Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dan ga ik de voorstellen om de actiepunten 101 en ik denk ook 96, meneer Lanckohr, afvoeren voor u wordt de nieuwe vraag gesteld en dan kunnen we die 3 punten afvoeren. Dat is akkoord.
Dat brengt ons bij de stukken ter informatie, waaronder het agendapunt 2.10 de KRW-impuls Waterschap Limburg. Wie wil daarover het woord voeren in een eerste ronde? De heer Jansen. Oh, daar komt een presentatie hoor ik, dus dan gaan we eerst even kijken. Ik zie de heer Smits daarachter zitten. Ik ga ervan uit dat hij de presentatie gaat verzorgen. En de heer Jansen doet de aftrap, meneer Jansen.
En dat gaat waarschijnlijk ook wel het licht werpen op de vraag van mevrouw Hilders over het agenderen van het stuk in het AB. U heeft op 2 juli besloten over een aantal zaken rondom de KRW-impuls. En daar heeft u gekozen voor scenario's en u heeft middelen beschikbaar gesteld. En we hebben met u afgesproken, dat was toen nog work in progress, zoals dat heet, om de onderbouwing voor al die dossiers om die met u in de commissie te delen. En dat is wat hier vanavond voor ligt, dus. Daar zit veel detailinformatie in. Daar zit zelfs detailinformatie in die u naar mijn mening zo niet had moeten krijgen, want er worden namen van ambtenaren genoemd die met dingen bezig zijn en dat is niet gebruikelijk. Dan kunt u ook heel positief tegenaan kijken dat wij volledige openheid van zaken geven. Ik denk dat ik het geluid iets te hard gezet heb en dat daarom de installatie uitschakelt af en toe. Dat betekent dat we hier het gesprek over kunnen voeren dat eigenlijk de eerste 21 kantjes de kern van het verhaal zijn. En de plannen van aanpak die daarna tot pagina 90 lopen, dat is de toelichting per onderdeel van wat gaan we daarvoor doen, hoe gaan we dat doen. En dat willen we vanavond met u delen. De presentatie gaat over de hoofdlijnen en als u daar vragen over heeft, over de stukken, dan gaan we die ook beantwoorden zoveel mogelijk. Er zijn schriftelijke vragen gesteld en daar liepen we ook tegen een probleem aan. We hadden gevraagd, we hadden een ruime planning gemaakt om ze ruim van tevoren te hebben. Dat is niet gelukt bij de meeste fracties. Ik snap ook waarom, maar binnen de organisatie was er ook sprake van vakantie en dat betekent dat het ook niet gelukt is om die vragen allemaal te beantwoorden. En dat we dat alsnog gaan doen, voor zover ze vandaag niet mondeling beantwoord kunnen worden. Dat was even mijn aftrap.
Ja, dank u wel, voorzitter, voor deze introductie. Nou, we gaan het hebben over de KRW-impuls van Waterschap Limburg. Hallo, hallo. Iets dichter bij de mond, is die zo goed? Oké, gaan we het zo doen? De KRW-impuls was dus een thema. In de kadernota wordt het ook in de begroting, dus de financiële gevolgen heeft u al kennis van kunnen nemen. Nou, wat we vandaag met elkaar gaan doen, is iets dieper op de inhoud inzoomen. Nou, de KRW gaat natuurlijk over waterkwaliteit en als we het over waterkwaliteit hebben, dan ja, er zijn eigenlijk twee verhalen die we daarover kunnen vertellen. Allereerst is er het ja, het succesverhaal van de verbetering van de waterkwaliteit in de jaren '60, '70, vijftienzeventig van de vorige eeuw. Ja, toen was het echt heel bar en boos. Toen, ja, was het eigenlijk zo dat alle lozingen, zowel van bedrijven, maar ook van huishoudens, ongezuiverd naar het water toe gingen. En nou ja, als gevolg daarvan waren de beken en zeker ook de rivieren in sommige gevallen echt totaal levenloos. We hebben dat ook in relatief korte tijd om weten te draaien. Er is toen regelgeving gekomen. De WVO, hè? We hebben lozingen van bedrijven aan banden gelegd via vergunningverlening en nou, er zijn zuiveringsschappen ingesteld die water gingen zuiveren. RWZI's bouwden en toen is in relatief korte tijd de waterkwaliteit heel sterk verbeterd en als gevolg daarvan hebben we ook een heel spectaculair herstel van biodiversiteit gezien. Nou, dat is wat u eigenlijk in het plaatje daar rechtsonder ziet, dat is de stijgende lijn. Het is een lange meetreeks van in één van onze wateren, Leenbeek en de Vloedgraaf, en dan ziet u dat vanaf halverwege de jaren '80 tot nu dat er een hele mooie stijgende lijn in zit en ook de soorten die zijn teruggekeerd, zoals die wijde beekjuffer, ja, die zijn eigenlijk het testament van de waterkwaliteitsverbetering. Die zag je vroeger eigenlijk nooit, tegenwoordig zie je die bij nagenoeg elk water. Dus dit verhaal is waar, maar wat tegelijkertijd ook waar is, is dat de waterkwaliteit ook aan het verslechteren is. En nou, hoe komt dat? Nou ja, dat heeft te maken met het feit dat we tegenwoordig steeds meer verschillende stoffen in het water aantreffen. En hoe komt dat? Nou ja, eigenlijk vanwege het simpele feit dat wij tegenwoordig veel meer stoffen tot onze beschikking hebben dan men dat vroeger had. Medicijnen bijvoorbeeld, hè? Worden continu ontwikkeld. Nieuwere medicijnen worden door de farmaceutische industrie ontwikkeld, maar ook bijvoorbeeld vanuit de petrochemische industrie. Allerlei hulpstoffen die we voor van alles en nog wat gebruiken, van vlamvertragers tot weekmakers, noem het allemaal maar op. Dat zijn allemaal nieuwe stoffen en die stoffen die tref je dus ook tegenwoordig aan in oppervlaktewater veel meer dan vroeger en al die stoffen samen. Die hebben natuurlijk een effect. Een effect op de levensgemeenschap, maar soms kan het ook zijn dat ja, dat het water niet meer bruikbaar is voor drinkwaterwinning en dat de inname dus stopgezet moet worden. Nou, daar was de Kaderrichtlijn Water natuurlijk ook voor bedoeld. Richtlijn is in 2000 vastgesteld en bedoeld om verontreiniging van grond- en oppervlaktewater te beheersen, en ook het herstel van biodiversiteit, dus de ecologie te herstellen. Nou, het begin van de rit zijn de aanloop naar 2010 heeft ook het waterschap bepaald wat onze bijdrage is aan de KRW-doelen. En het waterschap is sprake van twee type maatregelen en daar hebben we uitvoeringsprogramma's opgezet. Eerste is de maatregelen op de RWZI's. En, dit gaat erom dat we nutriënten in effluent verminderen, dus minder meststoffen in het gezuiverd afvalwater en rechts. Ziet u voor welke RWZI's het nodig was om maatregelen te nemen en een heel deel daarvan hebben we al uitgevoerd. Dat is waar een groen vinkje bij staat, nou, en een aantal moeten nog. Het tweede type maatregel voor het waterschap was het hermeanderen van beken, hè? Dus beekherstelmaatregelen en het herstel van vismigratie draagt ook bij aan de ecologische doelen. Nou, het plaatje hier, linksonder, heb ik u al eerder laten zien bij een thematische AB-bijeenkomst. Dat laat eigenlijk zien hoeveel kilometer beken het waterschap elk jaar heeft heringericht en hoe dat tussen elk jaar meer wordt. Nou, op dit moment staat de teller op zo'n 230, 240 km denk ik zo en nou, daar hebben we nog 60, 70 km te gaan tot het einde van de planperiode. Nou, ondanks onze inspanningen en die van andere overheden in Nederland van Limburg halen we de KRW-doelen dus niet. Dat blijkt klip en klaar uit een tussenevaluatie die het Rijk vorig jaar heeft uitgevoerd. Veel doelen halen we wel, maar een aantal dus niet. Dat betekent dus dat er iets extra's nodig is om de KRW-doelen te halen. Nou, om die reden heeft het Rijk het landelijke KRW-impulsprogramma in het leven geroepen en dit is het antwoord van het Rijk om nu alles op alles te zetten om nog richting eind '27 zoveel als mogelijk de KRW-doelen te halen. Nou, ook het bestuurlijk overleg wat hiervoor is, is opgeschaald. Dat heeft meer status gekregen. En nou, je ziet daar zitten niet één, maar twee ministers in LNV en IenW. Nou, die foto's, die wisselen regelmatig. Ja, precies, er zit het plaatje, moet ik continu updaten. Maar daaronder is het wat stabieler. Daar hebben we ook de vertegenwoordigers van de koepels. Michael Turnse, Limburgse gedeputeerde namens de provincies, Sander Mager, Unie van Waterschappen en ook een mevrouw namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. En daarnaast zit in dit overleg de voorzitters van de RBO's, de regionaal bestuurlijke overleggen en elk stroomgebied heeft er één, dus wij zitten in RBO Maas en daarin stemmen we met provincies, waterschappen, maar ook stakeholders af over de KRW. Nou, binnen deze club wordt nu dus uitgedacht wat het betekent om nog zoveel mogelijk te voldoen aan de KRW richting '27. Maar hier worden dus ook afspraken gemaakt. Wat er van welke overheid verwacht wordt. Dan had ik niet, alles is duidelijk, maar wel voldoende voor ons om nu een aantal stappen te zetten. Nou, wat is wat we gedaan hebben eind vorig jaar? Zei u, want oktober inderdaad zijn we hebben we eigenlijk een vertaling gemaakt van dit landelijke KRW-impulsprogramma naar Waterschap Limburg. En zo kwamen we tot een zestiental maatregelen die grotendeels gebaseerd zijn op dat landelijke impulsprogramma. Maar we hebben ook zeker nog gekeken naar voor een aantal vernieuwen ligt bekend het essay van Universiteit Utrecht 2023 verschenen wat ja ook zeg maar onderzocht wat waterschappen moeten doen om te voldoen aan de KRW. Nou, we gaan zo meteen nee, laat ik er dit over zeggen die maatregelen sorteren zich uit over een drietal thema's dat zijn maatregelen op juridisch vlak, maatregelen die betrekking hebben op het waterschap als kennisautoriteit en realisatie. Dat zijn dus echt is de uitvoeringsmaatregelen die de waterkwaliteit ook daadwerkelijk verbeteren. Nou, ik ga er zometeen nog wat meer over vertellen, maar eerst nog even over het proces wat we doorlopen hebben. Aan het eind vorig jaar hebben we voor al die maatregelen. Alle 16 hebben we dus een plan van aanpak uitgewerkt en in dat plan van aanpak hebben we beschreven wat het doel precies is van deze maatregel. Welke stappen we moeten zetten, maar ook wie we nodig hebben. En wat het kost in termen van capaciteit en middelen om de maatregel uit te voeren en zicht op de doorlooptijd. Dus we hebben eigenlijk een heel gedetailleerd beeld. Wat voor de dingen waarvan we weten dat ze op ons afkomen, wat dat voor ons betekent. Nou, de financiële gevolgen van dit verhaal hebben we in januari ingebracht in het kadernota proces om begint dat ambtelijk al. En nou heeft u inmiddels al een besluit over genomen? En dan komt de Kaderrichtlijn Water eigenlijk in drie regels terug. Het impulsprogramma. Dat is eigenlijk alles wat extra nodig is en daarnaast die twee lopende uitvoeringsprogramma's voor watersysteem en waterketen wat daar de wijzigingen zijn, dat is hier apart weergegeven. Nou, dan laten we eens kijken wat we nu precies gaan doen dan. Ik ga niet alle 16 maatregelen één voor één aflopen. Dat zou denk ik een te groot beroep op uw aandachtspanne doen. Dus ik ga het een klein beetje samenvatten wel. En het eerste onderwerp is ja, de maatregelen op juridisch vlak. Nou, dat gaat over dossiervorming en verantwoording. Wat we willen doen is een samenhangend KRW-dossier gaan maken, zodat we de handel en wandel van het waterschap rondom de KRW goed uit kunnen leggen. Nou hoor ik je denken, ja, hebben jullie dat dan niet een goed dossier? Ja, dat hebben we wel. Alle informatie is er alleen, dit is een dossier, wat een looptijd heeft van 2025 jaar. Dus dat gaat niet alleen voor ons archief, maar ook over de archieven van de voorloperorganisaties. En ja, er zit ook veel kennis in hoofden van mensen, mensen die soms wel met pensioen zijn gegaan. Nou, in deze stap halen we ook de pensionados terug, halen we de informatie uit zodat we eigenlijk een index hebben van alle relevante. Informatie en waar we die kunnen vinden, zodat we ons verhaal goed kunnen uitleggen. Het tweede wat hierin gebeurt. Dat is het uitleggen waarom we bepaalde doelen niet halen, want dat ook dat kan gewoon onder de KRW hè. Het is toegestaan om doelen niet te halen, maar niet zomaar systematiek is comply or explain in het Engels, hè? Dus je moet het doel halen of je moet het kunnen uitleggen en er zijn legitieme redenen waarom je ja doelen niet niet haalt. Nou, een voorbeeld daarvan is. Wanneer er sprake is van belasting uit het buitenland, dan is het aan het waterschap om dat aan te tonen dat dat aan de hand is. En dan kun je van die uitzonderingsbepaling gebruik maken. Nou hetzelfde is bijvoorbeeld ook bij historische belasting, hè? Als dat eenmaal verdwenen is, zal dat langzaam uitfaseren. Dan heb je het over na-effecten. Nou, dat zijn ook legitieme uitzonderingen waar je op kan beroepen. Nou, dan heb ik nog een kleine Engelstalige tekstkadertje hier in deze sheet geplakt en dit is eigenlijk de Europese Commissie die ons rechtstreeks toespreekt. Ja, niet Waterschap Limburg, maar de lidstaat Nederland zal ik maar zeggen. Dit komt uit een rapport wat in het begin van dit jaar verschenen is, waarin de Commissie de huidige stroomgebiedbeheerplannen waar we die KRW-doelen dus niet helemaal mee gaan halen. Ja, die hebben ze eigenlijk doorgelicht. En dan reageren ze op. Nou wat ze hier zeggen is, is een beetje een schuld voor de boeg. Ze zeggen in Nederland, je moet terughoudend zijn in het toepassen van uitzonderingsbepalingen. Met andere woorden, gebruik dat niet als geitenpaadje. Nou, het tweede thema het waterschappers kennisautoriteit. Dat gaat over zaken als monitoring en onderzoek. En nou ja, onze conclusie is dat we meer moeten meten. Meer meten aan de grens? Meer KRW-stoffen meten waar komen die nu eigenlijk vandaan? Meer meten bij lozingen van RWZI's en andere lozingen. En meer meten landelijk gebied. En waarom hebben we dat nodig? Nou, we hebben nu een meetnet wat geschikt is om ja, laten we zeggen, globaal, zeg maar, de toestand van de water te weten aan de over te rapporteren. Maar we moeten eigenlijk de stap zetten naar het nemen van maatregelen. En dat kan alleen als je beschikt over meer gedetailleerde gegevens. Nou, toen we dit op een rij zetten, toen zagen we natuurlijk wel van. Ja, dat vraagt natuurlijk een extra inspanning op dat vlak. Hoe verhouden we ons dan tot andere waterschappen? Nou, dat hebben we opgevraagd binnen de Maas stroomgebied. Dat is het plaatje hier. Rechtsonder nou ja, toen bleek eigenlijk wel dat een uitbreiding van onze meetinspanning wel te legitimeren is. Nou, een tweede thema hierbinnen gaat over. Digitale transformatie waterkwaliteit. Ja, dat is eigenlijk datagedreven werken en op dit moment is dat in ons proces voor waterkwaliteit nog een relatief. Ja, het is eigenlijk wel een zwakke schakel. We hebben eigenlijk te weinig mensen hiervoor voor dat interpreteren van waterkwaliteitsgegevens en het duiden ervan. En we doen dat ook nog niet helemaal op een handige manier, omdat je tegenwoordig heel veel stappen in die data-analyse kan automatiseren. En, als je dat doet met scripts en allerlei technieken, dan is het ook mogelijk om dashboards te tonen, hè? Van wat is nou eigenlijk de toestand van het van de waterkwaliteit? En nou, dat is eigenlijk wel waar we naartoe willen, dus het volwaardig aanhaken van waterkwaliteit bij het watermanagementcentrum voor waterkwantiteit is dat er al en voor waterkwaliteit nog niet. En daar willen we wel naartoe. Nou, dat is niet alleen spiegel RAI, hè, dus dat we dan mooie schermen hebben wat we aan belangrijke mensen kunnen laten zien, zoals op deze foto. Daar hebben we ook echt nodig voor ons werk. U moet zich voorstellen de mensen die met de buurlanden praten, die moeten eigenlijk elk jaar weer een geactualiseerd overzicht hebben. Wat er uit wat uit die meetgegevens komt over wat de toestand is en wat de probleemstoffen zijn. De vergunningverlener die moet toetsen of een stof of een of een lozing acceptabel is. Die moet inzicht hebben in de achtergrondbelasting in een waterlichaam bestief ook gegevens nodig. En ook voor toezicht aan de handhaving? Ja, als er op een gegeven moment ergens bepaalde in een stroomgebied bepaalde stoffen dat we zeggen naar voren komen, nou, dan moet er eigenlijk een rood vlaggetje omhoog, zodat de handhaver dan naar buiten kan en kan zien van hé, hier zijn deze stoffen een probleem. Die worden vooral in de bietenteelt gebruikt. Ik noem maar een voorbeeld, laat ik hier eens met de ondernemers gaan praten. Die bieten telen over ja, wat wij zien in de data en en hoe ze hun bedrijfsvoering. Doen. Nou, dan komen we bij het blokje realisatie, dus de maatregelen die daadwerkelijk de waterkwaliteit verbeteren. En dan beginnen we met onze twee lopende uitvoeringsprogramma's, dus voor RWZI's en voor watersysteem. Wat we hier voorstellen is dat we de maatregelen tegelijk vooropstellen. We kunnen niet alle maatregelen die we ons voorgenomen hebben tijdig uitvoeren, maar we komen wel een heel eind en wat we nu gaan doen bij de resterende maatregelen is zodanig herprioriteren dat we eind '27 zoveel als mogelijk projecten. Volledig hebben afgerond en niet meer projecten half om het zo maar te zeggen. Nou, bij de RWZI's betekent dat dat we alle maatregelen kunnen uitvoeren. Behalve eentje. Dat is RWZI Hoensbroek. Nou, daar is sprake van een complexe situatie en dan zou een KRW-maatregel nu een mogelijk een desinvestering kunnen zijn. En voor het watersysteem zijn we dat nu ook tegen het licht aan het houden om te kijken wat is haalbaar gegeven eind '27, maar ook wat is maakbaar gegeven de capaciteit die we hebben? Nou, daar zijn we nu nog een voorstel voor uit aan het werken en dat komt in de volgende commissievergadering. Komt dat op de agenda? De lozingsvergunningen nou, daar is de Europese Commissie eigenlijk klip en klaar over. Dan zeggen ze van nou Nederland, jullie moeten voor het eind van deze planperiode al jullie toestemmingen tegen het licht hebben gehouden en die in lijn hebben gebracht met de KRW. Nou, voor Waterschap Limburg gaat dat over vergunningen voor directe lozingen. Die moeten wij dus KRW-proef maken en nou, daar vragen we twee FTE voor. Wat we daarnaast moeten doen is. Adviseren over indirecte lozingen dat zijn lozingen van bedrijven op het rioolstelsel. Daar zijn wij niet voor aan zet, maar daar zijn gemeentes en provincies bevoegd voor en die hebben dat uitbesteed bij omgevingsdiensten. Nou, wat we hier nog niet weten is wanneer ze daar precies mee gaan beginnen en ook welk tempo ze gaan hanteren. Dus de capaciteit die hiervoor nodig is. Die kunnen we op dit moment niet inschatten. Nou, de laatste puntje, dat gaat over onze eigen lozing, hè? De RWZI's, dat moeten we niet alleen de toestemming aanpassen, maar uiteindelijk ook de maatregelen nemen, hè? Als er nieuwe inzichten zijn dat er nog iets extra's nodig is op de RWZI's. Maar dan moeten we ook realistisch zijn, hè? We hebben een lopend uitvoeringsprogramma dat ronden we af en de nieuwe inzichten die nu ontstaan. Ja, dat is echt iets voor uitvoering op de wat langere termijn. Nou, dan komen we bij de andere helft van VTH toezicht aan de handhaving. Daar stellen we voor om toezicht aan de handhaving te intensiveren, want daar is nog wat te halen. Wat we nu doen in toezicht en handhaving voor waterkwaliteit is vooral repressief handhaven, dus er zijn er problemen en dan gaan we daar op af. Maar waar we graag naartoe willen, is meer aan aan de voorkant, dus meer naar het coachend handhaven toe en dat doe je door regelmatig met bedrijven met ondernemers in contact en in gesprek te zijn. Nou, hier vragen we ook twee FTE voor, waarvan we er eentje willen inzetten op glastuinbouwbedrijven. Dat is een grote sector in Limburg en je wordt eigenlijk voorgesteld om een risicogericht handhaving toe te passen. Dus hoog risico bedrijven bezoek je vaak, laag risico minder, maar één keer in de vijf jaar heb je ze toch allemaal gehad? Nou, hetzelfde voor openteelt en veeteelt ook in FTE zijn veel meer bedrijven, maar dan gaat het natuurlijk vooral om de bedrijven die percelen hebben. Activiteiten in de buurt van de wateren, de kwetsbare wateren. Nou, wat kunnen we met die FTE toezicht op teeltvrije zones ruimen? Oppakken nieuwe technieken inzetten, hè? De drones bijvoorbeeld en nou hier ook de bedrijfsbezoeken. En nou, dat is echt wel een belangrijk punt, hè? Van de in dat coachend handhaven dat je regelmatig ondernemers spreekt en dat soort dingen. Natuurlijk echt fout gaan. Ja, dan komt er gewoon een proces-verbaal, maar er is ook heel veel wat je met elkaar kan regelen omdat ondernemers zich over het algemeen ook heel graag aan de regels willen houden. En dan kijken we natuurlijk naar alle aspecten niet alleen waterkwaliteit, maar ook zaken als berekening en drainage komen dan aan de orde. De buurlanden samenwerken met de buurlanden ook een specifiek aandachtspunt vanuit. Marleen van Rijswijk, die dat essay over de KRW had geschreven. Zij is eigenlijk waterschappen. Je moet in gesprek blijven met die buurlanden blijft samenwerken, want dat is wat de Kaderrichtlijn Water eigenlijk van jullie vraagt die die stroom grensoverschrijdende stroomgebiedsbenadering dus dat doen we ook op dit moment in een proces dat we joint factfinding noemen, samen feiten verzamelen en dat hebben wij het nodig voor twee dingen. De eerste is voor dat juridische spoor dat ik het straks even over hè dat we moeten kunnen aantonen wat uit het buitenland komt dat wij er niet worden afgerekend. Maar belangrijker voor ons is eigenlijk ja, waar wij naar streven is een duurzame goede samenwerkingsrelatie met onze partners over de grens en daar is dit eigenlijk een eerste stap in die wie weet. In de toekomst kan uitgroeien naar dat we misschien nog samen maatregelen kunnen oppakken. Dan zou je van joint fact finding naar joint venture gaan. Nou, hoe ver zijn we daarmee? Ja, dat hangt een beetje af van het het land, zeg maar met Wallonië moeten we nog proberen tot één afspraak te komen. Met Vlaanderen zijn die gesprekken en lijkt het erop dat we op een afspraak kunnen komen met Duitsland zijn we verreweg het verst, daar hebben we eigenlijk het hele proces inhoudelijk al doorlopen met de partners is alle informatie verzameld en dat is echt een hele mooie mijlpaal bereikt onlangs. Nou, die informatie gaan we nu nog aanbieden aan de grensoverschrijdende overleggen, omdat die stukken ook de status te geven. En dan kom ik met mijn laatste sheet, de waterschapsverordening. Ja, die die hebben wij, dan kunnen wij regels instellen. Er staan ook regels in voor waterkwaliteit. Dus we kunnen die regels ook aanscherpen om ja, KRW-doelen dichterbij te brengen. Alleen, dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want je kunt als overheid regels stellen, maar dat mag je niet zomaar doen. Ten eerste moet je daar een goede onderbouwing voor hebben. Nou, dat lijkt mij wel een redelijke voorwaarde en daar kunnen we ook wel aan voldoen. Maar er is ook nog een ander punt, het waterschap is niet de enige overheid die regels kan stellen. Het Rijk kan dat ook, de provincie kan het ook en gemeentes kunnen het ook, die hebben de omgevingsplannen. Dus als je een waterkwaliteitsprobleem hebt in een water, dan moet je eigenlijk twee vragen beantwoorden. De eerste is het een probleem wat we via extra regelgeving goed kunnen oplossen is ook niet altijd het geval. Maar stel het antwoord is ja, dan heb je ook nog een tweede vraag. Dat is namelijk welke overheid gaat dan de extra regels stellen? En ja, dat is nog onderwerp van discussie, ook wel een beetje van het spel, want het is ook wel een beetje een hete aardappel die rond gaat. Omdat het stellen van regels kan potentieel ook heel kostbaar zijn. Als je ondernemers raakt in een bedrijfsvoering, dan kan het dus zijn dat je daar ook nadeelcompensatie voor moet gaan betalen. Dus nou, nu hebben we bijvoorbeeld een nieuwe nitraatactieprogramma. Daar wordt aan gewerkt, hè? Dat is het landelijke regelgeving. Nou, we zien dat we daarmee niet de KRW-doelen gaan bereiken voor meststoffen, maar dan zegt het Rijk impliciet van. Nou ja, dit is wat wij met de rijksregelgeving oplossen en wat er overblijft de regio, dat is jullie probleem. Nou, vervolgens hebben we een provincie Limburg die zegt van nee, maar wacht eens even, dit is een probleem op een veel grotere schaal dan onze provincie. Dat is een bovenregionaal. Rijdt jullie moeten dat oplossen en als wij het al moeten doen, dan willen we op zijn minst ook daar financiële afspraken over maken. Dus zo gaat dat nog een beetje op en neer. Nou, wat doet het waterschap daarin wat we eigenlijk nu hebben voorgesteld aan de provincies om hier toch op dit punt in beweging te blijven? En we hebben met de provincie afgesproken dat we een een pilot gaan organiseren. Provincie trekt dat waarin we in een stroomgebied is gaan oefenen met hoe dit zou kunnen werken. Nou, wat we daarnaast voorstellen, hier is ook om een aantal voorbereidende onderzoeken te gaan doen, zodat we ja wel een beetje weten waar we het over hebben. Als we het als het ook zover komt. Nou, wat zegt de Europese Commissie nou? Dat gaat over ook over de meststof, de nutriënten. Ja, op dat punt heeft Nederland zijn krediet wel een beetje opgebruikt inmiddels en zegt de Europese Commissie, nou, Nederland, jullie moeten drastisch gehaltes en nutriënten reduceren en als vrijwillige maatregelen niet helpen, dan moet je ook verplicht aan de maatregelen overwegen. Dus dat zit ook in deze sfeer. Ja, zo kom ik aan het einde van mijn verhaal en. Ja, heeft hij kunnen zien dat een gedeelte van de stappen die we moeten zetten, wat duidelijk is nu maar een gedeelte ook nog niet. Nou, dat is nog punt voor nadere uitwerking van de komende maanden. En ik denk ook nog wel de komende jaren, dus het onderwerp zal ongetwijfeld nog hier op de agenda terugkomen.
Dank u wel meneer Smit, dan bent u nu in de gelegenheid om een aantal vragen te stellen waarbij ik voorstel om eerst mevrouw Jacobs het woord te geven voor haar vragen en ook meteen de antwoorden voordat ik het rondje maak omdat zij om 07.30u uiterlijk weg moet en ik wil daar graag aan tegemoetkomen. Mevrouw Jacobs, u heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Vanuit LV50 geven wij allereerst onze complimenten voor het duidelijke rapport. We vinden het lijvig, uitgebreid en gedegen. We hebben nog een paar inhoudelijke opmerkingen. Ik had er meer genoteerd, maar die zijn al beantwoord. Nederland staat aan het einde in de lijn van enkele wateren uit onze buurlanden. De rivieren zijn interregionaal en wanneer vervuild water ze. Zou dat ook bijdragen aan onze uitkomsten? Wat het voor ons uiteraard is, is één grote uitdaging om aan de KRW te voldoen binnen die tijd. Dit zorgt voor noodzakelijke grensoverschrijdende samenwerking en aanpak, waardoor dat wij meten en monitoren aan de grens heel belangrijk vinden en over de grens. Joint fact finding is naar onze mening essentieel, maar ook is gezamenlijk aanpakken van deze bevindingen. Het volgende: vergunningverlening sluit volledig aan bij aanpak bij de bron, maar ook vergunningen die afgegeven worden door het rijk. Wat is daar onze invloed op en wat is daar vaak de looptijd van? Ja, betreffende de twee FTE's die noodzakelijk zijn bij vergunningen. Ja, wij zeggen doen. Dat was het, dank u wel, voorzitter.
Nou, ik heb weinig vragen gehoord en weinig echte vragen gehoord. Ik wil wel even nog ingaan op een opmerking van u als het gaat over joint fact finding. Want u zegt meten aan de grens en ook over de grens. Dat is natuurlijk twee kanten uit, hè? Je kunt in het buitenland zijn of in het binnenland. Hebt het meten wat wij om om goed te kunnen analyseren, moeten we dus meten aan de grens. Wat komt er binnen? En we moeten meten in de Maas. Wat gaat er dan uit en dan? Als dat beter is geworden, de waterkwaliteit in de tussentijd, dan is dat onze bijdrage is het slechter. Is het ook onze bijdrage, maar dan hebben we wat te doen. Wat is nu het leuke bij die joint fact finding? Wij hebben die analyse met 14 grensoverschrijdende wateren in met Duitsland, hè? We hebben 21 grensoverschrijdende waterlichamen van 14 met Duitsland die analyse met Duitsland die is afgerond. En, ik heb van de week te horen gekregen. In mijn portefeuillehoudersoverleg dat ook die analyse omarmd is door de Duitse autoriteiten. En dat betekent dat je de volgende stap kunt gaan zetten, namelijk samenwerken aan het oplossen van een aantal knelpunten. En dat is iets wat we een paar jaar geleden nog niet durfden te vermoeden dat dat ging lukken. Het was wel een wens van ons, dus ik ben ook heel blij en ook trots op de mensen die dat bereikt hebben. Dat we nu die stap hebben kunnen zetten, we gaan dit ook delen met. Michel zei het al het grenswatercommissies die er zijn en dit gaat ook denken wij een olievlekwerking hebben in de richting van. Gelderland, Overijssel, Groningen, want daar was men nog niet zover, maar die vinden dit wel een fantastisch verhaal en ook een resultaat waar ze zelf ook wat mee kunnen. Dus het is, het is een hele brede samenwerking geworden, uiteindelijk van het ministerie tot echt het Duitse ministerie en alles wat daartussen zit. En daar mogen we trots op zijn als waterschap. Ja dat dat is, denk ik wat ik eraan zou willen reageren.
Ja, nee, dat was wat wij zeggen doen over de FTE's. Maar de vergunningsverlening. Wat zijn de periodes van de periodes dat het rijk vergunningen vooruit heeft? Kort hè, max twee jaar of ook langer natuurlijk waarschijnlijk, wat is daar? Ja, het antwoord op dat het rijk kan doen voor hoeveel jaar kunnen zij maximaal een vergunning afgeven?
Nou, het Rijk geeft volgens mij geen lozingsvergunningen af. Rijkswaterstaat doet het dan? Voor hele grote zaken, dan heb je de provincie die voor een aantal... U heeft de krant gelezen hoe wij daarin nieuws zijn gekomen. Maar dat is een provinciaal proces. Dat heeft te maken met de categorie bedrijven. Dat is volgens mij ook een van de vragen van een ander commissielid. De categorie bedrijven, specifieke categorieën, de eerste preventievergunningverlener. En de rest zijn of wij het. Als het lozingen zijn op ons systeem? Of het zijn de gemeentes en het merendeel zijn bij de gemeentes en daar zit onze zorg ook. Daar is ook een landelijk proces wat loopt om te kijken hoe dat verbeterd kan worden. En ik ben in gesprek met de gemeenten. Niet ja, gezamenlijk en individueel om dat probleem ook onder de aandacht bij de bestuurders van de gemeente te brengen. Heel vaak zijn lozingsvergunningen voor onbepaalde tijd verleend. En ik gebruik altijd het voorbeeld van iemand die een vergunning aanvraagt voor het maken van fietsbellen. Na twee jaar ontdekt dat fietsbellen eigenlijk niks opbrengt en dat hij beter koplampen kan gaan maken. Maar dat wil niet zeggen dat zijn bedrijfsproces hetzelfde is. En de vraag, en ik snap dat voor een ondernemer die zoiets gaat doen dat niet de eerste gedachte is, nu moet ik even mijn lozingsvergunning laten aanpassen. Dat is een heel platgeslagen voorbeeld om te laten zien waar problemen zitten. Als jij een vergunning hebt om te lozen, dan heb je als bedrijf niet altijd de... En dat is niet eens met kwade wil, hè? Dat bedoel ik helemaal niet, maar je gaat moderniseren. Je gaat andere stoffen lozen, maar je hebt toch al een vergunning om fietsbellen te maken, om die maar even te blijven en die gedachte dus. We hebben daar echt de gemeentes voor nodig. Het is al vaker in deze commissie aan de orde geweest dat we bij een aantal zuiveringen ook problemen hebben met lozers die we niet kennen, maar daar heeft dit alles mee te maken, dus het werkt ook naar elkaar toe dat het actualiseren van lozingsvergunningen bij de gemeentes dat onderzoek helpt op zicht op stoffen die we op de zuivering krijgen en waardoor er misschien dingen gebeuren die wij niet zouden willen of die ons proces negatief beïnvloeden.
Dank u wel, daarmee mevrouw Jakosten, kunt u zich vrij voelen om de vergadering te verlaten wanneer u dat wenst en ga ik een rondje maken voor degene die nog graag het woord willen? Ik kijk even naar rechts, de heer Haagen. De heer Bongers. Mevrouw Kremers. De vrouw Hesen. En mevrouw Hilders. Oh ik dacht is één fractie, maar goed dan. Dus dacht ik één fractie, dus ik weet niet. We gaan het zien, meneer Haagen.
Ja, zoals u van mij gewend bent, zal ik in ieder geval een vraag stellen over de actualisatie van de lozingsvergunning. We hebben net verhalen gehad van Circle en mijn vraag is, er staat hier heel duidelijk dat aan de hand van een projectmatige impact uiterlijk eind 2027 alle lozingsvergunningen van het waterschap geactualiseerd zijn en voldoen aan de KRW-eisen. Gaan we ons daar in het MBA-traject met Circle ook aan houden in het kader van de nieuwe lozingsvergunning, is mijn vraag, want ik heb het uitgezocht middels een KRW-quickscan die je kunt doen via krwondernemen.nl. Dat zou betekenen dat er door Circle helemaal geen kwik meer geloosd mag worden, want die kwik staat op een lijst met stoffen die voor de Grensmaas niet voldoet en het mag niet achteruit gaan, dus mag er niets meer geloosd worden. Nou geldt datzelfde voor een aantal andere stoffen. Zetten stoffen die ook geloosd worden door Circle, fluoranthene, glyceen, benzopyreen, benzo[a]anthracene en benzo[b]fluoranthene, dus een flink aantal stoffen zullen straks, als we willen voldoen aan de KRW-eisen en dat staat in dit stuk, dan zullen we die absoluut die lozing moeten verbieden. En mijn vraag is: gaat WL zich daaraan houden met de nieuwe lozingsvergunning van Circle en zullen zij dat eisen in het MGA-traject? Ik heb nog wel wat vragen voor dadelijk, maar misschien moeten we deze eerst beantwoord hebben.
Nou, het is een stuk ter informatie, meneer Hagen, daar is één vragenronde voor, dus als u nog vragen heeft, zou ik ze nu stellen, want we hebben geen tweede ronde meer. Alleen vragen naar aanleiding van de beantwoording.
Dan stel ik een volgende vraag, dat gaat over 6.5 op. Dat is op pagina 17 de maatregel 13 intensiveren van toezicht en handhaving en daar staan een aantal dingen in. En mijn vraag is hoe gaat WL de intensivering van het toezicht aanpakken? Komen er meer FTE voor of meer toezichthouders? Gaat de frequentie van meten geïntensiveerd worden? Gaat die omhoog? Er staat een zin in over het risico gebaseerd en coachend toezicht. Nou, ik vraag me af wat daarmee bedoeld wordt. En verder staat er een stukje over de glastuinbouw specifiek en mijn vraag is, gaan wij van die glastuinbouwbedrijven nu vragen of zij die ongewenste stoffen die ze nu in het oppervlaktewater vaak lozen of soms in riool gaan, zelf gaan zuiveren? Of gaan we op andere manier daar paal en perk aan stellen? En dan heb ik nog op pagina 17, dat is ook 6.2 maatregelen. Gaan we invloed uitoefenen op het grondgebruik in verband met het gebruik daarbij van gewasbeschermingsmiddelen? Ik denk daarbij dan met name aan de lelieteelt, waarbij een ontzettende hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden waarvan inmiddels is aangetoond dat die zeker voor jonge kinderen en voor zwangere vrouwen een risico voor hun gezondheid vormen. En de vraag is, kunnen wij daar als waterschap al of niet in samenwerking met de provincie paal en perk aan stellen? En tenslotte op pagina 67, dat gaat over de uitwerking van bepaalde van die vergunningen ook weer. Daar staat onder afbakening een laatste zin. Pagina 67 12.2 en die zin luidt: Daarnaast valt de lozingsvergunning van Circle buiten de scope, aangezien deze continu wordt geactualiseerd. Nou, is dat continu geactualiseerd? Is dat één keer per 7 jaar? Maar ik hoop toch niet dat daarmee de lozingsvergunning van Circle buiten de scope van de KRW-eisen valt? Dat is mijn vraag.
Dank u wel, voorzitter. Wij als fractie Waterbelang zijn heel blij met deze rapportage. We hebben hierdoor een en zeker ook met de presentatie die we erbij hebben gekregen. Die verduidelijkt nog veel meer. Dankjewel daarvoor. We krijgen nu een, zeg maar een overzicht over de uitvoering of die tijden gebeurt over aanvullende inzet die er gepleegd wordt. En wat ook belangrijk is, die juridische onderbouwing en verantwoording die we eigenlijk in 2027 moeten afleggen. Ik denk daarmee dat we als waterschap goede weg zijn ingeslagen en zaken die zeg maar als eerste opgepakt moeten worden, ook opgepakt gaan worden, zoals monitoring onderzoek. Waarmee we het eigenlijk moeten komen tot effectieve maatregelen? Ja, om die KRW-opgaven te realiseren. Ik weet niet. Ik zag in de stukken, hè? Als vraag ja, in de kadernota is, kwam dit ook. Ik sta een aantal keuzes zijn voorgelegd hè en bij maatregel 9. Hebben we volgens mij een andere keuze gemaakt als wat hier in deze KRW-impulsnota staat. En, volgens mij is dat niet in een stuk verwerkt. Maar goed.
Nee, en ja nee, dat is de enige vraag. U gaf dat straks ook al aan dat er een fractie ook al sommige fracties vragen schriftelijk had ingediend. Dat hebben wij als fractie gedaan. We hebben een stuk of 8, 8, 9 vragen ingediend. Ik weet niet of ik ze hier moet herhalen of.
Dank je wel, mevrouw Voorzitter. Ook wij van Water Natuurlijk vonden het een goed stuk, prettig leesbaar. Het gaf heel veel punten inhoud. Ook dank voor de presentatie, die ook een hoop vragen beantwoordde. Toch vroegen wij ons af: de beredenering van de risicoparagraaf van de Kaderrichtlijn Water-impuls wordt gemist. Het waterschap wordt voornamelijk door Europa verantwoordelijk gehouden voor de eventuele gebrekenstelling wanneer het de doelen niet heeft behaald. Het laat zien dat we onze maatregelen hebben genomen, maar deze niet hebben kunnen bereiken door gebrek aan daadkracht op het gebied van bijvoorbeeld normering. In de presentatie kwam ook naar voren dat er bestuurlijke opschaling heeft plaatsgevonden en er ook al afspraken zijn gemaakt. Daar was ik al blij om te horen, maar ik vroeg me af of daar toevallig ook strengere normeringen bij zitten. Dat was één vraag.
Voor de stoffen. En de presentatie kwam ook naar voren dat er steeds meer soorten stoffen worden gevonden en. Ja die. Paragraaf 12.1 er staat onder andere dat de overheden een belangrijke rol spelen, hè? Zoals net ook werd aangehaald. In onze mening mag dit expliciet worden verwoord. De presentatie gaf dat ook heel mooi weer net, maar zo duidelijk kon ik het niet teruglezen. Wederom de resultaten van kaderrichtlijn waterdoelen die zijn gewoon afhankelijk van de samenwerking. In het stuk was ook de leespagina 8. Het is een schermpje zwart. Dat de provincie is voornemens gemeenten te ondersteunen bij het bij de opgave van de overstorten. Voor het waterschap is dit eveneens een belangrijk thema in de samenwerking met de gemeenten. Nou vroeg ik me af, hoe zit het eigenlijk met de gemeenten die dit bijvoorbeeld niet voorspoedigen? En mogelijk ook niet zo'n haast hebben met het herzien van de vergunningen.
Dank u wel, voorzitter. Ja, beste voorzitter, dagelijks bestuur, medewerkers en collega-bestuursleden. Onze complimenten voor het initiatief opmaken en duidelijke weergave van dit document. Positief dat het Waterschap Limburg hier tijdig en actief mee aan de slag is gegaan, want het is zo 2027. Ook dank voor de presentatie. Er wordt beschreven hoe het Waterschap Limburg met de Unie van Waterschappen en provincie Limburg hier zijn rol pakt, duidelijke uitleg hoe het proces verloopt, hoe met externe partijen wordt omgegaan en hoe alles wordt gedocumenteerd. Deze transparantie waarderen wij als BBB+. Dit alles om tijdig de doelen voor het waterschap te behalen. Wel vinden we het bijzonder om te lezen dat fusie zo is georganiseerd dat men veel relevante kennis kwijt is geraakt. Dit geeft ons wel enige zorg. En, hoe bouwen we onze kennis zo snel mogelijk op? Door eerst in te zetten op vrijwillige projecten. Wat hebben we geleerd van de vrijwillige nitraat-appgroepen met digitale metingen? Er zijn nu al 748 percelen die aan die metingen hebben deelgenomen. Dit gaat nu richting de 1000. Volgens de Lord B. Zoals u ook in uw rapport aangeeft, kan niet alles ineens, dat zijn we helemaal met u eens. Hier bij de metingen geldt dat ook. Toch hebben we diverse vragen. Wat wordt bedoeld op pagina 5, waarbij de menselijke behoefte in balans wordt gebracht? Pagina 8, wat wordt bedoeld hiermee het zoetwaterconvenant? Is dat zo of niet, dan begrijpen we het misschien verkeerd. Besluitvorming bij de provincie is uitgesteld tot juni 2026. Wat gaat dit betekenen voor Waterschap Limburg en aan welke dwingende maatregelen wordt gedacht inzake teeltvrije zones? Wij als BBB+ houden ons aan het bestuursakkoord, dat wil zeggen, wij volgen de landelijke lijn. Pagina 9. Hoe steekt dit juridisch in elkaar? Dat is ook belangrijk. Hier rijst bij ons de vraag hoe de EU-norm is vertaald. In Nederland zijn de normen hier strenger dan in andere Europese landen. Wat zijn de normen van de EU voor Nederland, België en Duitsland? Maar daar hebben we in de presentatie ook al uitleg over gezien. Zeker omdat vanuit deze landen veel water wordt ontvangen. Vraag 5, ons voorstel is om het juridisch gedeelte voor wat betreft onderbouwing over eventuele aansprakelijkheid betreffende het niet halen van KRW-doelen 2027 volledig neer te leggen bij de Unie van Waterschappen, pagina 10. U stelt dat de provincie meer aan zet moet komen. Kunt u aangeven welke rol de provincie nu exact heeft betreffende het KRW-impuls dat staat op pagina 11. Ja, ik lees nog door, voorzitter, het zijn. Ja. Toepassen uitzonderingsbepalingen, een ander punt hierin is de historische belasting. Dit geldt voor zowel industrie, alsook voor landbouw. In de rapportages zou een reëel doel gesteld moeten worden, rekening houdend met het uitlogen van diverse stoffen. Het mag niet zo zijn dat de huidige landbouwpraktijk afgerekend wordt op de landbouwpraktijk van 40 jaar geleden. Hier missen we ook het kwelwater. Onze vraag is dan ook, valt kwelbeek ook onder dit afwenteldossier? Onze fractie mist ook nog één lozing, het stedelijk afspoelwater van de verharde oppervlakte bij buien is ook niet meegenomen. Ruim 20% van de oppervlakte van Limburg is verhard door wegen, industrieterreinen en andere oppervlaktes. Het regenwater dat hier opvalt vermengt zich met vuiligheid. We hebben 3 waterkwaliteiten. Het stromen mee in landelijk gebied, de lozingen van de RWZI's, de lozing van riooloverstorten en de agrarische lozingen. Dit vervuilde water stroomt in beken. Wij meten deze vuiligheid ook in de monsters die we nemen. En welk van de bovenstaande 3 categorieën wordt deze vuiligheid dat dit beken stroomt aangerekend of wordt hierop gecorrigeerd? Bij de stoffen in tabel 5.2 staat imidacloprid, pagina 13. Landbouwkundig is die stof al lang verboden. Een ander punt hierin is de historische belasting. In de rapportages zou een reëel doel gesteld moeten worden, rekening houdend met het uitlogen. Dat hebben we zojuist ook. Na levering is mogelijk. Er zijn stoffen die niet altijd in lichtarme omstandigheden afgebroken worden. En hoe linken we dergelijke stoffen en één bron? Naar de reguliere verse teelten kennen in heel strenge residucontrole in die teelten en we weten niet of het aan illegale inzet is. Dat is onze vraag ook. Hoe gaat het waterschap daarmee om? Ja, over joint fact finding met de buurlanden, dat is een richting die we erg ondersteunen. Prima dat dit zo samengevat is en dat Waterschap Limburg met deze nota zo transparant is. Ja, dan slaan je het stukje over van Duitsland, maar daar ondersteunen we de portefeuillehouder. De financiën en de uren staan in een schema. Onze vraag hier is of deze financiën in 2025 zijn meegenomen. Wij worden door in de begroting 2026 meegenomen. Ja, wat wij begrepen hebben in de presentatie gebeurt dat ook als we het goed begrepen hebben. Mooi. Vooruitziend. Kunnen er ook nog subsidies ontvangen worden van andere overheden hiervoor. Wij nemen aan dat bij goedkeuring van dit dossier. De consequenties worden opgenomen in de conceptbegroting, maar dat bevestigt u. Is de dekking van de uitbreiding van de 6 FTE opgenomen binnen de verschillende scenario's van de kadernota. En is het mogelijk nu bekend waarom de RWZI in Roermond niet optimaal functioneert? Of bedrijven worden gesommeerd om te stoppen met lozen van influent. En hoe realistisch is het dat de omgevingsdiensten de handhaving gaan accepteren? En hoe moeten wij dit zien? In een relatie met de NVWA, pagina 17? Maar dat komt ook een beetje terug op de vraag wat meneer Lanckohr stelde bij punt nummer 96. En, hoe gaat het participatieproces, inspraak en gedegen juridische voorbereiding georganiseerd worden? Dank voor uw aandacht.
Dank u wel, mevrouw Heeze. Ik ga nu wel even een opmerking maken, want er zijn vragen ingediend door de fractie Waterbelang door de heer Bongers en u hebt ook vragen ingediend. En door de fractie Water Natuurlijk. De bedoeling is dat u die ook schriftelijk beantwoord krijgt volgens mij van tevoren. Maar ik heb ook begrepen dat het iets van korte termijn is dat u het heeft ingediend. Maar ik denk wel dat we daar afspraken over moeten maken om de lange vragenlijsten te proberen op voorhand beantwoord te krijgen. Kunt u niks aan doen. Meneer, mevrouw Heeze, ik maak de vragen waarom u even af? En dan geef ik de portefeuillehouder het woord. En dan maak ik hem even af. U wil nog iets zeggen, mevrouw Heeze.
Ja, dank u wel, voorzitter. Wat ik denk nodig is, is een fundamentele koerswijziging om de Kaderrichtlijn Water-doelen te halen. Het blijkt tot nu toe dat gaat de KRW-doelen niet nader bijbrengen en ook de impulsnota gaat ons niet helpen. En wat mis ik daar? Preventie, gezondheid, specifieke lozingen en acties. Wat er ontbreekt is een discussie over de best beschikbare technieken. Dat is hartstikke belangrijk. Het was een kernvereiste voor vergunningen en lozingen. Zie je bijvoorbeeld voorwaarde 26 in de Chemelot-vergunning die moet ingevuld worden. In dit verhaal staat iets over dat best beschikbare technieken gelijkgetrokken worden met de RSA. Dat zijn minimale eisen van de EU, maar dat is helemaal niet de bedoeling. Best beschikbare technieken zijn niet de minimale eisen, dus dat is een iets waar dat mankeert in het verhaal. Wat ook ontbreekt, is de aandacht voor cumulatieve effecten. En de Hazard Index dat zijn ook cumulatieve effecten, maar dat is het toepassen ook van methodes die ze gebruiken bij water, ook bij lucht bijvoorbeeld. En het RIVM heeft daar hele verstandige opmerkingen over gemaakt. De monitoring die moet ook verbeterd worden, want we doen nu een beoordeling per stof en er is geen aandacht voor de gecombineerde effecten. Onvoldoende aandacht is er voor gezondheid. Welke gezondheidsschade ontstaat er door de lozingen bijvoorbeeld? Kankerverwekkend, hormoonverstorend, etcetera. Er zijn vragen over gesteld om daar cijfers over op te vragen en dat is niet gebeurd en dat is dus een gebrek aan onderbouwing. Dan zijn er natuurlijk grote vervuilers die genoemd moeten worden, zoals Chemelot. Die worden dus niet opgenoemd. Het zijn wel hele grote vervuilers. Voorzorgsbeginsel wordt niet genoemd. En ja, dat is ook relevant en ook het feit dat er geen achteruitgang plaats mag vinden. U heeft het over afwentelingen. Heeft u het vooral over het buitenland? Maar er wordt vergeten dat er ook lokale lozingen zijn. Bijvoorbeeld Chemelot is ook een lokale lozing en die worden genegeerd, hoort er wel bij. U heeft een zienswijze ingediend bij CFS over de PFAS en we zouden graag zien dat de inzichten die daar gedeeld worden ook bij de Chemelot-vergunning zouden worden gebruikt, maar die staan hier ook niet in het verhaal. Nou, er moeten meer acties komen en dat is niet een beetje inzicht verwerven of overleggen met de buren, enzovoorts. Maar er moet gewoon echt daadwerkelijke acties die helpen. En ja, weet je, je kunt wel inzicht verwerven in van alles en nog wat, maar deze richtlijn is er pas sinds 2005. Zuiveren aan de bron ontbreekt. Iedere vraag die wij hebben ingestuurd in juli zijn nog steeds niet beantwoord en er zijn geluiden dat ze Chemelot helemaal niet zo serieus bezig is met best beschikbare technieken. Het programma OASE gaat niet over best beschikbare technieken, maar gaat over traditionele technieken. Procesoptimalisatie hebben zij het over en compliance, maar RSA is de ondergrens en niet BBT en het moet ook elke 5 jaar herbeoordeeld worden. Dat is ook niet altijd aan de orde, dus dat kan ook een stuk beter. Even kijken. Ja, we hebben vanmorgen dus ook wat vragen opgesteld en ingestuurd. Dan weet u dat we deze ook. Chemelot heeft een koepelvergunning en dat stelt in staat tot normopvulling. Dat is niet de bedoeling als er bedrijven zijn die het goed doen, dan moeten dat niet verwerkt kunnen worden door andere bedrijven meer te laten uitstoten. Daar moet iets aan gebeuren. En ja, ik heb wel een tip voor het opsporen van vervuilers, want Delfland heeft een soort forensisch onderzoek gedaan, waardoor ze gewoon precies op een gegeven moment weten welke glastuinen dit of dat gedaan heeft. En dat onderzoeken ze dan elke keer en ze komen steeds dichterbij en laatst hebben ze er één kunnen beboeten en die moet een flinke boete betalen om het weer schoon te krijgen. Dus ja, om vanwege al deze zaken wil ik het ook graag als bespreekstuk in het algemeen bestuur hebben. Dat was het, dank u wel.
Ik ga gewoon even vooraan beginnen. En ik zal u aangeven op welke vragen wij schriftelijk zullen terugkomen. Sommige dingen kunnen we gelijk reproduceren, andere moeten we even uitzoeken waar u precies naar verwijst en hoe we dat moeten duiden. De heer Achten had het over kwiklozen in het MGA-traject, zo schreef ik het even op. Ik heb geen... Ja maar... Zo daar en licht. Ik krijg een nieuw nummer? Ik denk dat de vraag of de vergunning van Chemelot voldoet aan de Kaderrichtlijn Water straks, want dat is uw vraag eigenlijk en dat daarmee ook een aantal stoffen straks niet meer geloosd zouden kunnen worden, omdat die een nul lozing moeten hebben, dat ik die vooral bij mijn collega mevrouw Van Wespen neerleg, want die is met dat MGA-traject bezig. Voor mij klinkt het heel logisch wat u zegt, maar zo diep zit ik er niet in ten aanzien van vergunningen en dat geldt bij meer vragen over vergunningen. Ik ben niet de portefeuillehouder vergunningen, dus ik zal hier ook mijn collega de heer Achter moeten raadplegen. U noemde ook glastuinbouw. Wij zijn niet alleen met joint factfinding, maar ook met glastuinbouw een beetje een voorbeeldregio. Een voorbeeldregio, geen voordeel, maar voorbeeld. Een aantal van onze mensen, die hebben hele goede contacten met veel glastuinbouwers en acteren daar niet met het vingertje te wijzen, maar acteren door gewoon samen met de glastuinbouwers te kijken van waar zitten de verbetermogelijkheden in jouw kas, in jouw bedrijf? Dat doen we onder andere met drones. Dat doen we met een droneboot waarmee we van alles kunnen meten buiten. Dat doen we ook met warmtebeeldcamera's, want heel vaak geven die al een indicatie dat er ergens een lekkage is en dat werkt heel erg goed. En ik vind ook dat we dat op die manier moeten blijven doen. Maar we hebben te weinig tijd om die actieve connectie met alle bedrijven te leggen en daarnaast hebben we in de sector hier in Noord-Limburg ook nog heel veel potplantenbedrijven en dat is qua belasting voor het milieu ook een groep waar we goed aandacht aan moeten gaan schenken. Dat is ook de reden waarom we dat willen gaan intensiveren. In zijn algemene zin worden door meerdere mensen zaken gevraagd aan ons om te gaan doen waar we niet over gaan. Wij gaan niet over het beoordelen van gewasbeschermingsmiddelen. We gaan ook niet over het beoordelen van gewasbeschermingsmiddelen die misschien in een cocktail invloed op elkaar hebben en allemaal van dat soort zaken. Daar kan ik helaas niks mee. In de commissies van de Unie praten wij erover met bijvoorbeeld de Commissie Toelating Gewasbeschermingsmiddelen over hoe we daar mee om moeten gaan en met het ministerie. Maar dat zijn de partijen die op dat gebied wetgeving, de richtlijnen of hoe je het ook noemen wilt, willen geven. Wij kunnen alleen maar constateren met metingen dat we bepaalde stoffen aantreffen die te maken hebben met een specifiek gewasbeschermingsmiddel. En mevrouw Heeze noemt imidacloprid, dat is een mogelijke naam, maar als verboden stof die nog steeds gemeten wordt. Ja, dat kennen we, dat weten we en ik hoef daar niet in de gifkast te gaan kijken, want die stof staat vast niet in de gifkast. Die zit ergens in de dekenkist op de slaapkamer of zo. Maar wij kunnen alleen maar constateren dat hij er is. Wij mogen daarop ook niet handhaven. Dat moeten we bij een ander. We signaleren wel, we laten zien aan NVWA en ILT: hé, dit treffen wij aan in de meetmonsters. Als we heel duidelijk aan het eind van de sloot een bietenmiddel aantreffen en er is maar één perceel bieten en dat is van Piet, dan zullen we best even met Piet gaan vertellen: hé, dit zit in de sloot, want het is misgegaan, maar dan kun je ook heel duidelijk de relatie leggen tussen die twee zaken. En u had nog iets bij 6.5, maar dat kon ik even zo snel niet vinden, meneer Haagen. Oh. Maatregel 13 was dat?
Ja, nou, daar heb ik een tipje van de sluier aangegeven, maar dat zit ook in die bufferstroken en die spuitvrije zones. Daar zit dit ook heel erg in, want dat is heel erg in ons belang. De heer Bongers, u heeft de vraag gesteld. Totale opgave vastgesteld is dat 350 km, het zijn er ongeveer 310 naar de heer Smets. Die gaf dat in zijn presentatie al aan. Het provinciale aanvalsplan waterkwaliteit ziet niet toe op vergunningen. De provincie heeft geld beschikbaar gesteld en het ziet niet toe op de lozingsvergunningen van de gemeentes. Dat zit niet in dat verhaal. Het zit in de riooloverstorten, met name waar gedeputeerde Teunis geld voor beschikbaar heeft gesteld om de gemeentes te ondersteunen. Die vraag komt ergens anders ook terug. En die ondersteuning betekent dat men eventueel een projectleider kan inhuren via de provincie of wat dan ook afhankelijk van het plan wat er ligt. Maar niet in zoverre als ik niet weet. Tenminste dat geld zit daar niet in. De provincie is wel natuurlijk vergunningverlener voor een aantal bedrijven en hij is straks al even langsgekomen en stond ook in de krant 7 8 in Weert. Provincies vergunningverlener dat gebeurt via de omgevingsdienst. Maar dat is een aantal categorieën bedrijven, de grotere lozingen die horen bij de een logische vergunning van de provincie te krijgen. Er zijn criteria voor, ken ze niet uit mijn hoofd. U vraagt inzet van dwingende instrumenten als mogelijke KRW-maatregel. Ja. Het instrument is dan iets om een KRW-maatregel mogelijk te maken. Dat is bijvoorbeeld dan een beekherstelproject en het instrument is dan wel of niet onteigenen van grond en wij zullen dat altijd aan u moeten voorleggen. We kunnen dat nooit alleen beslissen, want dat was uw vraag.
Niet over voetbalbekers dan maar bijvoorbeeld, zeg maar spuitvrije zones of ook in de presentatie stond dat we de verordening kunnen aanpassen? Ja, goed. Wanneer is het moment? Komt dat naar voren, hè? Wanneer moeten we dat gaan doen? Is die keuze aan het AB of niet? Maakt die keuzes en ja goed, wat als we die keuze maken? Goed, wat is dan ja goed? Dat is een prestatie iets van je gezegd, dat heeft dat invloed hè en heeft dat?
Klopt, kijk, als het gaat over de waterschapsverordening, dan komt het gewoon bij u langs. Dus de keuzes die daarin gemaakt worden, worden door DB aan het AB voorgesteld. En die uitwerking, de heer Smits heeft dat ook aangegeven, dat ze daar wordt gekeken van wat is mogelijk? Dat gebeurt niet alleen, dat doen we niet autonoom. Dat doen we in samenspraak en het moet ook afgestemd worden. Wij kunnen geen dingen regelen die de bevoegdheid van de provincie zijn, andersom ook niet dus, maar daar. Daar wordt u als dit soort dingen gaan gebeuren, dan komt dat bij u langs.
U heeft een vraag gesteld over stoffen die niet toetsbaar zijn, omdat de detectiegrens hoger is dan de norm. Ja, als je niet kunt aantonen dat er wordt voldaan, dan wordt het toch niet voldaan? Zegt u dan aan het eind als vraag? Dat zou je kunnen zeggen, maar je mag mensen niet afrekenen op het feit dat je iets niet kunt zien. Als je het niet kunt meten, wil dat niet zeggen dat die ander iets fout doet. Snap je het dilemma wat hierin zit? Ja. Ja, als de detectiegrens 10 is en het is 9 wat erin zit, maar je kunt dat niet meten, dan is het net niet teveel. Het is misschien wel veel, maar het is niet teveel. En dan heeft u een aantal vragen over de financiën. Dat zijn bijna dezelfde vragen als mevrouw Hesen-Slots heeft zoals ik gezien heb. De middelen 2025. Er staan twee kolommen in die tabel op. Volgens mij is het bijlage 8 zeg ik uit mijn hoofd of 9. Er staan twee kolommen in, dat staat in wat geld is wat incidenteel wordt gebruikt en er wat geld in wat structureel wordt gebruikt. Structureel ziet u het in de meerjarenbegroting terug? Ziet u het in meerdere kolommen hetzelfde bedrag aan? En soms een deel is het incidenteel, dan staat het in 2025 dat incidenteel geld. Dat zoeken wij binnen de bestaande budgetten. Mocht dat niet lukken. Ik heb nog geen najaarsnota gezien. Ik weet dat hij bijna klaar is, maar dan wordt dat in een najaarsnota bij u voorgelegd alsnog. Dat waren uw laatste 3 vragen in een. Nutsaal want die 28 miljoen waar u in die vraag over heeft waar het gaat over de waterketen. Dat is het herprioriteren van de zuivering. De maatregelen op de zuivering, Hoensbroek die er in het ene jaar afgaan en er komen kleine maatregelen voor terug. Maar in een ander jaar komen die maatregelen er weer bij, dus dat is het verschuiven in de tijd van investeringsbedragen. Zo moet u dat lezen?
26 min 20 miljoen is Hoensbroek eraf en een aantal andere maatregelen erbij. Kleintjes. Maar dat is verder niet heel interessant. Inhoudelijk is dat niet heel interessant. En die miljoenen voor Hoensbroek komen in een later jaar terug, dan is het waarschijnlijk ook wat meer geworden en dat heeft ermee te maken dat het later in de tijd is en dat we dan preciezer weten wat we moeten gaan doen. En dan ga ik nog niet naar mevrouw Gemers. Nee, dan ga ik niet, want ik ga eerst naar mevrouw Verheij-Péters, want mevrouw Verheij-Péters heeft schriftelijke vragen gesteld die iets meer werk waren om te beantwoorden, dus die krijgt u schriftelijk beantwoord. En die gingen over overstorten, een aantal vragen en het andere moet, ik weet ik even niet meer. Maar goed, u krijgt schriftelijk antwoord, ja. Mevrouw Kremers, risico paragraaf wordt gemist, ik kan het kon niet helemaal begrijpen wat u daarmee bedoelde. Kunt u dat nog uitleggen?
Het dossier dat we moeten maken, het risicodossier. Dat is opgave één, geloof ik, van het rijtje dat we dus een dossier aan het maken zijn om straks uit te kunnen leggen. Dit hebben we allemaal wel klaar. Dit hebben we nog niet klaar en dat komt daardoor. En een simpel voorbeeld daarvan is wij, en dat komt dan de volgende commissie terug met het watersysteemprojecten. Als wij geen grond kunnen verwerven, kunnen wij een weg die recht is niet krommen, want dan hebben we ruimte nodig. Nou, dat is zo'n fysieke belemmering waarvan de Europese Commissie zegt: ja, als dat soort dingen spelen, dan is dat misschien een goede reden waarom u het werk nog niet hebt uitgevoerd. Ik zeg niet niet, nog niet, want de meeste dingen die ik nu ken, worden alleen in de tijd opgeschoven, maar dan komen de volgende kwesties op terug.
Ik heb het net over het onteigenen gehad als antwoord op de vraag van meneer Bongers. In het waterbeheerprogramma staat dat wij zouden kunnen onteigenen voor de Kaderrichtlijn Water en daar beslist u uiteindelijk over of we dat wel of niet gaan doen. Of het daarmee in de tijd veel sneller gaat, is een heel ander probleem, want dat duurt net zo lang. Minnelijke verwerving is de eerste optie en als er geen alternatief ontwerp mogelijk is, want dat kan ook nog, geen minnelijke verwerving mogelijk is, zullen we uiteindelijk moeten besluiten of we tot onteigening overgaan. Maar tot nu toe hebben we ervoor gekozen om dan met andere projecten verder te gaan, dit even te laten om te kijken of het op een later moment misschien gunstiger is om wel tot minnelijke verwerving over te gaan. Strengere normering van stoffen. Wij gaan niet over de normen, helaas, en dat is ook landelijk. U zegt, u moet de verschillende overheden benoemen in het stuk. Ja, volgens mij komen ze allemaal terug met hun verantwoordelijkheden. Ik probeer in die gesprekken waar ik het straks even over had met de wethouders ook aan te geven waarom hun een bepaalde verantwoordelijkheid hebben. Nou, toevallig afgelopen maandag zo'n gesprek gehad en dan zeggen de wethouders ook: OK, het is voor ons nu duidelijk en we pakken het gezamenlijk op, want dat is meestal als ik ergens naartoe ga, is dat daar aanbieding. We willen jullie graag helpen als je er niet uitkomt. Het is voor heel veel gemeentes en zeker de wat kleinere gemeentes eigenlijk oneigenlijk werk. Men heeft daar niet altijd de kennis in huis, dus we willen ze daar graag mee op weg helpen. En de vraag over de overstorten van de provincie Limburg. Wat te doen met de gemeente? Ja, dat is eigenlijk, dat zit in datzelfde gesprek. Vrouw Heeze, ik ga een poging doen, even kijken waar ik de vraag heb.
Mag ik daar interruptie nog reageren? Meneer Jansen had het in de beantwoording ook over de glastuinbouw, maar er loopt ook een project bij Siberië met de glastuinbouw. Want ik heb, even kijken, dit blaadje is een ander blaadje. Ik heb navraag gedaan en in de regio Noord-Limburg Oost-Brabant bevindt zich 25% van het landelijke glastuinbouwareaal. En misschien is het goed omdat er heel veel kennis is met het lopend project van Siberië en inzichten waar ook de handhavers van het waterschap bij betrokken zijn om dan samen te gaan of misschien te pleiten voor een landelijk specialisatieteam. Is maar een idee. En die moeilijke naam, die imidacloprid, dat wordt alleen nog gebruikt als biocide in vlooienbanden voor huisdieren en in de haren van de huisdieren en zodoende dat het ook in het water te meten is. Dank u.
Sommige plekken worden gemeten waar echt geen rioolafvoeren zitten, dus dan is de vraag hoe het daarin komt, niet met de wind. Of er moeten heel veel honden gaan zwemmen.
Nee, de vraag hoe de glastuinbouw van de samenwerking. Ik wilde daar even het volgende op zeggen. Er is een koplopersgroep binnen de waterschappen met portefeuillehouders glastuinbouw, daar ben ik er één van en wij proberen daar juist die samenwerking te organiseren. Ook op ambtelijk niveau is er al heel lang intensief contact tussen een aantal waterschappen waar met name de glastuinbouw zit, dus dan moet u denken aan Delfland, Brabantse Delta, Limburg en nog iets Overijssel.
Ja mevrouw Hilders. Misschien ik. Ik vind zo langzamerhand. Ik vind dit wat u allemaal naar voren brengt eigenlijk minder te zakendoende als het gaat over het KRW-dossier, want u gaat op de inhoud van vergunningen af. U gaat op de wijze van beoordelen af, maar dat is hier helemaal niet aan de orde. Hier is aan de orde dat wij een opgave hebben. Proberen maximaal de KRW-opgaven te realiseren in 2027 en daar hebben we nooit naar toe geschreven. En daar zitten een aantal richtingen in waar we willen intensiveren met geld, met mensen, soms met regels. Maar daar hebben we het niet over. De best beschikbare techniek in dit verhaal. Als u het voelt voor mij, als ik krijg geen gelijk en dan roep ik maar weer hetzelfde bij de volgende discussie. Dus ik ga daar ook inhoudelijk niet op in op die vragen van u. Het spijt me voor u, ik doe het niet.
Meneer Jansen, u heeft uw antwoorden gegeven, dan laten we het even bij. Ik heb nog wel een vraag openstaan van de heer Haagen waar het ging om de KLW-toets die zit in het hele MGA-traject. Is dat een onderdeel ook van de nieuwe vergunning dat hij moet plaatsvinden? En dan wil ik het even bij laten, want het gaat gebeuren en volgens mij hebben we daarmee alle vragen beantwoord en dat Bongers, er zijn vragen niet beantwoord van u.
Twee vragen zijn niet beantwoord. Eén, de laatste schriftelijke vraag ging met name over dat we zagen dat er ontzettend veel uitbesteed werk is bij dit programma en inhuur, en bij maatregel 9 dat we geen reactie op gekregen hebben. We hebben toch in de kadernota een keuze gemaakt voor de lage variant bij maatregel 9. Dus ja, goed, volgens mij klopt dat niet met wat hier staat.
Eerst even die allerlaatste schriftelijke vragen. In de veelkoloms staat uitbesteed of vinden. We hebben deze kennis niet zelf in huis. Het is voor een deel een kennisprobleem en voor een deel een capaciteitsprobleem. Dus we hebben gezegd dat willen we opgelost hebben. Daarom hebben we ook geld nodig op een aantal plekken om mensen aan het werk te zetten. Dat kan letterlijk aan het werk zijn, maar dat kan ook met nota's of uitzoekwerk zijn. Dus in die zin staat het er zo en er is voor gekozen om voor die tijdelijke oplossingen daar niet informatie voor te vergroten. Dus de keuzes die gemaakt zijn op formatie is ook structureel. En uw opmerking die op bladzijde 15 van het stuk stond bij helemaal de laatste zin: keuzes hierin worden voorgelegd via het proces van de kadernota. U heeft daar een keuze gemaakt en zo wordt die verwerkt in de begroting. Maar toen was dit stuk al geschreven.
Stuk ter informatie dat nemen wij nu ook ter kennisgeving aan, kom ik meteen bij de vraag van mevrouw Hilders. Het hele impuls KRW-impuls dat gaat landen in de begroting en op het moment van de begrotingsbehandeling kunt u een voorstel doen dat u dit als een bespreekstuk wilt zien en geagendeerd wil worden. Kunt u op dat moment doen en volgens mij heb ik daarmee alle vragen beantwoord. Het was een ter informatiestuk. Één ronde we nemen het nu voor kennisgeving aan en dat brengt ons bij mevrouw Hilders nog.
Ja, bij interruptie. Ik vind het niet juist dat ik geen antwoord krijg op mijn vraag of het een best beschikbare technieken, want die zijn hartstikke belangrijk voor het voldoen aan de Kaderrichtlijn Waterdoelen. En ik had graag dat u daar wel op inging en ik heb gevraagd om het als bespreekstuk te behandelen en dat is een verzoek wat ik handhaaf.
Nou, ook nou, ik hoor wat u zegt. Ik heb de reactie van de heer Jansen gehoord. En wat dat betreft hou ik mij nu even aan en u vraagt de agendering, u handhaaft de vraag. Maar ik heb u ook antwoord gegeven dat het in de begroting gaat landen. En daar kunt u alsnog het onderwerp agenderen en daarmee wil ik eigenlijk alle punten afsluiten.