Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Ja, nee, nee, nee. Het is eigenlijk een bespreekstuk. Ter correctie, bespreekstuk. Inmiddels, meneer Vermeulen, zijn de antwoorden op de vragen waar u naar vroeg in iBabs geplaatst. Die waren inderdaad niet bijgevoegd, met excuses, maar als het goed is, vindt u ze nu in iBabs. Oh. Ik heb
Heb dat antwoord gekregen, maar daar was ik op zich niet tevreden over, want de feiten stelt het DB gewoon. We stellen het niet aan de orde. Het gaat over een verordening van twee jaar geleden die het AB toen niet vastgesteld. Maar het is wel zo dat er inmiddels. Misschien wilt
Dank u wel. Dan gaan we naar agendapunt 3.2, de begroting. Ook hier is vooraf voldoende gelegenheid geweest om de technische vragen in ieder geval te stellen. En maak ik een rondje met het verzoek om inderdaad weer het paginanummer bij de vraag te benoemen en ga ik kijken wie het woord wil. Ik zie mevrouw Beeren als eerste omhoog en dan gaat zij ook dadelijk als eerste beginnen. Dan ga ik zo om. Dat is de heer Voesten, mevrouw de heer Van der Staak, ja Driessen, mevrouw Heeze, ja Quaedvlieg, Tielen en mevrouw. Dan beginnen we bij mevrouw, oh, die had ik nog niet gezien. Ja. Mevrouw Beeren, u heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, dank voor de mooie stukken. Ik was prettig verrast door de leesbaarheid. Het is wel eens anders geweest, dus ga zo door. Maar ik heb dus nog een vraag over de gestelde technische vragen. Ik denk dat men het over het hoofd heeft gezien, die vraag, want het stond uit drie vragen en dat was de vraag van: Waarom gaan wij niet samen met de provincie een beleid ontwikkelen voor hergebruik van industrieel onttrokken water? Als u daar nog een antwoord op zou kunnen geven. Ja, dan ga ik door naar de riooloverstortingen, de lozingen. Ja, dat is voor de meeste wethouders niet echt sexy. En voor de gemeenteraadsleden al helemaal niet, die weten dan van toeten noch blazen af. Zo weet ik gewoon uit eigen ervaring. En ik had zo'n idee op welke...
Gewoon 3.1.5 riooloverstorten lozingen. Ik heb daar eigenlijk geen specifieke vraag over, alleen eigenlijk een opmerking waar we misschien iets mee kunnen doen. Omdat het merendeel van de gemeenteraadsleden, 98%, die weet toeter nog blazen van wat het waterschap doet. Dat is een onbekend iets. Is het mogelijk om? Het zou ons misschien kunnen helpen om een soort informatieboekje digitaal te maken waarin staat wat wij allemaal doen. Ja, ik ben weer moeilijk aan het doen. Nee, nee, u
Ja, voor de niet echt een boekje. Het kan twee pagina's zijn, zodat de gemeenteraadsleden weten wat het waterschap doet, wat de opgaven zijn en wat de gemeenteraadsleden zelf bij hun wethouders kunnen aankaarten. Want de wethouders die interesseert het, u zegt.
Hadden we tijdens het fractieoverleg vanmiddag nog een vraag over medicijnen, maar die is zo technisch. Mevrouw Jacobs, die kwam daarmee en we hebben geadviseerd om dat schriftelijk te doen, dus die krijgt u schriftelijk van ons tegemoet. Fijn.
Ja, ik had eigenlijk alleen maar een algemene vraag. Ik zie in de begroting nergens iets staan over de norm, één op 100, die landelijk is vastgesteld voor regenbuien. En ik zou die ook graag in de begroting gezien hebben, maar daar zie ik helemaal niks over. Dan ga ik...
Drie vragen. De eerste vraag, pagina 25: u stelt dat er in Limburg vele momenten zijn dat de 200 mm neerslag in enkele dagen kan vallen. De vraag is, kunt u concrete voorbeelden geven? Noem me in Limburg waar dit de afgelopen vijf jaar is gebeurd in enkele dagen, 200 millimeter. Er is slechts één plek waar het in 2021 is gebeurd. En met de opmerkingen, doen we aan klimaathysterie of blijven we gewoon bij de echte cijfers? Op pagina 26 is de vraag hoe is vastgesteld dat de structuur van landbouwbodems is verslechterd? En op pagina 26, met betrekking tot de beekdalbrede benadering: wat is breed in dit verband en is daarin een concrete maat voor te geven? Ik ga...
Ja, dat is ook naar aanleiding van pagina 26. Daar gaat het over die beekdalbeekverbreding. Mijn vraag is eigenlijk: is het niet verstandiger om eerst te overleggen met de eigenaren die daaruit zijn, zodat die gronden verworven worden voordat we het plan dan ook echt uitvoeren? Want anders ben je wat aan het plannen, maar heb je de gronden niet en kun je het niet realiseren. Ik zou eerst dan kiezen voor dat de gronden beschikbaar zijn. De vraag.
Dank u wel, voorzitter. Ja, ik vind het wat mevrouw Beeren aangaf een heel goed idee om de raadsleden te leren of een beetje wegwijs te maken met het werk en de opdrachten die het waterschap allemaal vaak in samenwerking met de gemeente doet. Dus heel goed idee, sluit ik me zeker bij aan. In de begroting hebben we op pagina 26 de eerste vraag. Er worden op pagina 26 voorbeelden genoemd om meer water te conserveren. Het gaat vooral om landbouw en stedelijk gebied. Natuurgebieden worden vreemd genoeg niet genoemd. Nu zijn er in onze natuur- en bosgebieden tal van beken waar geen stuwen in staan op plekken waar die wel effect zouden hebben, tenminste onze ervaring in de praktijk. Als ik een voorbeeld moet noemen, kan dat ook. De vraag is, klopt het dat de terreinbeheerder alleen stuwen op plekken wil hebben waarvan zij vinden dat dit kan en dat de meeste beken gewoon 365 dagen per jaar water blijven afvoeren, omdat men vindt dat de ecologie belangrijker is dan droogte? Moet ik duidelijk bij aangeven dat dat mijn aanname is. En hoe gaat de portefeuille hiermee om? De andere vraag is op pagina 32. Houdt stuwbeleid ook rekening met natuurgebieden? Wat is de visie van de portefeuillehouder op het vasthouden van water in landbouwgebied versus natuurgebied? Geldt hier ook niet: vasthouden als het kan, afvoeren als het moet? Dat is de vraag. Dan hebben we op pagina 32 naar aanleiding van peelbeheer. Bent u het met BBB+ eens dat er met betrekking tot de afstemming tussen weersverwachting en wateraanvoer in de Peelkanalen Noordervaart verbeterpotentieel aanwezig is en zo ja, welke stappen worden op dit vlak gezet? En dan heb ik nog een andere vraag. We begrijpen dat stuwen op zomerpeil staan in verband met droogtebestrijding. De eerste vraag is dan: normaal gaan stuwen half oktober omlaag in verband met winterneerslag. We hebben nu te maken met extreem nat weer en de voorspellingen geven weinig goeds. De vraag is, zijn wij juridisch aansprakelijk voor schade omdat we afwijken met peelbeheer zonder dat we hierover gecommuniceerd hebben met aangelanden? En de andere vraag is voor de tweede ronde. Dank u wel, voorzitter. Nou, Beeren eerlijk, sorry. Nou, nee.
De voorzitter, allereerst wederom dank voor de snelle beantwoording van de technische vragen. En ook hier willen we weer onze complimenten maken voor de begroting, hoe het stuk is opgebouwd inhoudelijk als ook qua logische opzet en opbouw en indeling. Alhoewel, ja, hier ook weer opmerkingen zijn met betrekking tot onze, ja, de kleuren die gehanteerd worden. Maar goed, dat wordt dan gewerkt. Tenminste, ze is mij gezaar inhoudelijk. Nou, we snappen dat we met zijn allen verantwoordelijkheid moeten nemen en dat we ook moeten balanceren met lef om eens even wat citaat te noemen. De uitdaging is nu om weloverwogen keuzes te maken om voor de volgende generaties zekerheid en veiligheid te bieden op het gebied van waterbeheer. En dat doen we inmiddels diverse investeringen ter grootte van bijna 56,5 miljoen. En de reguliere werkzaamheden binnen onze begroting, die met 45 miljoen is toegenomen. En ja, dat is allemaal noodzakelijk vanwege de bekende externe factoren. Ja, en dat dat zijn weerslag vindt in de trieste verhoging is duidelijk en noodzakelijk. En voor de vaderas is de begroting wat ons betreft duidelijk en we zullen dan ook akkoord gaan met deze begroting als God voor de boeg.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb een tweetal vragen. Allereerst, bladzijde 32 onder punt 2.3: in 2027 onttrekken we minder water dan door de neerslag wordt aangevuld. En daarop zijn al technische vragen gesteld. En in antwoord op het antwoord dat daarop is gegeven, heb ik een vraag: gezien er nu al jaren toenemende droogte is, kunnen we niet wachten op de beleidsuitwerkingen die voor de komende jaren aan bod komen en moeten we wat Water Natuurlijk betreft per direct starten met het meenemen van de verdamping in de berekeningen? De benodigde informatie en scenarioschetsen zijn volgens ons voorhanden om de voorziene verdamping op te nemen in het beleid. Enkel kijken naar neerslag is achterhaald en zal de problematiek rondom de droogte alleen maar vergroten. Daarop ontvangen we graag uw reactie en daarnaast horen we graag welke doelen er zijn voor 2025 en 2026. En op bladzijde 33, bij investeringen worden een aantal beekmondingen genoemd die hersteld zijn of worden. En mijn vraag daarover is: hoeveel beekmondingen zijn er op dit moment al gerealiseerd en hoeveel moeten er nog gerealiseerd worden? Dank u wel.
Voorzitter, voorzitter, ik heb een aantal vragen. Mijn eerste vraag gaat over de rol van het waterschap in het programma klimaatadaptatie op bladzijde 26. Het waterschap kiest een aanjaagrol en biedt ondersteuning waar het kan. Het nadeel van deze rol is dat het waterschap afhankelijk is van anderen. Als anderen het niet oppakken, dan staat het waterschap met lege handen. Denk bijvoorbeeld aan de stimuleringsregeling water vasthouden die voor zover mij bekend is, niet is opgestart. Past een regierol niet beter bij belangrijke onderwerpen zoals water vasthouden? Ik zit even.
Ik gaf u de tijd om na te denken. Mijn tweede vraag gaat over droogte, bladzijde 27. In het bestuursprogramma is afgesproken dat een programmatische aanpak droogte en verdroging zal worden opgesteld. Wij hebben de technische vraag gesteld: hoe wordt de programmatische aanpak droogte en verdroging vormgegeven? Water Natuurlijk begrijpt dat extra capaciteit wordt vrijgemaakt voor onder andere kleinschalige droogtemaatregelen en wij vragen ons af: welke zijn die kleinschalige droogtemaatregelen en wanneer mogen we dat programma programmatische aanpak droogte en verdroging verwachten? Dan hebben we een vraag over de grondwateronttrekkingen. Uit de begroting blijkt dat een monitoringsbeleidsplan wordt gemaakt en dat het monitoringsmeetnet wordt uitgebreid. Ik heb niet gezegd welke bladzijde dat is, dat is bladzijde 27. Ik wou
Oké, wij vragen ons af, wat is het doel van het monitoren en het meten van het grondwater? Welke onderzoeksvraag ligt aan het monitoren en het meten van het grondwater ten grondslag? Is dat de vraag, wie onttrekt wat? Wat Water Natuurlijk betreft, kan het grondwater pas goed worden beheerd als deze vraag is beantwoord. Dan hebben we een vraag over de grondwaterafhankelijke natuur. Wij maken ons zorgen over de grondwaterafhankelijke natuur. Deze verdroogt steeds meer en leidt steeds meer schade. De fractie Water Natuurlijk heeft de technische vraag gesteld: werkt het waterschap aan goede grondwaterstanden in Natura 2000-gebieden? Uit het antwoord op deze vraag ontstaat de indruk dat het waterschap zich afwachtend en terughoudend opstelt met het nemen van maatregelen. Wat maakt dat het waterschap zich zo afwachtend en terughoudend opstelt? Wat maakt dat niet meer initiatief wordt getoond in de richting van de provincie? Nee, en dan hebben we nog een vraag over het programma waterkwaliteit en ecologie, of twee vragen.
Een van de doelen van het programma waterkwaliteit en ecologie is het bevorderen van de biodiversiteit. In de begroting wordt dit doel niet nader uitgewerkt. De vraag is, hoe wordt de biodiversiteit bevorderd, welke zijn de doelen en de subdoelen? En dan. En dan de bladzijde 39 over ecologisch maaibeheer. Water Natuurlijk heeft de technische vraag gesteld welk onderhoud en of beheermaatregelen worden getroffen die effect sorteren op de biodiversiteit. Het antwoord is gefaseerd maaibeheer. Wij zijn van mening dat schapenbegrazing eveneens een onderhoudsmaatregel is die biodiversiteit bevordert. En, ik denk dat meneer Wollen de vraag al voelt aankomen, hoe staat het met het onderzoek naar de schapenbegrazing? Dat was
Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraag die betrekking heeft op pagina 46 onderaan. Er staan een aantal punten die te maken hebben met de bevordering van de biodiversiteit en punt 10, 11, 12 en 13 gaan over de aanpak van exoten. En ik vroeg mij af of inderdaad bij de organisatie en bij het DB en de portefeuillehouder bekend is dat er een officieel handelingskader invasieve exoten bestaat. KNW heeft eraan gewerkt met een rapport waarbij steeds 3 stappen worden genomen voor scan, transport, verwerking en recent is daarover een heel interessant webinar geweest waar ik aan deelgenomen heb. En ik vroeg mij af of inderdaad de aanpak van de exoten volgens dat handelingskader van KNW gaat.
Wij in ieder geval 10 minuutjes nu de vergadering schorsen om even de beantwoording af te stemmen onderling. En in de tussentijd, de broodjes zijn er nog niet, zie ik, maar u kunt toch een kopje koffie nemen? We gaan om 10 voor 6 weer hervatten, 10 voor 5 ja. Dames en heren, als u weer uw plek in wil nemen. Het zou fijn zijn als we nu even de aandacht bij de vergadering kunnen houden. Dank u wel. Ik ga het ook voor de heer Jansen. Dank u wel en dan heropen ik de vergadering. En ik was eigenlijk ter inleiding, graag een heel kort stukje benoemen en dat is dat we eigenlijk geconstateerd hebben dat het overgrote deel van deze vragen technische vragen zijn. Wij snappen dat, want het is de eerste keer dat u in deze samenstelling aanwezig bent en dat het misschien ook nog wel verwarrend is wat het verschil is tussen technische vragen en andere vragen in het kader van het is een leermoment. Voor de volgende keren merk ik dit gewoon even op. En dan ga ik voor de beantwoording uiteraard weer het woord geven aan de heer Arnold Jansen als eerste. De heer Jansen heeft het woord. Ik
Begin bij mevrouw Beeren-Adriaans die een vraag had gesteld over, als ik het goed begrepen heb, ik kan niet voor anderen praten, het beleid over het ontwikkelen van het hergebruik van industrieel afvalwater. Maar industrieel afvalwater, dat moet naar de zuivering. Dus ze hebben het dan over het hergebruik van effluent. Of zegt u van: het gaat over industriële afvalwaterzuiveringsinstallaties die specifiek voor bedrijven zijn? Dat was even waar wij mee zaten te twijfelen, maar u kunt het vast duiden.
Je hebt Aviko en die gebruikt heel veel water. Je hebt nog een andere groentewasser, die gebruikt heel veel water. Nou, dat water, dat gaat dus rechtstreeks het riool in. Kan daar niet beleid opgemaakt worden dat ze dat zelf zuiveren en hergebruiken? Dat is dus de vraag erachter.
Ik snap nu de vraag. Wij hebben wat wij hebben. U had het over de groenteverwerker. Met die groenteverwerker bijvoorbeeld hebben we aan tafel gezeten om te kijken of zijn water op een andere manier verwerkt kan worden. In dit geval had de directeur daar ook aan gedacht en zei: "Maar mijn aandeelhouders zeggen: ga vooral doen waar je goed in bent, dat is namelijk groente verwerken, en ga geen afvalwater doen. Stem dat met het waterschap af." En dat is ook gebeurd. Waar wij wel op de termijn naar toe willen, en dat zou dus inderdaad ook voor een bedrijf als Aviko kunnen gelden, is dat we met kleinschalige zuiveringen dat afvalwater op locatie zouden kunnen zuiveren of in de omgeving en dan een hergebruiksfunctie. Die hergebruiksfunctie hoeft dan niet bij het bedrijf zelf te zijn. Die kan ook zijn, bijvoorbeeld omdat je in de omgeving veel kassen hebt, en daar kan het gietwater zijn als het aan die eis voldoet. In dat kader gaan wij in Q1 van het komend jaar een kleinschalige zuivering op de zuivering Weert bouwen. Dat gaat WBL nog doen, hè? Want dat is dan nog WBL en daar gaan we kijken van aan welke knoppen we moeten draaien om met deze kleinschalige zuivering afvalwater van een bepaalde kwaliteit te produceren of herbruikbaar afvalwater te produceren. Wat je dan bijvoorbeeld aan die kwaliteit kan zijn geschikt voor de agrarische sector, omdat er dan nog stikstof in zit, wat weer een bemestingswaarde heeft, of als koelwater of iets dergelijks. Nou, dat gaan we uitproberen, dus in die zin zijn we daar mee bezig om uit te vinden hoe we dat slim moeten doen. Want dat we op die manier een hoop water kunnen besparen, wat nu onttrokken wordt aan drinkwatervoorraden, daar ben ik het gelijk met u eens. Dus nu snap ik de vraag. Dit is dan de lijn die we daarin hebben. De heer Van der Staak stelde een vraag: hoe breed is beekdal breed? Nou, zou ik natuurlijk kunnen zeggen, zo breed als het beekdal is, want dat stond al in de naam. Maar de discussie is natuurlijk dat er een minister iets geroepen heeft, 150 tot 250 meter. En wij met beekdalen breder schijn die aanzienlijk die breedte nooit kunnen halen, omdat er stedelijke gebieden omheen liggen of omdat het in Zuid-Limburg ligt, wat in een dal ligt, en waardoor je zegt: dat slaat helemaal nergens op om dit soort maten te noemen. Ik vind de uitspraak van de minister wat dat betreft, die is voor haar rekening. Ik heb zelf de gedachte en ook met de pilot beekdal breed van de Grote Molenbeek wel aanwezig zijn. Wij zoeken de breedte die past in het landschap op dat moment en met de andere activiteiten. Er is een kaart die in het provinciaal waterprogramma zit waar de beekdalen en de natte laag zijn aangegeven. En dat is onze richting. Maar als er in zo'n, ja toevallig, het is een blauwe, een kaart met blauwe zones en gele zones en dat de laagsten zijn geel en blauwe is de beekdal. Maar als er in zo'n beekdal een agrarisch bedrijf ligt, is het heel simpel dat we dat niet onder water gaan zetten. Natuurlijk, dat is heel duidelijk, dus dat bedoel ik met van we zoeken naar de breedte die past bij de omgeving om zo een optimale situatie te krijgen en die optimale situatie heeft te maken met droogtebestrijding en ook met wateroverlastbestrijding, hè, want dat beekdal is ook bedoeld om water te bufferen als het veel regent. En om die beekdalen te realiseren, meneer Driessen, heb je grond nodig, zei u, en hoe doen jullie dat nou op het moment dat wij in de planfase, in de voorbereidingsfase van een plan zitten, dus nog niet, we gaan met een plan naar buiten, maar wel, we gaan nadenken over wat gaan we hier doen? Dan gaan onze mensen in het veld al zoeken naar mogelijke ruimte. En dat werkt de ene keer heel makkelijk en de andere keer helemaal niet. Maar dat is nu eenmaal zoals het is buiten. Maar wij kijken vroegtijdig, zoeken we al naar gronden. Er is binnen de begroting, maar dat is dan even ook technisch als aanvulling, 15 miljoen beschikbaar voor strategische aankopen. En die gronden die daarin landen, die zijn nog niet te koppelen aan een plan, dus dan zitten ze in een strategische voorraad. Maar op het moment dat de plannen gaan uitvoeren, gaan ze daar weer uit. Dus we hebben continu ruimte om grond te kopen eigenlijk. Daar komt het op neer. Mevrouw Hees had het over water conserveren in natuurgebieden. Laten we voorop stellen dat de ervaring die wij hebben met het TBO is dat hun proberen zoveel mogelijk van het gebiedseigen water in een natuurgebieden vast te houden. Maar gebiedseigen water is het water wat daar komt door regen, door kwel. Natuurgebieden vol laten lopen met het water wat uit de stad komt, dat is niet de optie waar iedereen voor gaat. Soms gebeurt dat spontaan, hè, want er gaat wel eens een keer ergens iets over een dijkje heen of over een stuw heen. Maar water conserveren willen we zoveel mogelijk doen in de beekdalen waar het wel kan. Staan er stuwen in natuurgebieden, soms staan er stuwen in natuurgebieden. Maar dat is binnen en ik wil dat niet het natuurgebied noemen, want soms zijn die stuwen juist rondom het natuurgebied gezet om het water vast te houden in het natuurgebied wat gebiedseigen water is. In natuurbeken is het uitgangspunt dat we daar niet stuwen met stuwen, maar dat doen we het met andere maatregelen zoals bouwen met natuur, doen we het met bodemophoging en dat soort zaken om te zorgen dat het water in de natuurbeken zo lang mogelijk vasthouden. Maar in de natuurbeken spelen ook andere belangen. Dat is de belangrijkste, het belang van de beestjes in het water en de visjes in het water. En daarvoor heb ik stromend water nodig en achter een stuw heb ik geen stromend water, maar stilstaand water. Dus die afweging maken we als waterschap heel duidelijk tussen die belangen die er zijn. Dus omgevingsgericht water stuwen, daar zitten ook beestjes in, maar daar leggen we de prioriteit ergens anders. In de natuurbeken, het woord zegt het al, ligt de prioriteit bij de natuur. Ter interruptie.
Allereerst dank, meneer Jansen, voor de uitleg. Maar ja, eigenlijk is dat geen antwoord op de vragen. Is er dan beleid over het water vasthouden in de natuurgebieden ten opzichte van in andere gebieden? En dat is eigenlijk dit.
De heer Tielen. Ik heb het lijstje niet in mijn hoofd meer. Wij hebben een aantal convenanten gehad. We zijn intussen in de derde convenant tussen Rijkswaterstaat en het waterschap over herinrichting van beekmondingen. Er zijn er een heel stel klaar. We zijn ook met een aantal nog bezig, maar ik heb het lijstje niet in mijn hoofd, dus als u het lijstje wil hebben, dan zal ik vragen of men dat lijstje kan maken. Anders kan ik geen zinnig antwoord geven. Dan mevrouw Verheij. Biodiversiteit, de doelen en de subdoelen. De belangrijkste doelen van het waterschap, als het gaat over biodiversiteit, liggen vast in de Kaderrichtlijn Water. En daarnaast hebben we als extra, of ja, hoe moet ik dat zeggen, verdieping meer een aantal soortenbeschermingsplannen. Die hebben we in principe vastgesteld in de vorige bestuursperiode. Dat is voor de gewone bronlibel, dat is voor de beekprik en voor de, ja ja, wat is nummer drie nog eens? Ik denk voor de modderkruiper, maar ik weet het niet zeker de derde, maar die twee weet ik wel zeker. Maar dat is een eigen straatje, omdat we daar heel gericht op sturen, laat ik het zo maar even zeggen. Voor de rest kijken we, als het naar biodiversiteit gaat, voor doelen in alle projecten die we uitvoeren. Of het nu in omgevingsgericht water is of in natuurlijk water, kijken we naar hoe we optimale omstandigheden voor de daarvoor komende soorten kunnen creëren. Dat ligt eigenlijk alvast in de KRW, dus daarom ligt het niet in eigen beleid van het waterschap vast. Dan heb ik ze gehad, voorzitter. Ja, ik dacht.
Meneer Van der Staak, u vraagt van ja op hoeveel plek. Ik kom er voor dat er 200 millimeter regen valt op enkele dagen. Ja, het enige wat bij ons bekend is, is dat in 2021 in Zuid-Limburg geweest. Dat is het enige. De andere vraag wat hij stelt van, hoe kunnen jullie opschrijven dat het die verslechtering is van die van die landbouwstructuur als het gaat over bodem? Ik begrijp uw vraag. In het verleden was het vele malen slechter dan het nu is. Er is een geweldige verbetering gekomen, ook door het rijksbeleid. Het inzaaien van een groenbemester wat verplicht is geworden, ook een andere, een grotere rotatie waar we op dit moment de sector ook rekening mee moet houden. Ja, daar zijn verbeteringen, maar het kan nog altijd beter. We zijn ook samen met de provincie en kijken of we met een masterplan bodem kunnen komen om die bodemkwaliteit. Waar toch eigenlijk alles om draait, want dat is toch het hart van die voedselproductie om te kijken van hoe kunnen wij daar naar de toekomst toe verbeterlagen maken en daar zijn wij mee aan de slag. Ik ben gecharmeerd van de werkwijze van de nieuwe gedeputeerde. Hij heeft een masterplan opgestart met mensen van het waterschap, maar ook van de provincie heb ik afgelopen maandag bij elkaar gezeten en men wil echt verder inhouden. 28 november ik kom er voor de tweede keer bij elkaar om te kijken van hoe kunnen wij versneld komen tot echte bodemverbetering dus wat dat aangaat is dat wel heel erg positief. Een ander punt. Even kijken. Mevrouw Heeze? Ja. Je had het over water vasthouden, water afvoeren. Vroeger in het bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas. Zo noemden we dat de trend. En daar zijn we nog iedere dag mee bezig, maar dat vragen we iedere dag. Maatwerk. Het is niet eenvoudig, het is ook niet eenvoudig, gelet op de grillige weersveranderingen van uur tot uur. Bijna wel. Dat wil ik ook wel gezegd hebben. Dat is echt maatwerk en is ook wel gebleken. Als ik zie de peelkanalen die worden gevoed uit het Noorder Vaart en daar duidt u op. Er zijn nu twee stuwen in die peelkanalen die zijn geautomatiseerd. En bij veel neerslag, zoals nu, dan moet je de aanvoer naar de peelkanalen moet je behoorlijk terugzetten, want er komt zoveel water vanuit de zijbeken naar die peelkanalen toe en dan krijgen we gewoon problemen. Stroomafwaarts daar zit een probleem, het heeft onze volle aandacht. Ik ben ook heel erg blij dat we erg veel water ontvangen hebben, zodat we die geautomatiseerde stuwen ook goed kunnen inregelen. Dus ik blijf altijd zeggen, het is een proces. Dat zeg ik ook tegen de ondernemers daar, maar hun moeten ons daar ook mee helpen om samen mee te kijken. Van ja, wat is eigenlijk het ideale plaatje en hoe moeten we doen? En die gaat het niet alleen over het Waterschap Limburg, we zullen het ook samen moeten doen met het Waterschap Aa en Maas, waar we ook afspraken hebben om het water gelijk te verdelen. Een. Het bent op peil. Ja, luister er blijven. Wij zeggen ook met de inspecteurs ga over ga in overleg met de omgeving probeer de winterpeilen zo lang mogelijk in stand te houden als er agrarische activiteiten nodig zijn in een bepaald gebied. Ja, dan moeten de mensen zich dan maar even melden dat even die stuw iets omlaag kan en daarna weer omhoog. Het vraagt iedere dag maatwerk en daar zijn onze inspecteurs dagelijks mee aan de slag. En er zijn natuurlijk altijd nog verbeterslagen te maken, maar. Is pas het tweede jaar dat we deze systematiek hanteren, zoveel mogelijk water bufferen in de winterdag, maar dat vraagt inderdaad veel van onze inspecteurs. Een andere vraag, die kan ik u niet beantwoorden. Het is of wij juridisch aansprakelijk gesteld kunnen worden bij wateroverlast. Ik ben je weet, ik ben geen jurist. Ik ben eigenlijk een gewezen boer, hè? Ik ben nog een beetje trots op. Maar maar maar maar goed. Daar krijgt u je antwoord op. Het punt van meneer Tielen die die kon wel mijn gedachtes lezen. U haalt daaraan van. Ja, wordt de verdamping ook in het beleid opgenomen? Wij kunnen je zeggen dat we altijd gebruik maken van de laatste inzichten wat wij krijgen als het gaat over klimaat. En daar zit verdamping ook bij. Ik ben afgelopen jaar geschrokken van de verdamping in juni. Daar hadden we een verdamping van 100 millimeter. Water in één maand? Dus het heeft wel een behoorlijke effect die die verdamping, maar die worden ook in de nieuwe modellen wordt er wel meegenomen. Dus
Wij nee, we gaan in de nieuwe plannen gaan wij in ieder geval wel nu daar al mee aan de slag. En dat die verfijningsdag verder gaat, neem ik aan dat dat ook logisch is, dus ook na 26, 27, maar je kunt nu geen beleid maken met oude gegevens van de 2, 3 jaar geleden. En ik denk dat dat ook de vraag is wat je hier stelde. Ja. Ja, dan ga ik naar mevrouw Van Re. En die grondwateronttrekkingen. Die korte termijnen, er zit bij mij en de lange termijn wat onttrekking gaat zitten bij mevrouw Van Berssel. Die vraagt van droogte. Over mijn verhaal. Wat we nu doen aan droogte is op korte termijn die programmatische aanpak. We zijn al aan de slag met de geautomatiseerde stuwen die boeren stuwen. Daar gaan we ook nog dit jaar mee aan de slag. Ik weet dat het al eens aanbesteed. En we gaan nog wel wat stuwen vervangen. En ik heb ook begrepen dat wij 8 november daar ook nog een keer op terugkomen, maar misschien dat mevrouw Wers er dadelijk nog iets meer over gaat vertellen. En dan over de schapenbegrazing. Ja. Dat wil ik ook heel erg duidelijk in zijn. Wij begrazen op dit moment 350 waterbuffels. In stedelijke gebieden langs waterlopen hebben wij schapenbegrazing. Maar wij hebben op één plek gehad waar wij schapenbegrazing hadden op een primaire dijk langs de Maas. Daar waren de resultaten echt niet goed uit een tweejarig onderzoek op geweest en daar gaan we mee stoppen. Daar zijn we al mee gestopt dus, maar wij willen wel staan we daar positief tegenover. Schapenbegrazing maar zeker niet op die primaire dijken, omdat resultaten bij het onderzoek nog niet goed waren. De beantwoording daarvan, die komt binnenkort. Ik heb de beantwoording al gezien, maar de medewerker die dat verder moet gaan uitwerken, die is op dit moment ziek, maar zodra hij beter is dan komt dat wel. Even kijken. Wat had ik nog meer? De exorote. Meneer Heike was de vraag precies handelingskader ja, uiteraard, we hanteren altijd het handelingskader. Daar, dat kunnen we niet permitteren om fouten te maken. Dat hebben we ook vorig jaar in het algemeen bestuur kenbaar gemaakt. Daar worden onze medewerkers toe opgeleid met eco cursussen. En de doelstelling van dit DB, maar ook van het vorige DB is dat we als het gaat over ecologie willen we nul fouten maken. Dus het handelingskader zullen we altijd hanteren. En
Dan resteert u nog meneer Wolfhagen? De vraag van mevrouw Verheij-Péters op pagina 27 met betrekking tot de metingen van de grondwateronttrekkingen, het doel en wie doet nu wat? Heb ik opgeschreven?
Goed, dat heb ik opgeschreven. Dat is mij uit het hart gegrepen. Wat willen we eigenlijk? Op de eerste plaats: meten is weten. Dat is waar we vanuit gaan. Op dit moment wordt er aan landbouw onttrokken uit grondwater, maar ook oppervlaktewater. Dat is wel bekend, maar niet exact bekend. We willen exacte gegevens hebben. Men heeft nu een app ontwikkeld en komend jaar willen we die in een honderdtal bedrijven installeren. Zodat men via de telefoon kan aanklikken: dit is de put die staat geregistreerd, de capaciteit van de pomp erbij, zoveel uur heeft het gedraaid. Zodat we aan het eind van het jaar van die 100 bedrijven exact weten hoeveel er is onttrokken. Dat willen we naar de toekomst toe verder uitbreiden om meer inzicht erin te krijgen. Dat is één. Twee is: we willen ook naar een andere systematiek van berekeningsverboden. Daar zijn we nu nog over aan het denken: hoe kunnen we dat het beste op een andere manier doen die efficiënter is en beter is voor die beekdalen? Dat we wellicht nog eerder een onttrekkingsverbod kunnen instellen in bepaalde stroomgebieden en op sommige stroomgebieden waar het niet van toepassing is. Bij een beek waar gemiddeld 10 kuub water doorstroomt per seconde, moet je daar dan een onttrekkingsverbod op toepassen? Ja of nee? Ja, dan is het discutabel. Dat kan ik ook niemand uitleggen, maar vandaar dat we ook naar een andere systematiek toe willen gaan. Voorzitter, volgens mij waren dat de vragen.
Voor u, in ieder geval voor mij, staat nog open de vraag van mevrouw Beeren, dacht ik, met betrekking tot de informatie richting de gemeente. Wij doen al heel veel. We hebben ook een informatiebrief naar de gemeentes gestuurd en onze basisrelatiemanagers. Die hebben heel vaak contact en bezoeken ook alle gemeenteraden. We zijn dat rondje begonnen en in die brief. We hebben ook een brief gestuurd waarin we de gemeentes uitgenodigd hebben om als waterschap uit te nodigen. Om in ieder geval eens toe te lichten. Waar zijn wij nou van en waar zijn wij niet van? Wat doet de gemeente en ook de gemeentelijke projecten daar eens in betrekken? Dus we doen al heel veel en als gemeente Roermond dan ook een keer behoefte aan heeft, ik zie als al al roepen van niet.
Brief is naar het college gegaan waarin we uitgenodigd hebben om ons uit te nodigen. En we zijn al bij heel veel gemeentes geweest, waarbij wij steeds terugkrijgen dat ze het fijn vinden dat ze zeker aan de start van deze periode daarin meegenomen worden. Tijdens die avonden betrekken we ook de projecten die voor die betreffende gemeente spelen. Betrekken we er ook bij, inclusief zuivere waterveiligheid, HBP en het regionale watersysteem.
Op inhaken, dat klopt en Roermond is dat ook geweest. Er waren een paar raadsleden aanwezig en de rest niet. Dat is dus wat ik bedoel. Stuur naar alle gemeenteraadsleden een klein informatiebriefje van twee pagina's. Naar de gemeenteraadsleden en niet naar de colleges. Laat
Ik zou zeggen, het is een kleine moeite om eraan te voldoen, maar dan moeten we dat voor alle gemeentes doen, hè? Terwijl wij bij de gemeentes komen, zitten we daar echt wel in volle zalen en het is ook een stukje verantwoordelijkheid van de raadsleden om die uitnodigingen aan te nemen. En ik vind dat we goed gedrag goed moeten belonen. Dus nogmaals hè, ik wil niet nee zeggen tegen uw voorstel, maar de uitnodiging ligt er en nogmaals, we willen nog graag een keer terugkomen. Maar dat is eigenlijk ook een beetje het principe daarachter. En dan ben ik misschien een beetje streng nu, maar dat is wel het gevoel dat wij daarbij hebben. Maar we zullen kijken of we die informatie toesturen waarbij wij wel niet toezeggen dat we alle raadsleden dat sturen, want dat is niet onze taak. Het gaat wat ons betreft altijd naar het college en het is aan het college om het door te sturen naar de gemeenteraad.
Het is af en toe even lastig kijken wie nou iets zegt, dus. Dan kom ik bij, moet ik even kijken, dacht de heer Koester. Ja, het gaat over de norm van één op 100 in de begroting. Nee, die staat daar niet en die hoeft daar ook niet te staan. Want de norm, dat is eigenlijk een richtlijn die landelijk door de ministeries is bepaald. Het is een richtlijn provinciaal. Is er hier een andere insteek gekozen. Maar wij hebben wel in ons waterbeheerplan, wat voor ons echt leidend is, wel daar iets over opgenomen. En daar hoort het ook wat mij betreft thuis, dus het moet niet in de begroting. Het staat wel in het waterbeheerplan en wij werken in de praktijk naar een basisnorm van één op 25 kijken hoe hoog dat we komen ook in relatie tot kosten baten en op basis daarvan worden in gebieden afwegingen gemaakt, dus daar wordt wel degelijk rekening mee gehouden.
Is het dan niet verstandig dat wij als waterschap wel in de planexploitatie staat meenemen die een op 100? Dan hoeven wij dat zelf namelijk niet te betalen, maar dat betalen de mensen die dus nieuwe plannen ontwikkelen die die één op 100 is. Er niet.
Is geen kwestie van of wij dat wel of niet moeten betalen. Als je kijkt naar het realiseren van die norm één op 100, zie je vaak dat er 5 tot 7 euro kosten gemaakt moeten worden om 1 euro schade te dekken. Nou, ik zou graag een partij willen vinden die dat dan wil betalen. Terwijl we eigenlijk ook gezien hebben dat de huidige normering, en dat is op dit moment ook onderwerp van onderzoek in dat programma Waterveiligheid en Ruimte, moeten wij niet naar een meer risicogestuurde normering toe. En dan ga je echte gebieden benoemen op basis van de klimaatscenario's en de modellen waar de heer S. Tielen het over had, dat we daar meer op focussen en kijken, waar is het dan nog verstandig en nodig om maatregelen te nemen? En waar is de schade dan dusdanig groot dat je beter andere afwegingen kunt maken? En die hebben weer betrekking op het ruimtelijk domein van wat wil je nou waar hebben? Dus het heeft voeg niet toe om hem hier toe te voegen. En dan had ik eigenlijk volgens mij alleen nog mevrouw Frédérique Verheij-Péters opstaan, dacht ik. Ja, op pagina 26 de regierol versus de aanjaagrol. We zijn de uitvoeringsorganisatie van de provincie en wij voeren projecten uit, zeg maar, om de wateroverlast, de waterveiligheid en de kwaliteit van het water, droge voeten, om dat voor elkaar te krijgen. Wij zoeken daar de samenwerking met andere partijen op. Wij kunnen het niet alleen, ze hebben gezien dat we in het programma Water in Balans aan meerdere knoppen tegelijk moeten draaien. Willen we de wateroverlast aanpakken? We kunnen het niet alleen doen met regenwaterbuffers, maar we moeten ook naar de verhardingen in stedelijk gebied kijken. We moeten ook naar, het kwam net ook al even langs, waar het ging om de grondbewerkingen, maatregelen op de akkers nemen, andere teelten. Wij hebben daar echt een aanjaagrol, maar een regierol, ja, wij kunnen niks afdwingen. De partijen zijn zelf, zeg maar, verantwoordelijk om hun medewerking te verlenen. Wij leggen dat wel allemaal vast in samenwerkingsovereenkomsten en daarin wordt precies beschreven wie nou voor wat aan de lat staat. En we beginnen ook altijd in een gebied waar we alle partijen een opgave hebben en een taak hebben. Het is niet zo dat wij bij wijze van spreken alleen onze buffers realiseren en dan vertrekken, want dan lossen we het issue niet op. Een samenspel, samenwerking, en dan zeg ik altijd maar op het moment dat wij die samenwerkingsovereenkomst bestuurlijk voorbereiden, dan kijken wij elkaar als bestuurders ook in het oog en op het moment dat we een handtekening zetten, hebben we echt een handtekening gezet. En dan is het niet zo dat partijen dan, tenzij daar legitieme redenen voor zijn, dat niet realiseren. Dus ja, de aanjaagrol, die hebben we. En dat wordt ook zo gezien in de omgeving. Dat is ook fijn dat dat zo is, maar wij kunnen niks afdwingen of wat dan ook. Het is altijd gewoon in een gebied gezamenlijk optrekken. Ik kijk nog even of we hiermee alles beantwoord hebben. Of er nog vragen zijn, ja, ik ben nu in het begin van de tweede termijn. Nu nee. We gaan het.
Nee, ja, dat was het volgende voorstel wat ik nu nog ga doen. Formeel voor de band vastleggen dat we dit agenderen als bespreekstuk in de algemene bestuursvergadering van 29 november. En dan ga ik ook nog de complimenten die u heeft gegeven voor de. Het is
Dat vroeg ik mij af. Ik wil de eerste en tweede ronde met u goed afronden en dan pauzeren, want dan hebben we het afgerond en dan kunnen we ook rustig het broodje eten. Sorry, daar was ik in verwarring door jouw vraag, excuseer. Het rondje, daar had ik het goed voor. Mevrouw Erkens, de heer Tielen.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ik had ook nog even een vraag over wat voor pagina 32 zeggen dat we eens aan de slag gaan met de watertoevoerende functie voor de Noordervaart en de Peelkanalen vanaf volgend jaar. Ja, meneer Jansen zei net al dat het eigenlijk onze voorkeur heeft om gebiedseigen water te gebruiken, maar toch gaan we dus hier wel actief op sturen omdat het niet te doen is in dit gebied. Dus ja, ik vroeg me toch wel af of er niet nog eens over nagedacht moet worden of dat wel zo wenselijk is. Ik had daarnaast ook nog een paar aanvullende vragen over de beantwoording van mijn technische vragen. Zo wordt er bijvoorbeeld bij vraag 68 over het 100.000 Bomenplan gezegd dat dit best wel eens naar achter geschoven kan worden, omdat het KOWEEK-herstel en waterveiligheid hogere prioriteit hebben. Maar ja, ik vroeg me af of die plannen elkaar niet ook juist zouden kunnen versterken in plaats van elkaar verdringen. Bij vraag 67 over mijn vraag om inwoners bewuster te maken van wat ze wel en niet door de wc mogen spoelen, werd aangegeven dat we daar vooral de website Waterklaar voor gebruiken. Mijn microfoon gaat er vandoor. Nou, even doorpraten, dus ik vroeg me af van ja, zijn er nou eigenlijk ook resultaten van hoeveel mensen we nou bereiken met die website? En of dat nou eigenlijk tot resultaten leidt? En zo ja, is er dan ook al iets mee gedaan? Even kijken, aanvraag 70. Die ging vooral over personeel en organisatie en. Dat
Kunt u altijd nog eens vragen dadelijk geven, schriftelijk indienen uiterlijk. Dat kan altijd nog, technische vragen uiterlijk vrijdag. Die zouden we wel graag willen hebben, dus mocht er nog technische vragen zijn, kan dat altijd.
Had goed meegeschreven. Daar staat dat wordt ingezet op spontane ontwikkeling van bomen. En dan ben ik twee jaar terug in een nieuwbouwwoning komen te wonen en de tuin was nog niet aangelegd. Daar ontstonden ook spontaan van alles en nog wat waar ik niet op zat te wachten. Dus mijn vraag is, hoe gaat dit spontaan ontwikkelen van die 100.000 bomen precies in zijn werk? Hoe wordt er gecontroleerd dat er eind 2027 inderdaad dan 100.000 bomen spontaan zijn ontwikkeld en met het oog op klimaatverandering? Hoe wordt er dan gestuurd op het spontaan ontwikkelen van natuur, die ook in de toekomst tegen een stootje kan? Dus waar we ook echt wat aan hebben hè, die tegen veel weinig water kunnen, tegen warmte kunnen. Tot zover. Dan ga ik verder.
Voorzitter, mijn vraag over de grondwaterafhankelijke natuur, die was niet beantwoord. En mijn tweede vraag, die gaat over de onttrekkingen van grondwater waar meneer Wolfhagen op heeft geantwoord. Maar als ik het goed begrijp, dan heeft u het alleen maar over de onttrekkingen van de landbouw, hè? Maar worden niet alle onttrekkingen geïnventariseerd? Want ik dacht dat dat eigenlijk, want we moeten naar een grondwaterbeheer en ik denk dat ja, oké, dankjewel. Dan ga...
Ja, ik had ook nog iets over de grondwateronttrekkingen. Ervaring leert dat er heel veel grondwateronttrekkingen ook in de riolering terechtkomen. En dat is natuurlijk nog erger dan dat je water over een land gaat liggen uitsproeien. Dus ik zou zeggen, die app zou je ook kunnen gebruiken bij bedrijven die grondwater gebruiken voor andere doeleinden en die daarna gewoon in de riolen ingroeien zonder dat daar lozingskosten aan vastzitten. Omdat die grondwateropnames niet gemeten worden, dus dat zou dan twee dingen opleveren. Aan de ene kant weet je wat er aan grondwater onttrokken wordt en aan de andere kant weet je wat je die mensen moet laten betalen om het te laten lozen.
Ik had twee vragen, één vraag naar aanleiding van pagina 41, paragraaf 3.1.4. Dat is BBB+, wij maken ons zorgen over de methodiek. Bepaalde natuurgebieden kennen water met van nature hoge nutriëntenwaardes. Het is niet fair dat in dat geval aanpalende agrariërs hierop afgerekend worden. Hoe gaat de portefeuillehouder hier mee om? En dan ook nog een vraag ten aanzien van de pilot die ik dan brede aanpak van de Geul noem. Volgens de BBB+ is grondverwerving hier erg noodzakelijk voor en we zijn erg benieuwd hoe ver dit vlot. Grondverwerving is natuurlijk wel noodzakelijk voor een succesvol project. Dank.
Ja, ik heb een vraag over pagina 39. Daar gaat het weer over die 100 bomen. Plant het waterschap dat zelfstandig en betaalt het ook, of zijn er nog anderen? Staat het in de begroting, zeg maar. Tweede vraag die ik heb is ook van pagina 39. Begrijp ik dat er een onderzoek is geweest naar bouwen in natuur, bouwen met natuur? Dat liep namelijk van 2017 tot 2021. Maar wat zijn nu de principes daarvan en ten tweede, wat is er uitgekomen? Dat was...
Aanzetten, dank u wel, voorzitter. Klimaatadaptatie, pagina 26. Er worden op pagina 26 voorbeelden genoemd door meer water te conserveren. Het gaat vooral om landbouw en stedelijk gebied. Natuurgebieden worden vreemd genoeg niet genoemd. Als je dan vergelijkt op pagina 96, daar staat 160.000 hectare, waarvan 110.151 landbouw. Ik citeer dat uit pagina 26, 96. En dan...
Daar staat, en daar staat 48.739 hectare voor de natuur. Nu zijn we in onze natuur- en bosgebieden tal van beken waar geen stuwen in staan. Ja, daar had ik al naar gevraagd. Klopt het dat de natuurbeheer, even kijken? Wat de natuur, wat de terreinbeheerders. Ook inspanningen gaan leveren, of niet? Daar heeft meneer Jansen al gedeeltelijk een antwoord op gegeven, maar de verhouding klopt niet. En waarom wel bij de landbouw en waarom niet bij de natuur en is dat niet rechtsongelijkheid? Dat is de vraag. Dan hebben we bij waterkwaliteit en ecologieën pagina 41 schrijven we dat in 2027 de normen voor directe agrarische en bedrijfsmatige industriële lozingen in de waterschapsverordening zijn verankerd. Ja, nu hebben we die opgevraagd waarvoor dank dat we die al zo snel gekregen hebben. Of het antwoord is eigenlijk dat de verordening pas per 1-1-2024 ingaat en dat we nu nog het huidige beleid van de keur handhaven. Maar ons is dus niet duidelijk welk beleid dat erachter zit. Ja, of het komt omdat we pas in het bestuur zitten. En de vraag is dan? Wordt hier ook ongelijke behandeling in de aanpak van streven naar betere waterkwaliteit gedaan, omdat daar en welke de tweede vraag is, welke juridische risico's zijn er dan voor de RWZI's van het waterschap door onrechtmatige en onwenselijke aanpak? Dat willen we graag antwoorden.
Nog een andere vraag, even goed kijken op papier. Op pagina 38 wordt stellig beweerd dat Waterschap Limburg in 2027 de KRW haalt op basis van het schema op pagina 43 met betrekking tot de hoeveelheid beken die jaarlijks wordt aangepakt. Trekken we de haalbaarheid ernstig in twijfel. Hoe denkt u dat u in 2027 die 53,3 km aan beekherstel kunt realiseren, is de capaciteit van de organisatie en de aannemers voldoende en waar zijn de financiële middelen meegenomen in de begroting? Dat waren mijn vragen. Dank u.
Geluid op de vele en rijke oogst aan het bericht dat ik heb gekregen dat de soep koud staat te worden. Stel ik voor dat we nu wat langer pauzeren, zodat u de gelegenheid heeft om wat te eten en wij de gelegenheid hebben om de beantwoording goed voor te bereiden. En dan stel ik voor dat wij, ik denk een kwartiertje, nou dat wij om 20 voor 6 weer doorgaan. Ja, 20 voor 6. Dames en heren, wilt u weer plaatsnemen? Ik zie de heren Vermeulen en Van der Staak achter staan. Willen zij ook weer aan tafel komen? Jan, het zou fijn zijn als u beiden weer plaats wilt nemen. Dank u wel. Fijn. Dan heropen ik de vergadering weer en geef voor de beantwoording eerst het woord aan de heer Arnold Jansen, nadat ik toch weer opgemerkt heb in het kader van leren dat er veel technische vragen bij zijn voor het leermoment, meneer Jansen.
Ja, en een ander aspect in het kader van leren, want dat is misschien niet voor alle nieuwe AB- en commissieleden duidelijk. De begroting is sinds twee jaar opgebouwd langs de lijnen van het WBP. Dus als u doel en subdoel ziet in de begroting, dat zijn dus de donkergroene of de donkere kleuren over het algemeen, dan zijn dat zaken die rechtstreeks in het vastgestelde WBP staan. Dat is door het algemeen vastgesteld. Dus dat is plat gezegd uw eigen bijbel, noem ik dat altijd maar. Daaronder staat dan, en dat is met een gekleurde achtergrond over het algemeen, wat de activiteiten zijn die we gekoppeld aan dat doel voor 24 gepland hebben. Want ik zie in sommige vragen terug zaken die over de doelen gaan, maar die doelen die liggen alvast. Dat is vastgesteld beleid door het AB. Goed, even de antwoorden, maar dat even ter toelichting. 100.000 bomenplan. Hoe komen we aan 100.000 bomen? Zei de heer Driessen en de heer Tielen had het over 100.000 bomen. Wie nog meer? Nou ja, Ton. Er was een moment dat de provincie Limburg zei, wij gaan 1 miljoen bomen planten in het kader van de natuurbestellingsmaatregelen, enzovoorts. En toen hebben wij als waterschap gezegd, OK, provincie 1 miljoen. Wij doen er ook 100.000, niet van die miljoen, maar erbovenop. En we hebben nooit de bedoeling gehad om die 100.000 bomen bewust ergens te gaan planten. 100.000 bomen bestellen, ergens neerzetten. De manier waarop wij het willen invullen is dat wij in werk wat we uitvoeren, aanplant van bomen en beplanting meenemen, dat we soms heel bewust op overhoeken beplantingen aanbrengen, overhoeken die we al jaren hebben, die we nu iedere keer moeten maaien, waarvan we zeggen, hier hoeven we alleen maar 4 m breed ruimte te hebben om te kunnen maaien in de beek. Maar die gekke puntjes die er liggen, die kunnen we net zo goed beplanting laten worden en we stoppen met maaien en dat komt vanzelf hout op, dat is gewoon gegeven. En dat geldt ook voor een aantal andere projecten. Dus waar we nu naar opsturen en sturen is overhoeken die mogen beplanting opkomen als dat voor de uitvoering van het werk geen belemmering oplevert en dat is dan automatisch ook. Planten dan is beplanting die zich daar thuis voelt, want anders komt hij niet spontaan. Dat zijn geen bomen met een tropisch karakter of iets dergelijks. En als die zich niet kunnen handhaven op een plek omdat het klimaat verandert, waardoor het warmer of droger wordt, dan komt er weer wat anders. Dat is natuurlijk gewoon een kern van wat natuur is, dus die 100.000 bomen realiseren we vooral door projecten uit te voeren. En waar we vroeger heel sterk waren in kleine stukjes grond dan maar gelijk verkopen aan een aanliggend agrarisch bedrijf of een aanliggende particulier, zeggen we nu van hé, dat zijn nou juist de stukjes waar onze buffers kunnen komen en waar we ook die 100.000 bomen kunnen realiseren. En dat wordt wel heel bewust naar gekeken. Er staat dus ook geen bedrag voor in de begroting op zich, want we laten het meeliften op projecten, maar in projecten kan er best wel eens ergens een paar € 1.000 of nog meer staan binnen een project van 1 miljoen, omdat we weten dat we op bepaalde plekken misschien wel bewust beplanting moeten aanbrengen of als compensatie. Dat kan ook, hè? We moeten een project realiseren, we moeten hout weghalen, krijgen we in een kapvergunning een herplantplicht opgelegd. Nou, dan nemen we dat mee. En de kern is of de lijn is dat als behandeld moeten herplanten, dan wordt het er meer. We willen ook gelijk wat toevoegen, dus zo kijken we er dan wel naar. Dan heb ik gelijk een aantal vragen van verschillende mensen beantwoord. Meneer Driessen, bouwen met natuur. Bouwen met natuur is een aantal jaren een, zeg maar, een projectgroep geweest binnen de Unie van Waterschappen en dat speelt met name bij de zandwaterschappen, dus de oostelijke kant van het land. Zeg maar eventjes omdat je op zandgronden heb je een andere structuur met je water en we hebben geen polders waar altijd water in staat, maar bij ons loopt het water altijd weg om een of andere reden en water vasthouden kun je met stuw doen, maar je kunt het ook met bouwen met natuur doen. En u moet dan denken aan bomen in de beek, gewoon hout wat we in de beek leggen. Hout stuwt altijd op, waardoor je dus op die en als je dat getrapt gaat doet over een langere traject, dan betekent dat dat je je stuwpijl eigenlijk stuw je ook, maar je stuwt op een natuurlijke manier, want er komt geen stilstaand water achter, maar het is omdat het een obstakel is. Heeft het een stuwende werking nodig? Dat soort dingen moet u zien. En bouwen met natuur, Rijkswaterstaat doet dat bijvoorbeeld. Door in de beekmondingen van de Maas ook bomen in het water neer te leggen en die te verankeren waardoor je om die boom heen een biotoop krijgt waar heel veel kleine waterdiertjes zijn. Kleine waterdiertjes lokken weer iets grotere aan die daar zeer hun eten vandaan halen en op die manier wordt dus de natuur versterkt op die manier dat dat principe is bouwen met natuur. Is het een project wat af is het project bij de Unie van Waterschappen bij de STOA is afgesloten? Ik heb in die stuurgroep gezeten. Maar dat project is daar afgesloten, maar hè? Het implementeren van het denken in bouwen met natuur bij de waterschappen. Dat gaat nog steeds door en maar het accent ligt aan de oostkant van het land van de waterschappen. Als u een heel mooi voorbeeld wilt zien, dan moet u naar de Veluwe gaan naar de gewoon WTB ook alweer. Nou, ik weet het even niet, schiet me er wel weer een keer naar binnen, maar dat is een heel mooi voorbeeld waar we waardoor op die plek. Ontzettend hoge kwaliteit natuur ontstaan is. Simpel door op deze manier met een beek om te gaan in de Veluwe, op de Veluwe, in ieder geval aan de noordkant. Heer Van der Staak stelde een vraag over de grondverwerving. Pilot Geel Geul. Wat ik straks zei over op het moment dat we nadenken over een project, dan gaan we ook kijken welke grond we kunnen verwerven. Bij de Geul zal dat niet anders zijn, maar bij de Geul is natuurlijk ook een bijzondere omstandigheid dat rondom de Geul zelf heel veel grond van TBO's is. Met name Natuurmonumenten en ARK hebben daar gronden in bezit en dat betekent dat we die in het project kunnen trekken zonder dat we echt hoeven te verwerven. Dat proberen we ook op andere plekken ook hè? Als we grond niet per se hoeven te verwerven, maar we kunnen hem gebruiken omdat de eigenaar meewerkt, ja, dan is dat ook prima. Het gaat niet om geld uitgeven. Ja, en dan ga ik even naar iets wat genoemd wordt als een tegenstelling, maar wat ik absoluut heel anders zie. Er is voor mij geen tegenstelling in dit waterschap tussen de belangen van de natuur en van de landbouw. Absoluut niet, mevrouw Heeze, of de belangen van de industrie en de landbouw of de industrie en de natuur. Wij hebben belangen bij de kerntaken van het waterschap en dat is goed water, goede kwaliteit, water voldoende water, droge voeten. Als het erop aankomt willen we hebben. We willen veiligheid hebben. Al die zaken waarvan u het weet en dat daarin soms gekozen wordt voor het ene belang boven het andere belang. Dat is een afweging die we met zijn allen maken. Maar ik zou niet willen dat mij verweten wordt dat ik de natuur bevoordeeld ten opzichte van de landbouw. Of andersom en ik denk ook dat mijn collega bestuurders dat ook niet van mij zouden durven zeggen. Dat ik dat doe? Ik heb wel aandachtsgebieden, maar die hebben te maken met de doelen die we met zijn allen waren afgesproken. Als een aandachtsgebied is van wij moeten biodiversiteit versterken, dan proberen we dat op een of andere manier ergens te laten landen. Maar dat wil niet zeggen dat een ander belang daarmee buiten beeld is. Absoluut niet. En u heeft ook een vraag gesteld over 53 km beekherstel al het beekherstel wat wij nog moeten in het kader van de Kaderrichtlijn Water is geprogrammeerd in onze begroting tot 27. En dat wij op dit moment een aantal jaren hebben met lage producties, dat kan ik historisch verklaren. Toen de KRW werd ingevoerd. Ik heb het straks wel even gezegd over vistrappen, want dat geldt eigenlijk hetzelfde. Toen zijn de beken die als eerste zijn opgepakt, zijn de makkelijke jongens en nu zitten we met de lastige, maar we hebben het geprogrammeerd. Tot 27 het staat in staat J van de begroting. Daar vindt u ze allemaal terug, inclusief de investeringsbedragen die daarbij geraamd zijn. En laten we wel wezen heel veel van die bedragen. Die zijn al enkele jaren geleden erbij gezet en soms moet het project nog voorbereid worden. Dus of dat bedrag uiteindelijk precies gaat kloppen. Daar steek ik mijn hand niet voor in het vuur. Daar ben ik heel eerlijk in, maar dat is wel. Het is geprogrammeerd en geprioriteerd en we hebben daarna nog steeds opgaves, maar die zijn geen doelstellingen vanuit de Kaderrichtlijn Water, maar die liggen dan in andere beken. En die staan ook op een lijstje, maar dat lijstje zit niet in de begroting. Ter interruptie
Voorzitter, ter interruptie. Allereerst dank voor de uitgebreide beantwoording, meneer Jansen. Maar is het dan misschien een voorstel om het een beetje anders op te schrijven in de begroting vanwege de doelen die u wil halen en dat er dan alleen naar de landbouw en de industriële bedrijven wordt verwezen en niet de natuur? Als het dan misschien duidelijker omschreven zou zijn, zoals u in uw beantwoording aangeeft, dan krijgen we die misverstanden niet.
Het staat elke partij in het algemeen bestuur vrij om bij de begrotingsbehandeling een amendement in te dienen om de begroting ergens aan te passen. Ook teksten waarvan u zegt: dat is niet zoals wij het zien, prima, dan zien we dat graag op 29 november. Maar ik ben niet degene die op dit moment kan beslissen om de begroting aan te passen op dat punt. Dat zult u als algemeen bestuur moeten doen. Ons besluit, het stuk wat hier ligt, is het besluit van het DB en dat betekent ook dat u daarna als hoogste bestuur zou gaan. U kunt aanpassingen voorstellen, ja, dank u wel, en u moet een paar vrienden hebben dan in het bestuur bedoel ik, hè? In het bestuur die maar u doet zelf denken, als u dat bedoel ik. Voor mij.
Nee, er is nog één vraag van de heer Van der Staak over bladzijde 41 en met name wat daar gezegd wordt over metingen. We hebben een waterkwaliteitsnetwerk met allerlei meetpunten. Dat zijn een aantal vaste meetpunten en dan had ik een aantal variabelen. Daar ligt een heel meetprogramma onder. Dat meetprogramma betekent dat op sommige plekken meten we één keer in de 6 jaar, één keer in de 3 jaar, één keer in de twee jaar en één keer wil niet zeggen echt één keer. Maar dan is die beek in dat jaar aan de beurt. En hoe vaak die dan gemeten wordt, dat is ook nog variabel. En op die manier halen we onze informatie op en daarbij wordt eigenlijk alleen maar gekeken naar de waterlichamen zoals de KAW die heeft gedefinieerd. Dat zijn er nee, zoals wij die voorgesteld hebben en in de Kaderrichtlijn Water staan en dat zijn er voor ons 42. En daar worden met name de metingen gedaan, maar dat is voor een aantal punten, dus bijvoorbeeld bij de grens of juist aan de kant van waar een beek uitmondt in de Maas om daar de kwaliteit van het uitkomend water te zien. Dat is niet gestuurd op van zit hier allemaal agrarische activiteiten achter, is dit natuur, is dit industrie, daar kijken we helemaal niet naar. Ja, wordt niet naar specifiek naar gekeken. Het is wel zo als we daar gekke dingen zien gaan we zoeken naar, maar zou dat door kunnen ontstaan? Hè, want ik ben gisteravond toevallig bij een aantal agrarische ondernemers in Montfoort geweest omdat we een project hadden bij de Putbeek en de Pepinesbeek. Daar hadden we hele hoge nitraatwaardes die we niet konden verklaren. En we zijn nu samen met die ondernemers aan het kijken van waar zou dat vandaan kunnen komen? Maar het belang is net zo goed voor hun als voor ons dat we de oorzaak proberen te traceren, want anders dan krijgen hun straks de Zwarte Piet van iets waar ze niet op aangesproken zouden moeten worden en dat wil ik ook niet hebben. Dat was het, voorzitter.
Mevrouw Erkens, Peelkanalen is inderdaad dat gebied vreemd water. Er is destijds afgesproken met Rijkswaterstaat dat er 3,2 kuub water per seconde wordt ingelaten in Nederweert. Uiteindelijk komt het water via de Maas via België. Juliana Noordervaart gaat dan naar de Peelkanalen toe. Dat wordt de komende jaren alleen maar verhoogd, dat aantal kuub, die willen toch naar 5,4 kuub per seconde en dat doen we niet voor niks. Dat doen we op de eerste plaats om de verdroging van de Peel tegen te gaan, tegenwicht te brengen naar die Peel toe. Maar als we dat niet zouden doen, dan zou het noordelijk zandgebied helemaal verdrogen, dus vandaar dat we daar alles aan doen om die watertoevoer zijnde in dat gebied. Omdat als we het niet doen, hebben we een ander probleem en dat willen we ook niet, zowel voor de natuur als voor de landbouw. Dat is het eerste. Het andere punt gaat over de grondwateronttrekkingen. Vorig jaar 25 november hebben we een brief gekregen van het ministerie waar we de opdracht gekregen hebben, alle waterschappen de opdracht gekregen hebben, om alle grondwateronttrekkingen te registreren. De industriële grondwateronttrekkingen worden geregistreerd door de provincie. En wat de agrarische sector onttrekt, heb ik zojuist antwoord op gegeven dat we daar ook een goede start mee gaan maken. En dan gaat het over de particuliere onttrekkingen. Daarvan wachten we af wat daaruit komt. Er ligt nu een pilot in het werkgebied van de Dommel om te kijken hoe ook particuliere onttrekkingen inzichtelijk gemaakt kunnen worden. En we hebben afgesproken dat we eerst die pilot afwachten, wat we daarvan kunnen leren om dan weer de volgende stap te maken, zodat we op termijn alle onttrekkingen inzichtelijk hebben. Tot zover, voorzitter.
Dacht dat hij inderdaad alles had gehad. Even de meetmethode van de heer Van der Staak. Hadden we die nou gehad? Ja, die hadden we gehad. Dan blijft er nog één vraag openstaan van mevrouw Erkens volgens mij. Als ik het goed heb gezien? En die had betrekking op Waterklaar. Het is een gezamenlijk platform voor meerdere waterpartners, geïnitieerd door Waterpenner Noord, de campagnes van Waterklaar. Die worden altijd gemonitord op basis van aantal klik klik likes en dat soort zaken, maar we gaan. Het kostenoogpunt, want het is ontzettend duur. Niet kijken naar een gewijzigde houding ten aanzien van bijvoorbeeld geen geen doekjes in het toilet. Dat soort zaken, dat is ook een bewuste keuze om dat niet te doen vanwege de hoge kosten die daaraan gekoppeld zijn. Dus we kijken wel hoe wordt hoe ze worden de bezoeken, hoe, hoe wordt het bezocht? Wie neemt er kennis van? Dat meten we aantal bezoekers en doorklikken, maar niet of er echt een veranderd gedrag heeft plaatsgevonden. En, dat is een bewuste keuze van de partijen die Waterklaar exploiteren. En volgens mij. Zijn daarmee alle vragen beantwoord. En komen we wel aan het einde van de bespreking van agendapunt 3.2 met de kanttekening, als u nog vragen heeft naar aanleiding van antwoorden op uw technische vragen die u schriftelijk heeft gesteld, dan kan dat nog tot en met vrijdag. En ik ga ervan akkoord. Ik ga ervan uit dat u het dagelijks bestuur nu adviseert om de begroting 2024 als bespreekstuk op te nemen op de agenda van het algemeen bestuur. Dat had ik vorig jaar al gezegd, maar daar trapte ze niet in. Mevrouw Bere, dus ik dacht, ik ga nu maar eens voor het bespreekstuk. Dat vind ik het leuk dat u dan, zegt hamerstuk, maar het wordt een bespreekstuk.