbegroting, er zijn autonome ontwikkelingen, zeker met alle onzekerheden omtrent scenario's. Willen we meer of zijn er nieuwe noodzakelijke opgaven? Ik ben opgevoed dat als dat zo is, dan moet er ergens gesneden worden. De tering naar de nering zetten heet dat, dat doen we thuis, dat doen we in ondernemersland, dat is gewoon goed huisvaderschap. De hele kadernota is doorspekt met onderzoeken, ontwikkelen, harmonisatie, routekaarten, handelingsplannen, etcetera. De portefeuillehouder verwees al naar 2026 daarvoor gaan gebruiken. En dat geeft blijk van een organisatie die niet op orde is en niet exact weet waar ze staat. En met organisatie bedoel ik zeker ook het algemeen bestuur en dat is geen verwijt maar een constatering en het is erg goed dat dit nu zo duidelijk voor ons ligt. Dat verplicht ons algemeen bestuur en organisatie om zeer terughoudend te zijn met het aangaan van nieuwe verplichtingen en uitgaven. Ik benoem voor Waterbelang een aantal in het oog springende items: veiligheid op orde, zowel hoogwaterveiligheid, maar op basis van prioritering alsook veiligheid van onze vitale infra, fysiek en data. Hier kiezen we voor een zo laag als verantwoord is investeringsvolume. Want waarom moet het herstellen of vernieuwen van de hekwerken als voorbeeld bij de RWZI's een extra investering zijn? Investeren in veiligheid in combinatie met andere investeringsopgaven op deze RWZI's en binnen het vastgestelde investeringsvolume. Ik roep de investeringsruimte in de voorjaarsrapportage in herinnering. We schalen af. We hadden ook andere opgaven kunnen invullen. Ten aanzien van data en IT? Dat zijn noodzakelijke keuzes en noodzakelijke projecten zijn onvermijdelijk om toekomstgerichte juiste keuzes te kunnen maken, dus daar staan wij helemaal achter. Dan een hekel punt, maar ik ga het toch zeggen. Schoon water, we hoeven niet het beste jongetje van de klas te zijn. Waterbelang kiest voor een realistische programmering. Laten we inzetten op de 4 RWZI's die haalbaar zijn. Daar kunnen we een klap mee maken. Gebruik het KWIN-impulsprogramma om eerst goed uit te zoeken wat we moeten en wat realistisch haalbaar is. Onze buurlanden schalen af en stellen uit in de tijd. We moeten voldoen aan onze inspanningsverplichting om te onderzoeken wat haalbaar is en juridisch verdedigbaar is, wat niet kan geen andere investeringen doen. Dat is water naar de zee dragen. Dat is weggegooid geld. Graag de reflectie van het dagelijks bestuur. We schrikken ook wel van het groot aantal uren voor de nieuw op te stellen waterbeheerplan hoog tot laag 4629 100 uren. Hoe kan dat? We werken aan een WBP, stelt het vast. Dat leidt tot uitvoering en vervolgens werk aan het volgende WBP. Dat is toch ongoing concern? We zijn continu bezig met informatie en wetswijziging in te passen in onze regelgeving en procedures. Daar zijn we toch dagelijks mee bezig. Is het allemaal wel nieuw? We werken toch al een aantal jaren aan de nieuwe omgevingsvisie aan het blauwe kompas. Waar is deze informatie? Die moet toch in de organisatie aanwezig zijn? We hebben toch al veel beleid vastgesteld? Dit is toch onderdeel van de reguliere bedrijfsactiviteiten. Graag uw reflectie. Onderwater gebeurt veel en moet nog veel gebeuren, maar worden de goede keuzes gemaakt. Ook door het AB worden de goede keuzes gemaakt. Hebben we de goede mensen op de goede plek zitten of krijgen we niet de goede mensen die we nodig hebben? We zien een sterke groei, informatie en gelijktijdig lezen we dat door de krapte op de arbeidsmarkt we vacatures niet ingevuld krijgen. Dat is toch een contradictie? Meer personeel betekent niet automatisch dat er meer werk wordt verzet, betekent niet dat er efficiënter en effectiever gewerkt wordt. Kijk ook naar 2024 met minder mensen dan begroot hebben we meer gerealiseerd dan begroot. Moeten we met de groei conformatie niet een pas op de plaats maken, zeker met de wetenschap dat we nog volop in de implementatie naar het nieuwe WL zitten en er voortdurend scherpe keuzes gemaakt moeten worden en velen van ons personeel verwacht wordt, beteugel de onrust in de organisatie. En ten aanzien van de organisatie hoe we ons presenteren, het ontwikkelen van de organisatie heeft prioriteit. Maar dat betekent niet dat we ons royaal een nieuw uiterlijk hoeven te geven. Communicatie en vormgeving moet sober en doelmatig zijn. Ons logo is goed en onze slogan is goed. Daar zou ik toch niet meer veel geld aan uitgeven. Tot slot, het herstelplan met het herstelplan brengen onze reserves weer op orde, waar ons weerstandsvermogen blijft hangen op de ondergrens van één. Gezien de grote onzekerheden en risico's die er zijn en op ons afkomen, vragen we aan de portefeuillehouder of hij kan toezeggen voor of bij de begroting 2026 met een heroverweging en voorstel te komen om onze weerstandsvermogen hoger vast te stellen. Samenvattend, de enorme exercitie nogmaals waarvoor dank die voor DT en DB is uitgevoerd, heeft vooral een enorme hoeveelheid vragen aan het licht gebracht. Handelingsplannen moeten meer inzicht en grip op de processen brengen. Er zijn veel onzekerheden en er is nog weinig financiële onderbouwing voor de diverse varianten. De komende maanden krijgen we als AB nog diverse voorstellen voorgelegd waar we iets van moeten vinden. En Waterbelang, ik zeg nogmaals, is voorstander van inzetten op wat realistisch is. Geen ambities aangaan die we niet kunnen waarmaken. Geen geld uitgeven aan oplossingen die derden verstoren, niet voor de troepen uitlopen. Maar concentreer op een sterke verbetering van efficiency en effectiviteit met meer nadruk op reguliere werkzaamheden en niet altijd maar oplossen in middelen en mensen. Keuzes maken en de tering naar de nering zetten. Het is niet ons geld, het is het geld van onze burgers, bedrijven en agrariërs. Dat er een ontwikkelopgave ligt die ons beter moet uitrusten voor de toekomst is evident, dat moet resulteren in een maatschappelijke meerwaarde in de breedste zin van het woord. Maar de middelen zijn beperkt en we kunnen niet oneindig blijven oplossen en we moeten scherpe keuzes maken. Waterbelang in aanloop naar de begroting 2026 en de meerjarenbegroting op zeer regelmatige basis geïnformeerd worden en tijdig voorstellen voorgelegd krijgen indien gewenst aan de portefeuillehouder refereerde daar al aan. Willen we graag een bijdrage leveren via een klankbordgroep of werkgroep en meestal de handel in de commissie is natuurlijk de commissie BNV. Het algemeen bestuur moet zo direct mogelijk betrokken worden bij het opstellen van de begroting 2026 en de bijbehorende meerjarenbegroting. Met behulp van de stelpost en omwerkingsmaatregelen en het daarbij behorende getallen moeten we alles op alles zetten om het prijskaartje voor onze belastingbetalers zo laag mogelijk te houden. Voorzitter, het voorkeurscenario E geeft voor Waterbelang de richting aan waar we op moeten sturen. Echter, 16% verhoging van het belastingvolume vinden wij te veel. We stellen nadrukkelijk de opgave te streven naar meer efficiency, meer inclusief werken, minder vanzelfsprekend oplossen en vooral kiezen voor dat wat echt moet. Tot slot, mogen we ervan uitgaan dat we bij de begrotingsbehandeling ook scenario's voorgelegd krijgen, zodat we niet hoeven te kiezen uit A of A. Het zal logisch zijn dat wij de motie vermindering toename belastingdruk mee indienen en met betrekking tot amendement en de andere moties wachten wij eerst de reactie van het DB af, sluiten ons aan bij de vraag om schorsing naar de termijn van DB om deze te bespreken in de fractie en we zullen in de tweede termijn daarop reageren. Voorzitter, ik rond af. Laten we de komende maanden gebruiken om de mythe van de 7 vette en de 7 magere jaren plaats te laten maken voor de mythe van de 7 wijzen, de invloedrijke denkers uit de oudheid. Zij onderzochten ontstaan, opbouw en aard van de elementen en de kosmos en vooral wat dat betekende voor het leven op deze aardkloot. En velen van hen combineerden het filosoferen met andere bezigheden. Het zal u niet verbazen, vooral politiek en overigens. Wie zijn klassieken kent, weet dat het geen 7 maar 22 denkers waren. Wij zijn met 30 denkers. De overeenkomst is duidelijk, daar moet toch iets moois uit ontstaan. Ik wens ons veel wijsheid toe. Tot zover mijn eerste termijn.
Dank u wel. Ik kijk naar de vergadering of er nog behoefte is om te reageren. Zo niet, dan wil ik u voorstellen die door een aantal AB-leden is gedaan, om eerst het DB te laten antwoorden en vervolgens een schorsing te doen, meneer Freij.
Ja, we kennen de heer Beckers als een zeer begenadigd spreker, heeft altijd een hele interessante bijdrage, vandaag ook een hele kritische en ook wel een uitdagende. Ik was niet verrast, maar wel vereerd dat hij aansloot bij de complimenten die ik uitsprak. Maar waar ik verdrietig van word, is dat hij niet aansluit bij mijn oproep om het woord realisme niet te misbruiken, want hij noemt realisme een aantal malen om onze ambities te temperen. En volgens mij is dat juist het omgedraaide van wat we moeten doen. Hij zegt ook, we moeten niet voor de troepen uitlopen. Ik denk dat we juist voor de troepen uit moeten lopen als bestuur van een waterschap in een provincie waar van alles aan de hand is. Natuurlijk zijn wij degenen die de troepen moeten aanvoeren. Bij waterzuivering, zegt hij, we hoeven niet het beste jongetje van de klas te zijn. We moeten realistisch zijn. Ik vond het wel inspirerend dat hij een bijbelstudie heeft gedaan om zijn woorden te onderstrepen. Dat heb ik zojuist ook gedaan. En u kent het woord rentmeesterschap natuurlijk als geen ander gezien uw achtergrond. Korinthiërs 4:2 zegt: Van een rentmeester wordt geëist dat hij betrouwbaar is. En wij zouden betrouwbaar moeten zijn in het waarmaken van onze ambities, in plaats van ze onder het motto van we moeten zuiniger zijn bij te stellen. Korinthiërs 9:6-7 zegt: Die karig zaait zal karig oogsten. God heeft de blijmoedige gever lief. Ik hoop dat u dat kan inspireren tijdens de schorsing en dat u uw ambities alsnog opschroeft. Dank u.
Ja, dat noemen ze uitlokking, maar dank voor uw reactie en blij dat u ook nog enige kennis heeft van een van de belangrijkste mythologieën die op deze wereld bestaan, namelijk het christelijk geloof. Maar daar gaat het vandaag niet over. Het gaat natuurlijk inderdaad om de beeldspraak en ik bestrijd ten zeerste dat ik het woord realisme misbruik. En ik heb gezegd, niet voor de troepen moeten uitlopen. Kijk, dat we als bestuur, ja, de warmte begint al apart te spelen. Ja, ik zie het grootste traptemiddel en afdoende, ja, dat we als bestuur een lichtend voorbeeld moeten zijn en inderdaad onze organisatie voor moeten gaan in wat we dan ook vinden van wat onze opdracht zou moeten zijn. Dat staat helemaal niet ter discussie, maar ik vind wel dat wij niet per se allerlei dingen moeten doen die een extra druk leggen op de noodzakelijke taken die er zijn. En dat is de kern van mijn betoog. We moeten heel nadrukkelijk kijken naar wat echt noodzakelijk is om te doen. En ik heb een andere locatie, maar trouwens niet minder cool, was gisteren ook allerlei voorstellen mogen bespreken over wat wel en niet moet en het lijkt wel of inderdaad toch iedereen langzamerhand ook op tilt is geslagen. Want als we in de geschiedenis terugkijken, gebeurt er niet zo heel erg veel vreemds op deze aarde. Het is wel ernstig, maar het is niet vreemd. Maar je moet dus voorzichtig zijn in wat we doen en moeten de goede keuzes maken. De goede keuzes maken en de goede keuzes betekent zeker ook in alle, u noemt het woord rentmeesterschap, zeker ook dat de keuzes die we maken inderdaad betrouwbaar blijken te zijn. We hebben een bestuursprogramma vastgesteld. Als je betrouwbaar wilt zijn, moet je dat uitvoeren. Dat is altijd onderhevig aan ontwikkelingen waar we mee geconfronteerd worden. Daar moeten we op bijsturen. Klimaatadaptatie haalt ons in, ben ik allemaal met u eens, maar neemt niet weg dat we niet alles tegelijk kunnen doen. En u zegt om het woord te gebruiken om te bezuinigen. Nee, nee, niet om te bezuinigen, maar om de middelen die we uiteindelijk tot onze beschikking kunnen krijgen op de goede plek worden ingezet om de goede doelen te realiseren. En ja, we kunnen niet alles tegelijk. Het is gewoon niet mogelijk en dan prefereert Waterbelang Limburg om de richting die aangegeven wordt in het scenario E, waardoor DB wordt ondersteund, om eerst te kijken, goed te kijken wat we echt moeten doen op korte termijn om de toekomst echt goed voorbereid te kunnen zijn, om daar de tijd voor te nemen en de ruimte voor te nemen. En niet nu ad hoc, tussen aanhalingstekens, ad hoc allerlei maatregelen te gaan uitvoeren waarvan we wellicht na onderzoek volgend jaar zeggen, hadden we wellicht misschien toch anders moeten doen. Dank u wel.
Ja, ik weersta de uitdaging om de heer Beckers te vragen. Noem eens drie voorbeelden van maatregelen die we gaan onderzoeken, want volgens mij zijn die zo niet te vinden. Waar we het over eens zijn, is in ieder geval dat scenario en ik sluit niet uit dat wij aan het eind van dit jaar bij de begroting het volledig eens worden.
Mevrouw de Voorzitter, ik heb het verzoek aan u om via u aan de heer Lacroix te vragen om iets duidelijker te zijn omtrent zijn motie. Bovenaan de motie staat kadernota scenario semihoge variant asset base watersysteem. Maar wij zijn verzoek aan het dagelijks bestuur. Lees ik niet dat de motie verzoekt aan het dagelijks bestuur om in plaats van de lage variant die in de kadernota staat deze te vervangen door een semihoge variant. Indien hij dat wel verzoekt, dan ben ik daar helemaal mee eens.
Het verzoek ligt daar niet zo expliciet. Dat hebt u kunnen lezen in het dictum. We willen wel graag dat het risico van het uitstellen van investeringen expliciet in beeld wordt gebracht en dan is het risico van DB bestuur om de semillaren variant te kiezen ten opzichte van de semi variant. Dus nee, wij vragen niet expliciet om te kiezen voor de semor variant, maar wel de gevolgen inzichtelijk brengen van het verschil om niet te investeren op basis van de semi hoge variant.
Ik ben blij dat te horen en ik verwacht ook dat dat misschien de BBB+ in ons voorstel om de watersysteemprojecten te verhogen naar een semi-hoog of hoge variant die ongetwijfeld bijdragen aan de verbetering van de asset BAS watersystemen dat de fractie van de BBB+ ons amendement zal ondersteunen.
Je weet maar nooit in de tweede termijn. Ik verzoek de DB-leden om hun antwoorden op de vragen nu te geven. Ik begin bij de heer Breugelmans, dan de heer Jansen, dan de heer Wolfhagen en dan ga ik naar rechts, de heer Achten en ja, en mevrouw Van Mès. Ik kijk naar nee, ik ben de hekkensluiter, want ik had ook nog een vraag. Gaat uw gang, meneer Breugelmans?
Voorzitter, dankjewel. Dankjewel ook aan alle fracties voor hun inbreng bij het bespreken van deze kadernota en ook voor de dankwoorden die uitgesproken zijn voor de totstandkoming en het proces van deze kadernota en de inzet en inspanning van de organisatie. Ik zal die dank overbrengen en waardering. En ja goed, het document is een document en uiteindelijk is het ook een legend document, dus het zal ook een heel mooi fundament zijn onder dat wat we de komende periode met elkaar samen gaan bespreken en ook in aanloop naar de begroting een belangrijk document zijn om te komen tot een goede begroting. In zijn algemeenheid hoor ik een heleboel geluiden. Die lijken op zich soms ook wel een beetje tegenstrijdig, maar uiteindelijk willen we allemaal het beste. Ik wil toch nog een keer herhalen dat wij, als wij voor een lagere of een hogere variant in dit voorstel kijken, dan kiezen we eigenlijk heel nadrukkelijk ook voor varianten waarvan wij denken dat die passen bij de capaciteit en mogelijkheden die we als organisatie hebben. Dus we hebben ook heel nadrukkelijk in de keuze voor varianten gekeken naar uitvoerbaarheid. Dat wil ik in zijn algemeenheid ook zeggen. En we hebben met elkaar ook heel nadrukkelijk gekeken naar: past dat ook in aansluiting op wat we al in onze huidige begroting hebben staan? Het zijn van voldoende, dus en van maximaal de inspanning. In zijn algemeenheid geldt niet alleen voor de kadernota water, maar het geldt voor alle onderwerpen. Wij proberen de maximale inspanning passend bij capaciteit en mogelijkheden van organisatie, maar ook van aannemers en omgevingsfactoren, verkrijgbaarheid van materiaal. Daar proberen wij in principe in deze kadernota al een weging te hebben gemaakt en dat is ook wat u in het voorstel van het DB heel nadrukkelijk, met name ook bij continuïteit versterken, terugvindt. Dus we hebben daar ook echt wel zorgvuldig met de organisatie samen afwegingen gemaakt die uiteindelijk tot het voorliggend voorstel aan u hebben geleid. Ik hoop dat u dat ook even in uw achterhoofd houdt, ook in gerelateerd aan u ingebrachte moties voor eventuele hogere varianten. Een lagere variant wil zeggen dat we niet niets doen. We doen al wat in de huidige begroting staat. We doen zelfs nog een plusje op die. Iemand dat stellen we hiervoor, maar we doen niet het maximale plusje, dus omdat dat niet past bij de capaciteitsmogelijkheden van de organisatie. Dan ga ik even de fracties langs. Ik begin bij de LV50 en dan kom ik zo bij iedereen langs. Ook wij zijn geschrokken van de uitkomst. De eerste maal toen we dit verhaal zagen, toen hebben wij ook uitgebreid stilgestaan bij wat zien wij nu op ons afkomen en wat betekent dat voor de korte, maar ook wat betekent dat voor de lange termijn? En we zijn gaande dat proces daarin ook wat meer tot rust kunnen komen, omdat we heel nadrukkelijk ook de onderliggende scenario's steeds meer gingen begrijpen en snappen. En ook dat we die scenario's konden gebruiken om die keuze te maken in relatie tot die capaciteit en mogelijkheden van de organisatie. We hebben dus heel nadrukkelijk gezocht naar een weg die u ook in de gelegenheid stelde om te zien waar alle dilemma's zaten waar wij mee geconfronteerd zijn. En we hebben ook eigenlijk heel gedetailleerd in de bijlage met u al die scenario's daarom willen delen, niet zozeer om daar heel precies te zijn in wat het financiële effect is, maar met name ook wat zijn de afwegingen die daar dan onder liggen. Dus en als we het dan over realisme hebben in zijn algemeenheid, kom ik al een beetje bij Water NATUURlijk. Dan denken wij dat wij met dit voorstel wat wij doen in elk geval de ruimte geven om tot een realistische begroting te komen. Want de kadernota vormt de basis om uiteindelijk de begroting uit te gaan werken. En we hebben met elkaar ook een afspraak gemaakt dat we nog een aantal zaken doen. We zijn nog een quickscan aan het doen op de begroting 25. Zitten daar posten in die we al een aantal jaren niet benut hebben die wellicht ruimte gaan bieden. Dat proces is ingezet. We zijn daarnaast, maar misschien is dat nog niet helemaal voor de begroting helder, wel ook een start aan het maken met een zoektocht naar meer efficiency en effectiviteit in de organisatie na de samenvoeging, maar dat zal misschien iets langere adem nodig hebben. Maar we kijken heel nadrukkelijk dus ook naar dat realisme in die kadernota in de aanloop naar de begroting. Ik wil dus nog een keer benadrukken, wij blijven investeren. We blijven investeren in de toekomstbestendigheid en water op uw systeem. We blijven investeren in de natuur en biodiversiteit, zoals we dan met elkaar afgesproken hebben en soms op onderdelen ook nog een plusje erbij, zoals in deze kadernota voorgesteld. En natuurlijk doen we dat vooral ook in samenwerking met partijen in de omgeving en ook met onze inwoners, want uiteindelijk misschien kunnen we zelf zonder die samenwerking sneller vooruit, maar als we samenwerken, dan kunnen we beter vooruit. En dan kunnen we ook ieder onze eigen bijdrage leveren en die is ook hard nodig, dat samenwerken. Ik kom bij de BBB. We hebben periodes van droogte. We hebben periodes van wateroverlast.
Daar kom ik aan het eind van de oorlog. Wat voor variant we ook kiezen, we moeten met elkaar ook heel goed kijken wat de effecten zijn in relatie tot uitvoerbaarheid. Daar zal de portefeuillehouder dadelijk ook op een aantal zaken reageren. Maar we moeten met elkaar vooral ook kijken naar wat we nu al doen in de huidige begroting. We hebben in de huidige begroting al een hele effectieve aanpak van die zaken op orde en we zijn daar nog met lopende onderzoeken bezig. We hebben al in het verleden ook beslissingen over genomen en hier gaat het over een plus op dat wat we al doen. Dus dat geef ik u nadrukkelijk mee in het nadenken en we hebben nadrukkelijk ook gekeken naar die uitvoerbaarheid, dus dat wil ik u daar nog in meegeven. Met betrekking tot de governance, de wijze waarop we daarmee omgaan van de WRL, zal mevrouw Hilders dadelijk de portefeuillehouder antwoord op geven. Dan kom ik al bij Waterbelang. Nou, u hebt een aantal vragen aan mij gesteld. U vraagt iets over het weerstandsvermogen, de factor één die nu gehanteerd wordt. Ja, daar kunnen we met elkaar iets van vinden en ook met de onzekere toekomst zou je ook best wel met toenemende risico's de discussie kunnen voeren of we daar naar een hogere variant moeten streven. Misschien een 1,5 of nog een factor twee zelfs. Er zijn ook waterschappen die dat op een hoger niveau hebben liggen. Maar u moet zich ook bewust zijn dat dat altijd een effect op het belastingvolume betekent. Dus je moet dat altijd ook met elkaar wel ergens vinden en je moet ook kijken, moet je dat nu doen of moeten we dat later doen? Want we zitten nog midden in het herstelprogramma, nu voor dit jaar eind van het jaar hebben we dat op orde. En dat is misschien goed om naar het resultaat 2025 met elkaar eens te kijken en ook in de begroting 2026 landen al de risico's zoals we die zien en wat voor een weerstandsvermogen daarbij hoort, zodat je dan in feite de munitie in de loop van 2026 ook hebt om met elkaar heel nadrukkelijk te kijken welke ruimte we hebben naar de toekomst om misschien dat weerstandsvermogen te kunnen versterken gerelateerd aan de risico's die we lopen. Maar ik zou daar eigenlijk ook niet op vooruit willen lopen als portefeuillehouder nu. Ik zou dat eigenlijk een discussie willen laten zijn in dit jaar 2026, waarbij we een veel beter beeld krijgen nadat we het herstelprogramma hebben afgerond en nadat we ook het resultaat 2025 weer meegenomen hebben. We hebben gezien dat 2024 ons al in een stroomversnelling heeft gebracht met betrekking tot weerstandsvermogen en reserves en wellicht dat 2025 daar nog een schepje bovenop zou kunnen gaan doen. Dus ik begrijp het punt. Ik zou het punt ook niet willen parkeren op de lange termijn, maar ik zou het een onderdeel willen laten zijn bij de jaarrapportage 2025 en dat is dan een toezegging van mij aan deze kant. Even kijken, u had nog één vraag aan mij. BBP enzo, daar komen de collega's op terug. Ga de rechter naar waterimpuls, ja, in investeringen, veiligheid op orde en zo onderdeel laten zijn van het geheel kan ook nog eens wellicht door de portefeuillehouder op gereageerd worden. Ja, ik denk dat voor mij daar verder niet heel veel vragen meer in zitten. Ik wil wel nog even op de moties en amendementen reageren. Ik begin dan met een motie van.
Dankjewel, ja. Ik had ook nog gevraagd. Ik denk dat mijn vraag aan de portefeuillehouder in eerste instantie is of als we een begroting voorgelegd krijgen, we dan mogen kiezen uit A of B of scenario's krijgen.
Nee, ja goed, zoals wij, zoals u ook een motie voorstelt van de heer Noteborn voor van de LV50 die u mee stuurt, gaan we u meenemen in de effecten van de quickscan. En mogelijk zaken die we al voor de begroting nodig hebben en nader kunnen preciseren omdat we inmiddels alweer over meer informatie beschikken. En dat gaan we in principe in de loop van september daar meer helderheid over krijgen, zodat we op 8 oktober een ingelaste extra Commissie BNV organiseren. Dus dat is mijn voorstel aan u. Als het goed is, is dat nu gender ook al ingepland. Waarin we uitgebreid bij een aantal onderwerpen die vandaag ook de revue gepasseerd hebben met u in aanloop naar de begroting en zitten we bijna twee maanden voordat we de begroting in het AB gaan behandelen. We willen doornemen als de vergadering ermee kan instemmen, dus daar kom ik u al een stuk ook in tegemoet en we zullen dan ook helderheid hebben in wat zijn dan de mogelijke scenario's die je op onderdelen nog in de begroting terug kunt gaan zien. Dus dat nemen we zeker mee. Ik wil wel ook nadrukkelijk vermelden wij, wij moeten nu zo snel mogelijk ook starten met het opmaken van die begroting. Dat is best een groot proces en we willen in de loop van september dus de basis in elk geval klaar hebben om met u te gaan bespreken begin oktober. En ja die scenario's, die gaan er dus mogelijk daarmee ook.
Voorzitter, om even bij de heer Beckers te blijven. Hij geeft mij een heel mooi haakje om een stuk verduidelijking te geven. U zegt scenario E, maar laten we niet ad hoc maatregelen gaan uitvoeren die we later moeten terugdraaien. En dat is om even die uitdrukking te gebruiken. Het haakje naar de opmerking van de heer Wolfhagen over de RVZI groen. Dat is al snel de mond gesnoerd. Wij kunnen in Hoensbroek op dit moment geen verantwoorde keuze maken over welke investeringen we moeten doen voor de KOW-opgaven die we daar hebben. De zuivering voldoet net niet aan de eisen van de KW. Ik heb wel grotere problemen, tenminste grotere verschillen ten opzichte van de doelstelling van het Limburgs Effluentbeleid en de prestaties van zuiveringen als Hoensbroek. Maar het schijnt onzin te zijn. De richtlijn stedelijk afvalwater komt op ons af en de implementatie van die twee richtlijnen ten opzichte van de werkzaamheden die we in Hoensbroek moeten gaan uitvoeren roept nog een aantal vragen op die we eerst moeten uitzoeken. Dat betekent dat wij in de KRW-impuls voor de waterketen, dus voor het zuiveren, gekozen hebben om een aantal andere projecten naar voren te halen. Onderzoeken te doen in Hoensbroek, waardoor we op een aantal andere zuiveringen, en ik heb dat net ook door sprekers horen zeggen, eerder kunnen voldoen aan het Limburgs Effluentbeleid dan wel aan de eisen van Rijkswaterstaat, want dat kan ook spelen. En in de tussentijd geeft dat ons de ruimte om de verantwoorde keuzes te maken voor de investeringen in Hoensbroek, maar dan halen we 2027 zeker niet. Dus daarom schuiven we hem door naar de volgende periode en pakken we een aantal andere projecten eerder op. In die KIW-impuls, om daar maar even het stapje naar te maken, zitten een zestiental plannen van aanpak in het stuk. Ik heb straks al gezegd, het stuk komt naar u toe. Die zestiental plannen van aanpak gaan over meten van waterkwaliteit. Die gaan over joint fact finding, die gaan over de zuiveringen. Je kunt van alles daarbij benoemen en ik denk dat dat ook een hele mooie inhoudelijke discussie wordt, maar wel een stuk duidelijker maakt waarom we hier in de kadernota voor bepaalde scenario's hebben gekozen. En met het Algemeen Bestuur ben ik van mening dat we eigenlijk overal de ruimte hadden moeten hebben om te kiezen voor de hoogste variant. We maken zoveel mogelijk klaar voor eind 27. Alleen het realistische scenario is dat dat voor een aantal opgaves gewoon niet gaat lukken. Wij gaan ook mevrouw Hilders de KOW niet halen op 22 december 2027. Dat lukt ons gewoon niet en dat is niet heel bijzonder voor Waterschap Limburg. Zijn we te laat gestart? Nee, we zijn op tijd gestart. Hebben we de goede dingen gedaan? We hebben heel veel goede dingen gedaan. Hadden we beter voor een andere volgorde kunnen kiezen? Ja, misschien wel, maar dat is allemaal geschiedenis. Kunnen we niks meer aan veranderen. We zullen nu vanuit de situatie van nu moeten kijken van wat kunnen we maximaal nog bereiken voor eind 27? En een stukje van dat verhaal is ook dossiervorming. Waarom kunnen we ergens niet verder? En dan maak ik het stapje naar de watersysteemopgave als het gaat over beekherstel, wat we tegenwoordig dus veel meer ook watersysteemherstel gaan noemen of juist gaan noemen. Die beekherstelopgaven struikelen op een aantal plekken op grondverwerving, maar soms ook op vergunningverlening. We zitten al 1,5 jaar op een vergunning te wachten om met een project aan de gang te gaan, want onder de Omgevingswet is die procedure veranderd en dan maakt iemand bezwaar. Het ligt bij de rechtbank en de rechtbank zegt: "Die stapel is zo groot. U zit ergens in het midden. U komt wel een keer aan de beurt." Dat maakt het dat kunnen wij wel willen en dan kunnen wij dus ook zeggen van kies maar voor het hoogste scenario. Maar zolang als ik die uitspraak van de rechtbank niet heb, kan ik op dat project niet verder. Het gaat maar over 4 km geloof ik van de 70. Dat is toch substantieel en zo zijn er een aantal andere belemmeringen die gemaakt hebben dat we kiezen op die onderdelen voor het realistische scenario en niet voor het hoogste scenario. En dat doet bij een portefeuillehouder waterkwaliteit wel wat. Als je die keus niet kunt maken dat je weet dat het nodig is, maar dat je uiteindelijk door een heel rijtje van oorzaken niet verder kunt. Er wordt op dit moment nog een voorstel voorbereid en dat heeft een beetje relatie met wat de heer Wolfhagen over de assets gaat zeggen, maar er zijn teams in onze organisatie die werken aan de projecten die met beekherstel en assets te maken hebben. De capaciteit van die teams is een belemmering. Niet negatief bedoeld, maar wat men aankan is de beperking die we hebben met de projecten die we geagendeerd krijgen. En als een project weken zoveel voorbereiding kost als dat we 4 jaar geleden dachten door allerlei veranderde omstandigheden buiten in het veld, dan gaat dat ten koste van andere projecten. Daar kunnen we heel veel meer mensen op zetten, maar die omstandigheden buiten veranderen niet. Nou, die afweging hebben wij gemaakt in het DB ten aanzien van de scenario keuze. De heer Beckers had het over de extra investeringen over hekwerken. Beveiliging, met name omdat temporiseren. We zijn kritisch aan het kijken naar wat nodig is en niet uitstelbaar en wat we eventueel kunnen doorschuiven. Ook omdat we binnen diezelfde club mensen die het moeten doen capaciteit nodig hebben voor andere zaken op de zuiveringen, maar ook omdat het veel te veel geld gaat. Een aantal zaken moeten echt gebeuren, anders dan kunnen we over niet al te lange tijd een aantal zuiveringen gewoon niet meer in omdat leveranciers afhaken met oude beheersystemen, dus we zullen een aantal dingen moeten doen, maar we kijken daar kritisch naar. Daar komen nog voorstellen over. Meneer Beckers, de buurlanden schalen af, zei u ook? Ja, ik zou dat zo niet willen zeggen. De buurlanden hebben vergelijkbare problemen als wij hebben. Misschien iets eerder als wij in Nederland gezegd van wij gaan 27 niet halen, dus we plannen alvast naar een volgende periode en eerlijkheidshalve weten wij in Duitsland al een aantal projecten die zelfs naar de vijfde stroomgebiedbeheerprogramma gaan. Dus dat is na 2033. Zijn we niet gelukkig mee en daar zit ook van onze kant uit wat druk in de richting van het buitenland, want men mag niet afwentelen. Overigens gemeenten mogen ook niet afwentelen, dus als we het dan over overstorten hebben. Gemeentes zadelen we ons met een probleem op wat eigenlijk niet mag, dus ook daar zijn we mee in gesprek, dus daar ligt heel veel op het gebied van waterkwaliteit, wat veel energie vraagt en ook met het buitenland zijn we in gesprek en men beseft intussen en dat heeft met name te maken met de joint fact finding die we samen met Duitsland hebben gemaakt dat hun opgave er echt wel anders uitziet als dat ze dachten omdat ze zich intussen realiseren. We zadelen Nederland met een probleem op als onze activiteiten niet verder gaan als x want wij zouden nog een stapje meer moeten gaan doen. Even hier kijken.
Ik weet allemaal heel moeilijk maken. Nee, nou ik heb een vraag, meneer Jansen, want dat is nou precies wat ik bedoelde, dus zolang u geen zekerheid heeft of we geen zekerheid hebben over wat we wel of niet in Duitsland en België gaan doen, is het heel erg wraakligt wat de opbrengst is van de investeringen die wij dan hier gaan doen. Omdat ze dus door externe oorzaken waar we dan nog geen zekerheid over hebben, het effect van wat u wil doen teniet kan doen. Moet ik dat zo begrijpen?
Nee, dat is precies zoals u het niet moet begrijpen. Wij hebben onze eigen opgave en eigen verplichtingen. Dus op het moment dat het effluent van de zuivering die loost op de Geleenbeek niet voldoet, dan kan ik daar Duitsland niet op aankijken. Dan moet ik dat gewoon zelf oplossen en dat geldt voor de hele provincie. Dat geldt ook voor de Niers en noemt u maar op. Dus onze eigen opgave. Wij zijn geen dingen over de grens aan het doen, ligt overigens wel een soort vraag zo. Maar om te helpen aan de andere kant van de grens, maar voor ons watersysteem moeten wij onze eigen dingen doen en de knop buitenland is een andere knop dan de knop zuiveringen. En zo zijn we ook bezig met de landbouw om te kijken hoe we samen met de agrarische sector op waterkwaliteit in de landbouw kunnen sturen om die te verbeteren, want dat zijn allemaal bijdragers die er toch nodig zijn om tot het doel te komen. Wanneer hagen. Minder dan 2% aan waterkwaliteit en ecologie. Ja, u heeft die opmerking eerder gemaakt. Toen heb ik u geprobeerd uit te leggen dat u dat niet helemaal goed interpreteert, dus ik zal graag het nog een keer proberen. Niet omdat ik de wijsheid in pacht heb, maar de jaarrekening 2024 en de begroting 2025 zit daar anders ten opzichte van elkaar in elkaar. In de jaarrekening 2024 vindt u nog een hele hoop brekenstelprojecten op programma 2 en niet op programma 3. Dat was een erfenis uit oude begrotingen. Dat betekent dat als u daar gaat kijken wat we investeren aan bekerstijl aan vistrappen en dat soort zaken, vispassages bedoel ik in brede zin, dan ziet u dat daar veel meer geld aan uit wordt gegeven, maar dus ook heel veel meer uren en andere inzet zit als dat u in de oude begroting op programma 3 terugvond. In de begroting 2025 is dat gecorrigeerd, want we hebben toen, toen we dat constateerden, een paar jaar geleden hebben we gezegd, laten we wachten tot we één nieuwe begroting moeten maken en dat we gelijk meenemen in de hersteloperatie. Dus ook niet eens met uw stellingname. Het lijkt erop van, we doen maar even niets. En, het is juist zo en bij bespreking van dat verhaal van de KRW impulsen te zien dat we op heel veel vlakken juist intensiveren in toezicht en handhaving, want dat zit ook in de KRW impuls in waterkwaliteit in monitoring. Op heel veel onderdelen en we doen dus veel meer. En wat de heer Breugelmans gaf het ook al aan, de kadernota is de plus op de begroting van de dingen die we al doen. Welke dingen we extra willen gaan doen, dus ik vind dat een niet juiste aanname als u zegt van het lijkt alsof u dat maar even niets doet. Alleen we moeten wel realistisch zijn en we weten, we zullen niet alles kunnen realiseren wat we graag zouden willen voor eind 2027. Hoensbroek heb ik het over gehad en het uitruilen van de variant heb ik het ook over gehad en dat lijkt me dan de beantwoording van u. Het abonnement van de Partij voor de Dieren moet even voor mijn neus zien te krijgen. Ja, ik heb in feite daar al op gezegd van we hebben gekozen voor de realistische scenario's. U kunt als AB kiezen voor de andere scenario's, dan legt u dat bij ons neer. Dan zullen wij moeten aangeven wat wel en niet haalbaar is. Dat zullen we dan in de begroting gaan doen. En u weet dan ook dat u te maken krijgt met extra kostenstijgingen. Ook al vindt u het kleine bedragen. Als je al die kleine procenten bij elkaar optelt, wordt het toch weer de moeite waard. Laat ik duidelijk zijn voor de waterketen, helpt u mij niet. Want we zitten daar in het optimale scenario op dit moment met wat we kunnen. Als ik geen onderzoeken gedaan heb in Hoensbroek kan ik niet verantwoord gaan investeren en ik pas ervoor om met een voorstel te komen om 20 miljoen in zandfilters te investeren, waarvan we dan een paar jaar later zeggen van sorry, maar het was slimmer geweest nu die 20 miljoen anders te doen. Dan doe ik de onderzoeken na de investering en dat vind ik geen goed bestuur.
Ook, voorzitter. Begrijp ik de motie van BBB+. Jullie willen toch eigenlijk zorgvuldig te werk gaan richting de begroting 2026 om eens echte risico's in beeld te brengen van stel dat we zaken niet doen, of wel doen, dat je daar echt een keuze in kunt maken. Maar wij doen op dit moment ook al heel veel en we proberen ook zaken versneld uit te voeren. Ook met name de motie wat vorig jaar zijn ingediend. Wij zijn iedere dag bezig om te kijken van hoe krijgen we het watersysteem robuuster. Zeker met deze klimaatverandering zullen we ook moeten kiezen voor dynamische watersystemen. Ja, en ik denk ook dat, sprekende namens HTTB, dat we de motie kunnen ondersteunen. Dus zover voorzitter.
Legt de lat meteen wel hoog natuurlijk. De vraag met betrekking tot het waterbeheerprogramma en de Blauwe Kompas en ik herhaal even de vragen: zit het niet in de reguliere bedrijfsactiviteiten en waarom is er extra geld nodig? Ik kan het niet mooier maken dan dit is, maar het WBP is voorheen altijd als een incidenteel traject gedaan, dus er zijn geen middelen dan wel capaciteit opgenomen in de reguliere bedrijfskosten. En dit is nou juist het verbeterpunt met betrekking tot de voorgaande periode. We willen dat niet meer incidenteel doen om de zes jaar, maar zorgen dat je dit structureel borgt in de continuïteit erin hebt en dat je ook elk jaar monitort en evalueert of dat nog op koers zit met het waterbeheerprogramma. En in de vraag is ook aan de commissie gekomen van ja, kunnen we die Blauwe Kompas er niet uitslopen? Links of rechtsom ga je de discussie krijgen richting het waterbeheerprogramma over de strategische keuzes die we maken. En dan komt toch de vraag naar boven en wat is dan onze visie? En juist die Blauwe Kompas is bedoeld om met elkaar eerst de horizon vast te stellen om vervolgens de vertaling te kunnen maken in strategische keuzes in een waterbeheerprogramma. En onze laatste visie met betrekking tot waterbeheer stamt uit 2020. Dus het is niet iets nieuws wat we gedaan hebben, maar wat wel vraagt om actualisatie. Tot zover.
Dank u wel, dan ga ik naar mevrouw Van Wersch. Zou u ook in uw betoog de motie willen meenemen van mevrouw Hilders en ondertekend door de Partij voor de Dieren?
Zeer zeker, dank u wel. Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Hilders kan ik mededelen dat op 6 juli 2022 een AB-besluit genomen is waarin onder andere ingestemd is met de governance, inclusief de voorgestelde vertegenwoordiging vanuit het DW. Het geven van het benodigde mandaat aan het DB om de middelen, zoals genoemd onder de onder d, op zorgvuldige en gefaseerde wijze beschikbaar te stellen aan het programma Waterveiligheid en Ruimte in Limburg, onder voorwaarden die in een overeenkomst zullen worden vastgelegd en waarbij door middel van de PNC-cyclus hierover gerapporteerd wordt aan het AB. Daarnaast is het zo dat de provincie Limburg de hostorganisatie is om water, veiligheid en ruimte goed te laten verlopen en ook om een samenwerking vorm te geven tussen de partijen provincie Limburg, gemeente en Waterschap Limburg. De Gedeputeerde Staten hebben eigenlijk aangegeven dat ze hun bevoegdheden over willen dragen aan een toekomstige bestuurscommissie. En dat is inmiddels ook gebeurd. De bestuurscommissie zelf is nog niet geformaliseerd, maar dat gaat wel geformaliseerd worden. En Waterveiligheid en Ruimte, dat heb ik hier eerder in de vergadering ook al een keer geduid, die rapporteert aan alle partijen en aan de provincie Limburg om verantwoording af te leggen. En die 300 miljoen, die zijn niet van Waterschap Limburg. Ik kan het niet nog een keer meer benadrukken. Ze zijn niet van Waterschap Limburg, waarvan het rijk en wij laten ook in die rapportages zien waar die middelen dan aan besteed gaan worden en de besluitvorming daarover. Ik denk ook goed om hier nog een keer te bevestigen. Dat hebben we ook al gedaan in de themabijeenkomst waarin we weer al goed uitgelegd hebben, vorig jaar 4 september. Die ligt niet bij het algemeen bestuur, maar bij de gezamenlijke partijen. De middelen die staan bij de provincie Limburg op de rekening en die worden uitgegeven via een SPUK, specifieke uitkering. Dus dat voor wat betreft de vraag en opmerking van mevrouw Hilders. Dan ga ik even naar de motie, mevrouw de voorzitter. Ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast was door de motie als het gaat om het verzoek aan het DB en de vragen die daar geformaliseerd zijn, waarvoor mijn complimenten. Inhoudelijk gezien denk ik dat het goed is om de vragen te stellen en ook dat wij als dagelijks bestuur hier antwoord op gaan geven conform het verzoek van de AWP. En ik dacht ook de Partij voor de Dieren als het gaat om dat ook te doen voorafgaand aan de meerjarenbegroting en het AB-vergadering daaromtrent 2026-2030. Dus ik zou de vergadering willen adviseren om de motie te omarmen, te steunen zou ik willen zeggen, met de complimenten aan de AWP voor de opstellingen daarvan.
Dank u wel. Dan heb ik nog van Waterbelang de vraag gekregen over personeel en de presentatie naar buiten toe. U weet dat ik voorstander ben van het strategisch personeelsplan, maar door capaciteitsgebrek zijn we daar dit jaar nog niet aan toegekomen. Dan kan je heel goed zien waarin door een uitstroom naartoe gaat, dus ik hoop dat volgend jaar wel op een eerste tranche te kunnen presenteren. En op uw vraag hebben we teveel mensen op de verkeerde plekken, kan ik ook geen antwoord geven omdat we bij de integratie van beide organisaties mensen hebben geplaatst op de functies die ze vooralsnog hadden. En nu begint de start van zitten de mensen op de goede plekken. Hoe ziet onze organisatie voor de toekomst eruit voor ons personeel? Waar willen we wel inhuur? Waar willen we het zeker niet? Dus we staan aan de vooravond van die vraag. En of we meer personeel willen of moeten hebben, dat is altijd de vraag. Helemaal in deze krappe arbeidsmarkt, dan wil je op sommige plekken juist meer personeel boven je formatie zitten, omdat je weet dat je uitstroom groot is en daar een kans is. En op dit moment spreken we ook met een aantal partijen en de opleidingen om te kijken of we niet op enigerlei wijze eigen mensen op kunnen leiden of gezamenlijk een plan kunnen maken voor het opleiden van mensen die als trainees of stagiairs of werk en scholing tegelijk in onze organisatie instromen. Dus aan alles denken wij, maar van het denken moet het nu naar een plan en dan het doen. En daar hebben wij helaas nog geen capaciteit voor. Dit is er zo één op een plek waar we zeggen, we hebben een hoog omhoog in het wensenlijstje staan waar wij komen daar graag volgend jaar bij de begroting op terug. En dan kan ik ook een plan presenteren en dan gaat die naadloos over naar de begroting. Op uw vraag presentatiegeld geven we niet teveel uit op onze performance naar buiten. Dat valt wel mee, want wij hebben nog steeds de huidige logo's die we hanteren. We zijn niet overgegaan naar een nieuwe huisstijl, dus daar zijn wij sober en daar komt hij dolmatig in. U heeft wel gemerkt dat wij op de stem van het water en dat heeft u ook gemerkt op uw AB tweedaagse. Graag meer aandacht willen, dus u ziet ons motto regelmatig samenleven of leven met water en het zijn van de stem met het water en dat proberen wij wel via u, maar ook via onze uitingen naar buiten toe goed te verwoorden. Maar dat is u vast al opgevallen. Zover mijn beantwoording. Ik kijk nog even naar mijn linker buurman, want die had het gevoel dat hij niet heel veel recht had gedaan aan de motie ten behoeve van de kadernota zoals LV50. De heer Noteborn had gevraagd. Meneer Breugelmans.
Ja, ik denk dat ik in mijn beantwoording wel in lijn van deze motie een aantal zaken gezegd heb en die duiden er ook op dat wij in feite mee kunnen gaan in deze motie. Aan de andere kant, het is een bevestiging ook van wat we al voornemens zijn om te doen en wat we besproken hebben met de Commissie BNV.
Dan, kijk ik naar de tijd. Het is 11.15 uur. U wilde een schorsing en nog even met elkaar over de moties en het amendement spreken. Heeft u een voorstel? Anders wil ik het na een kwartier zetten, maar misschien is dat te krap. En het ijsje staat klaar. Kijk, kwartier, 20 minuten. Zou ik fijn over half 12 u graag weer hier zien. U krijgt iets meer tijd. Komen jullie weer terug naar de zaal? Kunnen we weer beginnen? Kunnen we weer beginnen?
Beste mensen. Ik heb de broodjes even in de koelkast gezet, dus we gaan iets later beginnen met de lunch. Ik zie dat de heer Harrie Vermeulen ook aanwezig is. Die was al eerder aanwezig, maar ik heb u nog niet benoemd voor het verslag dat u ook aanwezig bent voor deze vergadering. Hartelijk welkom. En ik ga de tweede termijn starten. Wie wil als eerste het woord? Meneer Haagen, meneer Beckers, heer Noteborn, heer Freij, Lacroix en Hilders. Dan begin ik bij de heer Haagen, gaat uw gang.
Dank u wel, voorzitter. Ik wil even reageren op het antwoord van de heer Jansen omtrent de watersysteemprojecten waarin ik in eerste termijn aangaf. Eigenlijk gaan ze gewoon niks doen en hij zegt, nee, dat is helemaal niet waar. Maar als ik dan lees bij lage variant en nu zal ik het even letterlijk voorlezen. Deze aanpak omvat geen formatieve uitbreiding, waardoor ongeveer 20 projecten, met name binnen KRW en Assetbeheer on hold worden gezet. Dit brengt aanzienlijke risico's met zich mee, zoals het niet naleven van bestuurlijke afspraken, WBP en landelijk KRW een verhoogd risico op juridische procedures. En dan denk ik, waarom zou je in godsnaam daarvoor kiezen? En de semi-lage semi-hoge variant die ongeveer even duur zijn. Dat vind ik ook nog zo grappig. Die geven wel de mogelijkheid om 3 STE aan te stellen en daarmee in ieder geval een stap te maken om projecten binnen het watersysteem uit te voeren. En hetzelfde geldt een beetje over de waterketeninvestering. Inderdaad, de heer Jansen meldt, het is niet verstandig in Hoensbroek te investeren. En we doen al best wel veel, maar in 2025 zijn de investeringen teruggebracht. In de voorjaarsnota heb ik dat gelezen van bijna 22 naar 10,5 miljoen, dus ja. Misschien moet er toch eens kritisch gekeken worden naar de keuze die in dit geval gemaakt is door de portefeuilles en de DB. En ook hier geldt dat de semi-lage variant bij waterketenprojecten ongeveer evenveel kost. Exact evenveel kost als de semi-hoge variant. Maar wat zie ik bij die semi-lage variant waardoor tot mijn ontzetting gekozen is? Dat namelijk 28,3 miljoen doorgeschoven wordt naar 2028. Ten behoeve van Amerika die in de jaren daarvoor en dat is onverstandig en in de semi-hoge variant, is het zo dat die gelden beter verdeeld worden, waardoor in 2027 10 miljoen en in 2028 15,1 miljoen wordt besteed. Dus ik denk dat hierover niet goed nagedacht is en ik hoop dat het DB bereid is om conform ons amendement dit aan te passen.
Ja, dankjewel voorzitter. Ja, ik moet toch meer vrije kans geven om nog zich te kunnen revancheren, dus ik begin met Aristoteles. Twijfel is het begin van alle wijsheid. Voorzitter, dank voor de beantwoording van de vragen en voor de toezeggingen. Onze vragen zijn voldoende beantwoord en ons onderstrepen dat de keuze, zoals de portefeuillehouder dat verwoordde, de keuze om dingen anders te gaan doen, vraagt om zorgvuldige afweging. Wat is het doel op lange termijn en wat moeten we daarvoor op korte termijn gaan doen? Wat gaan we in 2026 doen om te onderzoeken om helderheid te krijgen wat we vanuit de toekomst moeten doen om een robuust systeem in stand te houden? Een uitstekend uitgangspunt. Zoals in mijn eerste bijdrage, scenario E is de richting en wat ons betreft moet dat dus scenario E min worden. En de opmerking over de maximale inspanning passend bij wat de organisatie aankan en met name ook de toelichting op onze vraag door de voorzitter geeft aan dat we niet meer moeten doen dan de organisatie aankan. Met name gericht op continuïteit. De kadernota is al de plus op de begroting 2025. Een extra plus past niet bij de capaciteit van de organisatie. Het DB vraagt dan ook de ruimte om een realistische begroting op te stellen. En dan komt er weer een Goethe. In dit geval: wijsheid kan alleen gevonden worden in waarheid. Waterbelang wil het DB daarin steunen, alleen in een drietal moties en een amendement voor. De motie governance structuur van AWP, die kunnen wij zeker steunen en die dienen we ook graag mee in. De motie vermindering toename lastendruk, die dienen we mee in. De motie van BBB semi hoge variant als het beest watersystemen vraagt om een onderzoek naar de risico's en de gevolgen. Die dienen we ook mee in. En het amendement van Partij voor de Dieren semi lage variant kaderrichtlijn water keer de projecten staat haaks op onze opvatting zoals verwoord in mijn eerste termijn. Het DB doet al het maximaal haalbare en dat is al een plus in de lage variant. Tevens leidt de voorgestelde variant tot een stijging van het benodigde belastingvolume en dat is wat we niet willen en er is geen dekkingsvoorstel. Wij stemmen dus tegen dit amendement. Tot zover mijn tweede termijn.
Dank u wel, dan ga ik even weer terug naar de heer Hagen. Kunt u ook aangeven op welke moties waar u zelf niet ondertekend heeft van aangeeft dat u uw partij daarin meegaat?
Wat betreft de motie van LV50, BBB+, Waterbelang, Water Natuurlijk, zie ik eigenlijk geen meerwaarde daarin. Ze bevestigen gewoon: oké, de kadernota zit wel goed in elkaar, maar let op de centjes en zorg dat de belastingbetaler niet teveel op zijn brood krijgt. Nou, ik denk dat dat in de kadernota genoeg is neergelegd en ik denk ook dat in de beantwoording door de verschillende portefeuillehouders daar ook steeds op benadrukt is. Dus die motie hoeven wij niet te ondersteunen. De motie van de BBB+ ondersteunen wij van harte. Er zal wel degelijk meer gedaan moeten worden aan watersysteemprojecten en ik hoop dat het er ook van gaat komen. En de motie van de AWP die wij samen hebben ingediend? Ja, het is natuurlijk belangrijk. In die motie wordt gevraagd te onderzoeken wat er verandert door de instelling van die nieuwe bestuurscommissie WRL. En natuurlijk is het belangrijk dat onderzocht wordt wat dat betekent, ook voor WL, en ik ben blij dat de portefeuillehouder mevrouw Van Wersch deze motie ondersteunt.
Ja, dank u wel, voorzitter. Het amendement zullen wij niet steunen. Dat staat inderdaad ook haaks op wat wij beogen als fractie. De motie van het AWP dienen wij mee in. En de motie van de BBB+ zullen we ook mee indienen. Dank u wel.
Emmanuel Kant die zei: "Het is moedig om met onzekerheid te leven en toch zelf te denken." Ten aanzien van de amendementen en de moties, voorzitter. Ja, het amendement van de Partij voor de Dieren hebben we mede ingediend en spreekt ons zeer aan. Maar de beantwoording van de portefeuillehouder brengt ons toch in een wat lastig parket, want ondanks het gepassioneerde betoog van de heer Haagen, zegt de portefeuillehouder: "We doen alles wat we kunnen en we zijn beperkt door de omstandigheden die buiten ons liggen en ook letterlijk buiten liggen." En voor beide valt wat te zeggen. Onze fractie is van mening dat wij, ook getuige onze eerste termijn, die ambitie wel moeten blijven koesteren en blijven daarom ook het amendement steunen. Dan de motie van LV50. Ik gaf in eerste termijn al aan dat wij dat een heel redelijk voorstel vinden en dat je altijd dit soort oefeningen moet doen. Dus wij blijven dat steunen. De motie van de BBB+ kunnen wij ook steunen. Die is bijgesteld en ons eerdere vraagteken is daaruit verdwenen. En tot slot de motie van ABP. Dat zijn zeer legitieme vragen. Ze zijn bovendien al omarmd door de portefeuillehouder. Er was alleen een klein punt dat bij ons in de fractie wel tot verwarring leidde. Er staat boven de motie dat het over government gaat en volgens ons is daar governance bedoeld en daar is wel een aanzienlijk verschil tussen beide. Maar ik denk dat de indiener dat dadelijk wellicht eventjes bijstelt. Tot zover, voorzitter.
Ja, dank je wel, voorzitter. Allereerst, ik geniet van de pleidooien die de heer Beckers en de heer Freij naar elkaar toe uitspreken. Mijn hartelijke complimenten. Ik ga dit die graven zelf had, maar dat zit er voor mij wat betreft er niet in. Maar we zijn ook inhoudelijk gecharmeerd van de inbreng van Waterbelang. En wij steunen hun verzoek om de hele Kadernota sober en doelmatig in te vullen en te kijken wat haalbaar en betaalbaar is. Dus wat dat betreft realisme ook van onze kant richting het pleidooi van de heer Beckers. Wat de moties betreft, het amendement van de Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk, die steunen wij niet. De motie van AWP met de governance-structuur omarmen wij ook. Die zullen wij steunen. De motie van LV50, die gaan we samen mee indienen, dus ook onze steun. En ik wil de portefeuillehouder danken voor onze eigen motie en ook de andere partijen die deze motie steunen en zelfs mee willen indienen. Hartelijk dank en ook dank dat DB deze omarmt en dat we beter inzicht krijgen in de investeringsstructuur als we voor de laagste variant kiezen ten opzichte van de hoogste variant. Nog één opmerking richting de Partij voor de Dieren. Dat is volgens mij wel een wezenlijk verschil tussen de Kaderrichtlijn Water, het watersysteem en het gewone normale waterassetwatersysteem, dus daar zit wel een nuance in. Maar we zijn toch dankbaar voor uw steun. Dank u wel, voorzitter.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik wil allereerst de portefeuillehouder bedanken voor haar positieve reactie en dat ze de motie omarmt. En ja, heel, heel plezierig. We hebben ook ons best gedaan om een redelijk neutraal op te stellen, zodat er nou, dat is gewoon belangrijk. Ik bedank ook de mensen van Waterbelang en van LV50 en ook van BWB dat ze positief zijn over de motie zelf. Hebben wij mee ingediend. Het amendement van Partij voor de Dieren, even kijken dan van LV50 de motie en we kunnen ook toevoegen dat we achter de motie staan van BBB+.
Ja, om aan te sluiten bij de passie van de heer Age. Die heb ik ook voor het onderwerp, maar ik heb ook het realisme nodig om te kunnen besturen. En als u dan zegt, er is niet goed over nagedacht, dan doet u de organisatie in ieder geval tekort en ook het bestuur denk ik, want anders hadden we dit voorstel niet gedaan. De investeringen van de RWZI's, de bedragen die u noemt, zijn gekoppeld aan de verschuivingen. Die heb ik straks proberen toe te lichten. Hoensbroek naar achteren, groot bedrag wat naar achteren gaat, daar een lager bedrag in verschillende begrotingsjaren, andere verschuivingen, zuiveringen naar voren, projecten naar voren halen. Venray, Meijel. Dat betekent dat we dus gekeken hebben, wat zijn de investeringen voor die verschillende projecten? Wat heeft dat voor effect? En u ziet dat dit effect heeft natuurlijk ook effect op de kostenstijging of daling. In dit geval levert dat een daling op van het begrotingsvolume wat nodig is. Kiezen voor een ander scenario bij de zuiveringen heb ik proberen duidelijk te maken, dient voor mij geen doel omdat ik in Hoensbroek eerst moet weten, wat is de beste oplossing? En daar zit het grote geld van deze investeringsjaren. De eerste jaren alle andere zaken zitten in assets vervangen, enzovoorts. Zaken die we al in gang hebben gezet. 1/3 reactor in Weert en dat loopt allemaal al. Ten aanzien van de keuze lage variant voor de watersysteemprojecten. Op dit moment is dit nog de beste keuze, maar er wordt nog gewerkt aan een concreet voorstel voor de invulling van deze keuze. Wat betekent dat voor de individuele projecten? En ik zeg u toe dat ik daar ga zoeken naar het randje, dat wil zeggen. Wat kan allemaal wel om te zorgen dat zoveel mogelijk gereed is in 2027? En als dat consequenties heeft, dan zullen we dat via de bestuurlijke lijn weer in beeld brengen. Dat was het, voorzitter.
Dank u wel. Kijk nog heel even naar links en naar rechts of er behoefte is. Misschien heb ik nog even een behoefte aan de reactie van de heer Beckers, die zegt: fijn als we realistisch gaan plannen richting de begroting wat betreft personeel. Daar komen wij op terug bij de feitelijke begroting en dan zullen we u inzicht geven in de realiteit van de opgaves die we met elkaar willen waarmaken. Dan ga ik over tot het vaststellen van de kadernota, maar dat doe ik in de volgorde door eerst het amendement in stemming te nemen, dan eventueel het geamendeerde voorstel en dan de moties. Ik heb gekeken naar uw voor- en tegenstemmen, dus ik kan het opnoemen, maar u kunt ook uw hand opsteken. Wat wenst u? OK, wie is voor het amendement? Eén. Ging je verkeerd? Eén. Nog even de hand. 1, 2, 3, 4, 5, 6. Wie is tegen het amendement? Eén. Wat doet u nu? Geen stemming?
Maar ik heb u net niet meegeteld. Nee, maar geen stemming kan niet? Oké, tegen 12, 3, 4, 5, 6, 7, ik hoor rechts 18. 6 voor, 18 tegen. Daarmee is het amendement verworpen. Dan ga ik naar het stuk en het stuk vraagt om in te stemmen met de uitgangspunten en keuzes zoals opgenomen in de Kadernota 2026 en deze als basis te nemen voor de uitwerking van de begroting 2026. Het tweede voorstel is het dagelijks bestuur opdracht te geven om de keuzes en varianten zoals opgenomen in scenario E verder te detailleren en financieel te verwerken in de begroting 2026. Wie is er voor? 22 voor, 2 tegen. Ja, 22 voor, 2 tegen. Dan ga ik naar de motie. De eerste motie is van de AWP voor water, klimaat en natuur en die ziet u in uw documenten bij 4.4.5. Wie is er voor deze motie?
Ja, governance en niet governance, hoewel ach, daar kunnen we ook onderzoek naar doen. Dat doen we de volgende keer. Wie is er voor de motie 445? Ik zie een algehele stemmen, dan is die aangenomen. Dan gaan we naar de motie 446. Wie is voor deze motie? Graag hoger uw hand op. Ik weet, het is rekken en strekken zo maar. 22 voor en ik kijk naar de Partij voor de Dieren. Twee tegen, dan gaan wij naar de motie 447. Wie is voor deze motie? Algehele stemmen, dank u wel. Dan kan ik u feliciteren met de kadernota vaststelling en ik kijk even naar de vergadering. Wilt u een broodje pakken? Wilt u door? Ik weet niet waar u nu op gaat knikken. Wilt u wilt u door of ja u?