Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Leden van het bestuur van Waterschappen Limburg, dank dat ik hier weer mag spreken. Ik ben Indra, wetenschapper en klimaatactivist, en ik heb bij de vorige vergadering ook ingesproken namens Extinction Rebellion. Ik heb toen reeds gezegd dat wij terug zouden komen en nu dus met iets meer. En wij staan hier omdat het bizar is dat Chemelot meer dan 14 ton microplastics per jaar en zeshonderdeenenzestig verschillende chemische stoffen mag lozen in de Maas. Het is eigenlijk te belachelijk voor woorden dat wij hier überhaupt moeten staan om jullie te vertellen dat het een ontzettend slecht idee is dat een bedrijf allerlei schadelijke stoffen in een rivier mag dumpen waar wij ons drinkwater uit halen. Als drinkwaterbedrijven een stof kunnen filteren, dan kan Chemelot dat ook. En dan zijn zij daar als vervuiler verantwoordelijk voor. En als een stof er door drinkwaterbedrijven niet uitgehaald kan worden, dan komt het dus in ons drinkwater terecht. En zo zou Chemelot deze stoffen al helemaal niet moeten dumpen in de Maas. Dus het is alleszins een redelijke eis dat jullie niet meer toestaan dat Chemelot om de eigen kosten te drukken, één: onze Maas en ons drinkwater vervuilt met allerlei chemische troep en schadelijke microplastics, en de belastingbetaler laat opdraaien voor de kosten. Twee: het waterleven in de Maas schaadt en de Nederlandse natuur kapot maakt die op instorten staat, maar cruciaal is om de gevolgen van de klimaat- en ecologische crisis nog enigszins te kunnen beperken. En drie: het risico neemt dat deze stoffen in de zee terechtkomen en marine ecosystemen vernietigen, wat de klimaatnoodtoestand alleen maar nog verder verergert. Dus slechts een onderzoeksverplichting is niet voldoende en de vergunning die er al ligt moet in ieder geval veel strenger en op een transparante manier gehandhaafd worden met afschrikwekkende boetes bij overschrijding. Wij vragen ons af, hoe wordt gecontroleerd of Chemelot zich aan de vergunning houdt en zijn de resultaten van die metingen openbaar? Wij begrijpen dat jullie niet de juridische middelen hebben om Chemelot-lozingen te stoppen. Maar we hopen dat jullie je ervan bewust zijn dat jullie ook van de kant van milieuclubs en andere belanghebbenden kwetsbaar zijn voor juridische processen. Jullie hebben je te houden aan de Europese wetgeving en deze vergunning is niet in lijn met de Europese KRW-doelen. Onlangs gaven de meest recente onderzoeken aan dat jullie deze doelen met het huidige beleid niet gaan halen in 2027. Organisaties kunnen juridische stappen ondernemen tegen jullie voor het niet halen van de KRW-doelen zoals MB nu begonnen is met juridische stappen richting het waterschap in Friesland of zoals WML en België juridische stappen onderneemt tegen een soortgelijke vergunning die is afgegeven aan een andere grote vervuiler. En dat jullie nu juridisch te weinig kunnen doen om schadelijke lozingen te stoppen en de KRW-doelen te halen, is jullie verantwoordelijkheid. Jullie hebben jarenlang veel te weinig gedaan om de kwaliteit van ons oppervlaktewater te beschermen. Nederland heeft de slechtste kwaliteit oppervlaktewater van Europa. Het voldoet vrijwel nergens aan de normen van de KRW. En als jullie echt juridisch het uiterste hebben gedaan en er niks anders mogelijk is om Chemelot-lozingen te stoppen, dan beschermt de wet de Nederlandse burger niet. Dan is de wet dus fout en moeten we die veranderen, want de situatie is nog steeds zo dat een bedrijf onze Maas mag vervuilen met grote hoeveelheden ziekmakende en schadelijke stoffen. Onze vraag is dan ook, wat kunnen jullie en gaan jullie nog ondernemen om de schadelijke lozingen van Chemelot in de Maas te stoppen? En wat kunnen jullie niet? Dus waar lopen jullie juridisch tegenaan en verder, wat kan Extinction Rebellion doen om jullie te ondersteunen in het stoppen van Chemelot? Moeten we langsgaan bij Chemelot, in de Provinciale Staten, moeten we naar Den Haag of naar Brussel? We horen het graag. Ik wil jullie oproepen, jullie verantwoordelijkheid te nemen. Jullie hebben niet alleen die grondwettelijke plicht om de gezondheid en veiligheid van burgers te waarborgen, maar ook een morele plicht om te zorgen voor een veilige leefomgeving voor de burgers door wie jullie verkozen zijn en die jullie zouden moeten vertegenwoordigen. Onze eisen zijn als volgt: één, bescherm ons drinkwater; twee, verbied de schadelijke lozingen van Chemelot in de Maas; drie, garandeer adequate handhaving; vier, hanteer het voorzorgsprincipe; en vijf, zorg dat de vervuiler betaalt en niet de burger. En ik herhaal het nog maar een keer: Extinction Rebellion geeft niet op. Wij komen terug, opnieuw en opnieuw en opnieuw, tot het niet meer nodig is. We willen graag op de hoogte gehouden worden van de stappen die jullie de komende tijd ondernemen en we blijven graag met jullie in gesprek. En we zouden graag begin volgend jaar, wanneer het tussentijdse moment van deze vergunning is, opnieuw met jullie spreken over de stand van zaken. Dank voor jullie aandacht.
Oké, dankjewel. Er is nu gelegenheid om een vraag te stellen aan u. Kijk even wie uit het bestuur daar nog, mevrouw Hilders, anderen niet, want dan doen we het in een rondje. Ja, gaat uw gang, ja? Ja.
Zo, is hij wel aan? Het voorzorgsbeginsel vanuit de EU is natuurlijk heel belangrijk. En voor zover ik heb kunnen nagaan, houdt dat in dat als bestaand beleid risico's inhoudt voor de volksgezondheid en het milieu, dat het beleid moet stoppen. Ik denk dat u dat ook vraagt. En, kunt u nog iets meer zeggen over de toepassing van het voorzorgsbeginsel?
Voorzitter, u vroeg ons net wat Extinction Rebellion kan doen om ons te helpen, hè? En wat ons behoefte zou helpen? Ik meen mij te herinneren dat u in de vorige vergadering heeft gezegd dat u in het bezit bent van wetenschappelijk bewijs dat microplastics schade toebrengen aan het milieu. Het zal ons helpen als u ons dat bewijs ter beschikking stelt. Dat waren de
Dus de eerste vraag over het voorzorgsprincipe. Nou ja, dat betekent dat stoffen waarvan redelijkerwijs kan worden ingeschat dat zij schadelijk zijn, niet geloosd mogen worden. Nou, voor microplastics is dat in ieder geval het geval. En waarschijnlijk ook voor een hele hoop andere chemische stoffen die in de vergunning staan, omdat heel veel van die stoffen opkomende stoffen zijn. En op de tweede vraag, dat wetenschappelijk bewijs is er volgens mij genoeg. Dat kunnen we zeker leveren, dus in ieder geval genoeg bewijs dat microplastics schadelijk zijn voor de gezondheid. Dat weet ik als wetenschapper. Dat bewijs kan ik sowieso zelf verzamelen en dat het schadelijk is voor het milieu, dat kunnen we ook wel uitzoeken.
Oké, dank u wel. Dan is nu aan de orde het memo onder 4.8, waarbij TB in het memo reactie en situatieschets heeft gegeven van de stand van zaken rondom de vergunning en de relevante problematiek die daarbij aan de orde is. Dus ik kijk even via rechts, jaren. Ja, daar.
Daar is hij. Dank u wel voor het memo. Ik heb eerder begin augustus ook informatieve technische vragen gesteld over de vergunning en over de controle op de vergunning. En daar heb ik antwoord op gekregen. Dank daarvoor, maar dat antwoord laat zien dat Sitech op dit moment absoluut niet voldoet aan de eisen die in de huidige vergunning gesteld zijn. Voor kwik loost Sitech 0,02 microgram per liter. De wettelijke norm is 0,000007 en de afspraak met Sitech was 0,01. Maximaal gaan ze overheen en kwik is een zeer schadelijke stof. Vanadium, pas afgesproken met Sitech per 1-1-2023, al een lozing van maximaal 4,3 microgram per liter en zij lozen dit eerste halfjaar van 2023 6,8, uw eigen cijfers. Die ik gelukkig gekregen heb ook voor AMPA. Dat is een stof die te maken heeft met koelwater. Stoffen die gebruikt worden op het Chemelot-terrein, maar ook trouwens een afbraakproduct is van glyfosaat. Daarvan wordt in 2023 nog 23,6 microgram per liter geloosd, terwijl de eis in de huidige vergunning is vanaf 1-1-2023 minder dan 10. Kortom, mijn conclusie is dat er ligt een vergunning, die is al heel erg ruim. Maar we moeten zeker zorgen dat we controle en handhaving doen en wanneer dit soort overschrijdingen geconstateerd worden, dat in gesprek gaan met Sitech om op zo kort mogelijke termijn deze lozingen weer binnen de huidige vergunning te blijven. Dat is het minste. Tot zover. Ja
Oké, dank u wel. Motie één en twee heb ik hetzelfde argument bij. Om technische inhoudelijke redenen zullen wij die niet steunen. De inhoud van beide moties is erg sympathiek.
Voorzitter, ja, ik maak een fout, want u vroeg aan mij of de moties kunnen worden. Ja, ja, ik dacht dat u meer een algemene beschouwing ging geven over het idee dat bekend is. Maar de moties moeten nog ingediend worden door de indieners. Dus dat vraag ik u dan om even. Sorry.
Excuus, ik dacht dat u een algemene beschouwing kon geven, maar dat is niet het geval, dus dan ga ik verder naar links. Niet dan, mevrouw Hilders? Ja, dank u.
U wel, voorzitter. We hebben een drietal moties opgesteld, waarvan ik wil beginnen met de meest vergaande, omdat dat volgens mij de goede volgorde is om ze ook te behandelen. Wij verwijzen naar de Unietro van de EU, het voorzorgsbeginsel. De watervergunning is al het een en ander over gezegd. En ja, er zitten 85 zeer bedreigende stoffen in het Maaswater. En ja, dat is niet helemaal conform het voorzorgsbeginsel. De watervergunning moet binnenkort opnieuw worden verleend. Net zoals de heer Hagel zei, zijn er een heleboel zaken die, ja, die zelfs niet aan de huidige normen voldoen. Wij denken dus niet dat Chemelot de beschikbare technieken optimaal inzet op dit moment. Wij willen aan het bestuur van het waterschap vragen of ze zich willen beraden en onderzoeken welke juridische mogelijkheden er zijn om die vergunning te wijzigen of in te trekken. Omdat, ja, als je je er niet aan houdt, dan zijn daar mogelijkheden voor. En we willen heel graag een plan van aanpak daarvoor, bij voorkeur voor 1 december en anders zo snel als maar mogelijk is. Want volgens ons is er hier wel iets dringend aan de hand. Dat is de eerste motie die.
De tweede motie heb ik opgesteld, samen met mensen van Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk. En ook daar zien we dat de vervuiling met toxische stoffen in het Chemelot-gebied al decennialang onacceptabel is. We hebben gezien van de RIWA, dat zijn de Vereniging van Drinkwaterproducenten in Nederland en België, dat er allerlei stoffen in de Maas voorkomen waarvoor niet eens een vergunning verleend is, dus dat is ook zeer kwalijk. Wij denken dus dat het technisch mogelijk is om die microplastics en chemische stoffen eruit te halen met filters en anderszins en dat het dus beter is om dat bij de bron te laten gebeuren, bij Sitech, dan wat het drinkwaterbedrijf later uit moet halen, want waarschijnlijk is dat uiteindelijk ook veel goedkoper. De controle en handhaving mogen zeer geïntensiveerd worden en omdat de normen van de Kaderrichtlijn Water ook nog gehaald dienen te worden, moeten we echt even kijken hoe we dat kunnen gaan herzien. We vragen aan het waterschap om ook die juridische opening te zoeken die voorziet in spoedige beëindiging van de lozingen van schadelijke stoffen met een nullozing van de 85 ZZS-stoffen. Dat zijn de zeer zorgwekkende stoffen. En ja, die dus, en dan hebben we nog een motie en die gaat over het in kaart brengen van probleemstoffen in het watersysteem. Want wij weten helemaal niet zo goed wat er allemaal in zit en we meten dat ook niet overal. Ik heb gezien dat er een impulsprogramma is van een kader in slim water waarin afspraken worden gemaakt om intensivering van maatregelen door te zetten tegen belastende stoffen, waaronder probleemstoffen en ook een emissietoetsen op al het water in de zuivering. Er zijn afspraken over gemaakt die stonden in het bericht van de Unie van Waterschappen over de Prinsjesdagstukken. En ja, het is gewoon essentieel dat het waterschap inzicht krijgt in de belastende stoffen die niet in het water thuishoren, waaronder dus de probleemstoffen die niet in het water thuishoren en onder andere ook van de Maas en van de Geul en de zijrivieren, de Beek etcetera. Wij vinden het belangrijk dat Waterschap Limburg in kaart gaat brengen welke belastende stoffen voorkomen in die Beek, zijrivieren en de Maas. En als ze niet in een vergunning zijn opgenomen, dan dient er nader onderzoek plaats te vinden, dus wij willen het bestuur graag opdragen om inzicht te verschaffen in de afspraken van het Waterschap Limburg over dat impulsprogramma Kader in Slim Water wat ik net noemde in kaart te brengen welke probleemstoffen zich bevinden in de Maas, de Beek en de zijrivieren en hierbij wat ik dan maar noem forensisch te gaan meten, dus voor en na de monding van de Geul op de Maas, voor en na de lozing van Chemelot, zodat je een beetje gevoel krijgt. Waar komt het nou vandaan? En dat kun je uiteindelijk doortrekken totdat je zegt, van nu kan het alleen nog maar van drie of twee bedrijven komen, dus dat is ook een belangrijk punt om gewoon te begrijpen, wat zit er in het systeem en waar komt het erin? En kijk maar even waar het vandaan komt en doe dat voor en na de lozing, zodat je weet waar het zit. Dat is de derde motie. En ja, ik.
U meer als ik maar en ze staan ibass, maar kijk ook voor de voorzitter, maar ook voor u als u wijzigingen wilt aanbrengen in de tekst is het handig dat u dat op papier voor u heeft, in plaats van dat we allemaal in dat machine in dat apparaat gaan kijken. Dus ik zou graag willen dat het even uitgeprint wordt. Stel dat we nu weer op zo? Er zijn moties ingediend. Vindt u het goed dat de DP naam met portefeuillehouder in eerste instantie reageert en dat u daarna de gelegenheid krijgt om uw eigen reflectie en standpunt daarover te bepalen? Ja, dan geef ik de DP het woord.
Ja, voorzitter, dank u wel. Als inleiding, korte inleiding, toch even naar het proces van de totstandkoming van deze vergunning. We hebben in 2018 een zeer zorgvuldig traject opgestart met de naam Mutual Gains Approach, waarin wij alle partijen die direct een belanghebbende zijn bij de lozing op de ER cq de Maas gezamenlijk het vergunningstraject voor te bereiden. Dat hebben we in een bestuurlijke en een ambtelijke werkgroep gedaan. En daar hebben zitting ingenomen: de provincie, Rijkswaterstaat, de drinkwaterbedrijven langs de Maas, de WML, Dunea en Evides, Sitech zelf en het waterschap en uiteraard Rijkswaterstaat. We zijn een zeer zorgvuldig traject begonnen waarin wij het wettelijke kader dat het bevoegd gezag, in dit geval het waterschap, heeft, hebben wij daarbij gevolgd. En zodoende zijn we ook tot die vergunning gekomen waar we ongeveer 2 à 3 jaar een zeer zorgvuldig traject doorlopen hebben. Normstelling dat gebeurt door het rijk. Dat staat het waterschap niet voor aan de lat. Wij hebben alleen maar het wettelijke kader dat geschetst is te volgen daarin. Als ik kijk naar de moties en dat heeft geleid tot die vergunning en dat heeft ook geleid, dan moet ik misschien er ook nog bij vertellen dat wij twee keer per jaar een gesprek hebben als bestuur. Bestuurlijk van het MGA-traject waarin we de voortgang bespreken, waarin we ook bespreken wat eventuele knelpunten zijn en waarom die zijn los van het handhavingstraject. Maar dat zit bij een andere portefeuillehouder. Dat hebben we heel bewust gescheiden om daar ook echt een knip in te maken. En wat dat betreft hebben we dat Mutual Gains Approach-traject dat we ook echt nog twee keer per jaar doorzetten en voortzetten. En we hebben gisteren toevallig nog een overleg gehad. De drinkwaterbedrijven hebben bij de drink en eigenlijk gezegd. Niemand en de voorzitter heeft daar buiten ook al gememoreerd. Er zijn alleen maar bezwaren ingediend door de bedrijven op Sitech, het Chemelot-terrein zelf en we zijn nog in afwachting van de procedure die loopt. Wat we ook hebben gedaan en dan kom ik dadelijk ook even op terug bij een reactie op de moties is dat er een onderzoeksplicht ligt en de inspreekster vermeldde dat terecht. Dat er een onderzoeksplicht ligt per 1 januari 2024 met betrekking tot de microplastics. Nou, dat onderzoek wachten wij af. En zullen dan op basis van de bevindingen mogelijke aanbevelingen conclusies trekken. Daar kunnen we nu nog weinig van zeggen. Heel even als inleiding van het traject, zoals het tot stand is gekomen. We hebben dat in de commissievergadering van 30 augustus heel uitgebreid met ons algemeen bestuur besproken en toegelicht en mochten daardoor het AB of voor het AB nog nadere duiding behoeven. Dan hoor ik dat graag, dan kunnen we dat alsnog in een volgende commissie uiteraard altijd bespreken. Als ik naar de moties ga kijken dan, voorzitter, met uw goedvinden dan. Ik had hem als motie twee, maar ik begrijp nu dat die motie één is en motie drie van mij motie twee. Wil ik graag in eerste instantie kijken naar motie twee en dat is de motie die ingediend is met betrekking tot de herziening watervergunning door de AWP, de Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk. En waarom neem ik die als eerste? Omdat de motie één die door de AWP is ingediend en mevrouw Hilders zei dat terecht verstrekkender is dan motie twee en wij, ik in ieder geval het algemeen bestuur, de motie twee ontraadt en daarmee ook expliciet de motie één, omdat die verder gaat dan motie twee. En de motivatie die wij daarbij hebben is en ik heb een tweetal afwegingen eruit gehaald. Is dat de door het Waterschap Limburg verleende vergunning aan Sitech teveel ruimte laat voor vervuiling van het Maaswater met toxische stoffen. Ja en ik kijk ook meteen naar de heer Haagen. Hij laat ruimte, maar hij laat niet.
3 moties en die zijn in IABS één, twee en drie geletterd. En motie één wordt als de meest verstrekkende beschouwd. En toen was vrij helder toen ze al in algemene zin motie één en twee bespreken omdat ze op elkaar lijken en haar reflectie daarop geven. Maar we komen daarna nog even tot een punctuele positiebepaling van het DB over elk van de moties, ja. Vanwege
De verstrekkendheid van motie één geef ik de motivatie om motie twee te ontraden. En dat geldt dan gelijk ook voor motie één. Maar zoals de Voorzitter zegt, die duiding doen we daarna. Zoals gezegd. De motie. Met de afwegingen zoals gemaakt in de motie, herziening Watervergunning Sidec door Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk komen we bij het vierde gedachtenstreepje onder van mening dat de door het Waterschap Limburg verleende vergunning aan Sidec teveel ruimte laat voor vervuiling van het Maaswater. Dan zeggen wij van ja, de vergunning laat ruimte, maar zeker niet teveel vanwege de wettelijke bepalingen waaraan wij als waterschap gehouden zijn. En ik noem het gebruik van best beschikbare technieken en dat kunt u ook zien in de memo. Volgens mij op pagina twee van zes vanwege de handreiking kosteneffectiviteit. Daar hebben wij ons als waterschap aan te houden. En wij mogen niet meer van een vergunningverlening vragen dan door het wettelijk door het rijk is vastgesteld. Dan kom ik bij aandachtstreepje vijf van die betreffende motie. Het technisch mogelijk is om microplastics en chemische stoffen, zoals PFAS, en schadelijke stoffen bij de bron te verwijderen. Ja, kan en ja, maar wij kunnen dat niet opleggen om dezelfde reden. Dat is ook weer vanwege de best beschikbare technieken en de handreiking kosteneffectiviteit waarin duidelijk het maximale investeringsbedrag staat en waaraan getoetst moet worden. Dus wij zijn wat dat betreft bevoegd gezag en bij vergunningverlening maken wij geen economische afweging, maar passen wij uitsluitend de wet en regelgeving toe. En dat, Voorzitter, is de afweging voor het dagelijks bestuur om de motie één te ontraden. Eveneens als de motie twee. Motie drie. Daar is een andere portefeuillehouder en die kijk ik naar de heer Jansen. Ja
De motie 3 die gaat in belangrijke mate over wat we allemaal zouden kunnen meten en wij meten heel veel, mevrouw Hilders. We hebben daar ook allerlei meetpunten. Waterkwaliteit, sommige wordt permanent gemeten, andere wordt één keer in de zoveel jaren een periode gemeten. Daar ligt een heel programma onder. Die data zijn ook beschikbaar, maar die zijn nog niet toegankelijk voor AB-leden. Maar we kunnen u die wel een keer laten zien. En die metingen die gaan over heel veel stoffen die genoemd worden in de KOW. Wij rapporteren daar ook over voor de KW-waterlichamen, maar wij meten niet in de Maas. De Maas is niet van het waterschap, dus ik kan niet zomaar gaan meten in de Maas. Maar Rijkswaterstaat meet ook van alles en wij kunnen weer wel over de data van Rijkswaterstaat beschikken. Dus u vraagt in de motie in kaart te brengen welke probleemstoffen zich bevinden in de Maas, de beken en de zijrivieren samen met provincie, RWS, gemeente en de RWS. Wij kunnen de informatie geven die we hebben. Maar daarmee weten we nog niet of we alle stoffen hebben gezien. Dat is het grote probleem bij meten. Je kunt een stof pas detecteren als bekend is waar je op moet zoeken en dat is het lastige bij waterkwaliteit. Dat geldt voor alle beken. Dat geldt voor de RIZ, maar dat geldt ook voor de Maas. U vraagt om forensisch te gaan meten. Voor en na de monding van de Geul bijvoorbeeld, zegt u dat moet ik dus bij Rijkswaterstaat zijn en dan ben ik afhankelijk waar de meetpunten zitten van Rijkswaterstaat. Dan wel toestemming krijgen om te meten. Dat kan ik hier ter vergadering niet toezeggen. Ik snap de vraag stelt, wij kunnen wel meten wat er bij de Geul in de Maas komt, want ik weet dat daar een meetpunt zit, bijvoorbeeld de bijdrage van de Geul aan de Maas. Die kennen wij. Dat geldt ook voor een aantal andere wateren, geldt niet voor alle zijrivieren of zijbeken, want dat gaat met kleinere wateren niet allemaal, maar wel de belangrijkere wateren daar hebben wij veel informatie over en kunnen we ook u laten zien wat we daarvan weten. Dus in die zin kunnen we u inzicht verschaffen wat u vraagt. Daarnaast zult u in de stukken die er al liggen dan wel in de begroting ook zien dat we daar nog meer willen gaan doen en dat zit voor een stukje ook in de extra zaken die wij graag zouden willen gefinancierd zien vanuit het rijk. En u noemt dat in de ik denk dat u daarmee bedoelt. Het impulsprogramma Kaderrichtlijn Water. Er is 800 miljoen beschikbaar binnen de gelden voor het NPLG die specifiek met KAW te maken hebben en dat ze intensiveren van de KOW-maatregelen. En wij zouden graag binnen dat programma ook meer meetpunten, want het gaat wel over geld. Het is geen klein bier waar we het over hebben. Wat betreft het meten van waterkwaliteit dus, want elke stof moet apart gedetecteerd worden. Wat mij betreft willen we best in een volgende commissie als het stuk klaar is, dan komen we met een inhoudelijke reactie wat we wel en niet kunnen aangeven uit mijn hoofd kan ik dat zo niet zeggen, maar dit is wel de richting van het antwoord.
Ja, ik probeer even kort samen te vatten, hè, want dat is misschien goed voor de discussie en de besluitvorming zo dadelijk. De portefeuillehouder zegt zojuist dat hij met een memo toelichting wil geven op wat wij doen in het kader van motie 3 en dat er een volgende commissievergadering wil bespreken. Dat wil zeggen dat we de motie in die zin overnemen dat we de toezegging doen dat we met zo'n memo komen. Ja. Kijk even Arnold.
Ja, de strekking van de motie overnemen. Als we niet op lettertjes gaan letten, dan kunnen we je hier informatie over gaan geven, want ze hebben allerlei samenwerkingsverbanden waar informatie in schone Maas, Waterketen, Drinkable Rivers. Nou, er is van alles. Dan is...
Altijd nog even een interessante vraag of een motie die wordt overgenomen met deze toezegging toch in stemming moet worden gebracht. Mijn lijn is dat we dat wel in stemming brengen om te weten of er draagvlak is voor de actie die DB gaat nemen. Dan kunt u in uw eigen fractie overwegen of u daar dan steun aan geeft. Bij de andere twee moties heeft Peter Freij aangegeven dat ze worden ontraden. Dat heeft ook vooral in het dictum te maken met de tijdsbeperkingen die ons worden opgelegd in het kader van het onderzoek. Het is juridisch natuurlijk een start gemaakt met wat heet mutual gain. Dat is dat je met elkaar in overleg treedt als stakeholders om te komen tot een vergunning. En je kunt daar niet tussentijds zomaar op inbreken als je het met elkaar eens bent geworden over de vergunning. Daarnaast is het zo dat enkele partijen los van die mutual gain toch juridisch in bezwaar gaan tegen de vergunningseisen, dus het is toch een spannende balans tussen onze beperkingen die we hebben aangegeven en juridische mogelijkheden die er zijn om bij de rechtbank alsnog daar bezwaar tegen te maken. Ondanks het feit dat je met de grootste partijen overeenstemming hebt gevonden over de route en de hoofdlijnen van de uitgangspunten van die vergunning voor 600 stoffen. Dus dat wil ik u nog meegeven. Dan is er nog een vraag gesteld over de handhaving op site Chemelot. Ik kan op dit moment die informatie niet krijgen. Ik probeer dat wel met alle macht nog deze vergadering. Ik ben blijkbaar ook partijhouder, dus dat spijt me dat ik dat niet uit mijn hoofd weet. Maar daar zullen we u, ofwel vandaag of later, over informeren hoe het met de handhaving staat. Dat wat mij betreft, dan kijk ik voor de tweede termijn opnieuw naar de heer Haagen. Voorzitter.
Schoenen stel voor dat ze een kwartier nemen. Een kwartier. Ja, het is nu. 10 tot 4 roep ik u terug dank u wel. U begrijpt dat u allemaal nu in fractieverband verder kunt bespreken over. Wat voorlicht? Ja, wij gaan weer starten. Ja.
Weet ik. OK, moties waren ingediend. Ik ga in principe nog een keertje praten met de fractievoorzitters of je nou aan het begin van het debat meteen de moties indient of dat je dat pas doet nadat er een eerste of tweede termijn is geweest, hè? Meestal is het zo dat je in de klassieke procedure dat doet nadat het debat over de hoofdlijnen is gevoerd en niet het debat start met de moties. Maar ik herken wel in de parlementaire cultuur dat men nu vandaag de dag snel met de moties komt, waarbij degene die nog in het klassieke patroon zit denkt: ik heb nog twee termijnen, maar we hebben eigenlijk al een termijn gehaald, zou je kunnen zeggen. Maar ik ben vandaag soepel. Dus we gaan dat met elkaar oplossen. Ik heb ook de informatie over de handhaving, maar misschien is het verstandig toch eerst de moties te bespreken en dat ik daarna nog even in de tweede reactie van het DB de handhavingsinformatie aan u geef. Of wilt u die nu hebben? Dat kan ook.
Nou, ik heb even voor in de eerste termijn aangegeven dat door de organisatie aangeleverde gemiddelde van de maandelijkse gemeten concentratie voor het aantal stoffen buiten de marges is, buiten de normen die in de huidige vergunning gesteld zijn. En mijn vraag is natuurlijk, hoe gaat het DB, het Waterschap Limburg, hoe gaat het handhaven? Want het waterschap is de handhavende organisatie. Dat is punt één. Het tweede wat ik nog wil opmerken is dat bij het opstellen in de MGA over de huidige vergunning, dat is 2018-2019 geweest, ten aanzien van polymeren, een BREF, dat is een BBT-referentiedocument, gebruikt is uit 2007. En nu dus, dat was al 13 jaar oud bijna toen de vergunning verleend werd en nu leven we weer zoveel jaren verder. Als je kijkt en je hoort ook op verschillende gremia, Waterforum, H2O-net, wat voor ontwikkelingen er allemaal snel zijn, dan zullen we hopelijk in januari 2024 als opnieuw gekeken wordt naar die polymeren, dus de microplastics, dan zullen we hopelijk op basis van nieuwe BREF, nieuwe BBT's, best beschikbare technieken, een nieuwe afweging moeten maken over wat van site er geëist kan worden. Tot zover.
Dan even een korte reactie op wat uw vragen zijn, even het laatste punt maar meteen pakken. De BREF is leidend, hè? Dat zijn die Europese vergelijkende studies waarop, zeg maar, de techniek beoordeeld moet worden of je hebt te maken met een unieke situatie die je afzonderlijk moet beoordelen en waar je zelfstandig een besluit over moet nemen binnen de kaders van de BREF. Als de BREF te ruimhartig is gelet op de nieuwe technieken, mag je verder gaan. In deze situatie is er uitvoerig gesproken met bedrijfsvoerders over de situatie ten aanzien van plastics, vandaar de onderzoeksverplichting. Zij moeten in hun onderzoek aangeven wat met de nieuwe technieken wel mogelijk zou zijn, zodat dat inhoudelijk gemotiveerd door ons kan worden overgenomen of kan worden aangescherpt. Dat is de procedure, dus dat is 2007. BREF is, zeg maar, achterland. Twee die cijfers. Dat is in die zin ook het verhaal van de unieke situatie met de vergunningverlening op Chemelot, omdat er zijn rijksnormen, maar dat zijn rijksadviesnormen. En wij behoren die in de vergunningsprocedure aan te scherpen op basis van de bestaande situatie en wat mogelijk is. En dat hebben we dus gedaan voor de stof Quikfanadium, amper en melanine en ik heb die cijfers nu hier gekregen op de app, maar die ga ik ook u schriftelijk natuurlijk toesturen. Dan zie je dus dat over de jaren 21, 22, 23 bij de vergunningsnormen die dan scherper zijn als de rijksadviesnormen of minder scherp afhankelijk van de situatie, dat wij die dus jaarlijks geüpdatet en aangescherpt hebben en dat de waardes die feitelijk worden gemeten zich binnen onze vergunningsnormstelling begeven, behalve AMPA. En bij AMPA zijn er 4 of 5 langzamer uitgezet, ook al gedeeltelijk geïnd tot de waarde van meer dan € 200.000 op grond van het feit dat zij overschrijden. Dus daarmee hoop ik u duidelijk te maken dat er wel gehandhaafd en gemeten en ook proportioneel, zeg maar, sancties worden opgelegd als het gaat om stoffen die echt boven de vergunningsnorm uitstijgen. En natuurlijk vindt er voortdurend een gesprek met de operationele beheerder plaats over wat zij nog meer kunnen en moeten doen. Goede vraag, wie bepaalt de hoogte van de boete? Ook daar zijn, zeg maar, landelijke afspraken over in het kader van het Openbaar Ministerie, wat met de bevoegde gezagen een handreiking heeft van welke boete past bij welk overtredingsdelict. En daar kunnen wij natuurlijk bij de portefeuille handhaving nog wel een keertje wat meer informatie over geven, want dat is natuurlijk qua bedragen verschillend, naargelang ernst en vermogen van degene die overtreedt. OK, dan terug naar de heer Freij. Ja, u startte met de vraag naar de schorsing, dus dan ga ik met u maar even door. Nou.
Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, als ik het goed heb begrepen, dan zegt de portefeuillehouder dat motie één en twee worden ontraden omdat die in strijd zouden zijn met wet- en regelgeving en dat het waterschap de wet- en regelgeving moet toepassen. Dat is eigenlijk goed begrepen. Ik ben het, of Water Natuurlijk is het daar niet helemaal mee eens. Het punt is dat wij zeggen, leg geen verplichting op om microplastics uit het water te zuiveren omdat wij op dit moment niet het bewijs hebben dat microplastics schadelijk zijn voor mens en milieu. Dat is de reden waarom wij niet opleggen om microplastics uit het water te zuiveren. En dan kom ik dus niet eens aan die stap van de best beschikbare technieken. Daar kom ik helemaal niet aan toe. Het waterschap kan ervoor kiezen om veel meer in de lat te komen en kan gewoon zeggen op basis van het voorzorgsbeginsel wil ik wel dat wij strengere normen gaan stellen en willen wij wel dat microplastics uit het water gezuiverd worden. Alleen dan moeten we nu onderzoeken of dat in ons geval ook daadwerkelijk kan en dat is wat ik aan de portefeuillehouder wil vragen. Mij lijkt het, of ons lijkt het als Water Natuurlijk verstandig om te onderzoeken welke mogelijkheden wij hebben op grond van het voorzorgsbeginsel om verplichtingen op te leggen. Andere moties.
Dan over motie nummer twee. De portefeuillehouder heeft als argument om deze motie af te raden aangevoerd dat het vierde en het vijfde aandachtstreepje weerstand oproepen of niet haalbaar zijn, hè? Er staat dat de huidige vergunning teveel ruimte laat aan Sitec en bij die tweede gaat het over de vraag of het technisch mogelijk is om zaken te verwijderen. Nou, ten einde die discussie te voorkomen over dat vierde en dat vijfde aandachtstreepje, stellen de fracties van AWP voor water, klimaat en natuur, Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk voor om die twee aandachtstreepjes uit de motie weg te laten. En daarmee de motie en het dictum daarvan overeind te laten. Dan betekent dat wij het DB in deze motie verzoeken om met Sitec in overleg te gaan. U heeft als voorzitter net al aangegeven dat dat al een gangbare praktijk is, dus dat lijkt mij en ons geen probleem. En het tweede punt is uiterlijk 31 december 2023 te komen met een plan van aanpak en wat ons betreft mag dat ook een concept plan van aanpak zijn. Dus als wij de argumenten die de portefeuillehouder terecht aanvoert uit de overwegingen halen, dan lijkt het ons geen enkel probleem vanuit de DB om deze motie aan te raden in plaats van te ontraden.
Dank u wel, voorzitter. De indieners van de AWP-motie, de inhoud is sympathiek en hun hebben het over afspraken nakomen. Ze stellen dat er op even kijken.
Op uiterlijk 1 december 2023 of als zoveel eerder mogelijk aan het Algemeen bestuur hierover te rapporteren. Wij hebben een programma gekregen. De totstandkoming van de waterwetvergunning uit 2020 aan site die is in behandeling bij het DB en daarin wordt gesteld dat het rapport met de resultaten van de onderzoeksverplichting dient uiterlijk 1 januari 2024 aan het dagelijks bestuur van Waterschap Limburg te worden overlegd. Als we die dingen naast elkaar leggen, dan zou ik zeggen dat het niet getuigt van een betrouwbare overheid om nu van koers te wijzigen door de motie aan te nemen, omdat daar in die tijdsverschil maar één maand zit. En dit is een initiatief van de DB wat reeds wordt uitgevoerd. Helder andere
Dankjewel, voorzitter. Nou ja, allereerst zijn wij wel benieuwd naar de reactie op de opmerkingen van Water Natuurlijk die net gesteld zijn. Het is natuurlijk duidelijk dat ook Waterbelang de zorg deelt die er uitgesproken worden in deze motie en ook door de aanwezige insprekers zo treffend en duidelijk een beeld gewacht zijn. En wanneer ook te zorgen over de handhaving op een zorgvuldige naleving van de vergunning. Maar we moeten wel aan de richting toch ook vooral even tot mijn collega AB-leden ons wel heel goed realiseren dat hij ons wel aan wet en regelgeving te houden hebben en in die zin bijna alleen maar uitvoerend zijn. En in die zin is het natuurlijk goed als we onderzoeken wat de mogelijkheden zijn die het waterschap zelf heeft om adequaat en nauwgezet te kijken of er voldaan wordt aan de wet en regelgeving. Ik denk dat dat onze eerste taak is om in de rol die wij hebben in dit dossier ons als zodanig op te stellen en niet zelf eigen regelgeving willen gaan bedenken, waarbij we dan weer, en dat komt vaak ter sprake, onze eigen taakstelling en taakopgave uit het oog dreigen te verliezen en werk voor andere overheden willen gaan doen. Tot zover in eerste termijn. Even.
Ja, dank u wel. Natuurlijk moeten wij ons houden aan de wet en regelgeving. Mevrouw Van Bergstra heeft daar iets over gezegd, maar er zijn eerder vragen gesteld aan de minister over de lozing bij Camelot. En toen is er gezegd: het is aan het bevoegd gezag, en dat zijn wij, om te beoordelen of een emissie verantwoord kan worden toegestaan. Dit omvat wel een toetsing op de lokale invloed van een lozing, maar ook toen ging aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water en het betekent dus dat zij afwegingsruimte hebben en dat het niet helemaal is van je kan alleen maar hier op uitkomen. Er is discretionaire ruimte, afwegingsruimte, en ik zou graag zien dat we daar gebruik van maken. Dank u. Kijk, ik
Ook wij constateren dat er een zorgvuldig traject is geweest voor de verleende vergunning. Lopende de wedstrijd denk ik dat je je ook aan die vergunningafspraken moet houden, zowel de vergunningverlener als de vergunningnemer. Natuurlijk moet er strikt op gehandhaafd worden en dat begrijp ik ook dat er aanzienlijk gebeurd is. Wij vinden het in ieder geval onbehoorlijk bestuur als je daar nu van gaat afwijken. En, nou ja, wij steunen in ieder geval het voorstel van de portefeuillehouder en we staan achter haar uitleg. OK.
Dat ik het gehoord zou beantwoorden. Iedereen gehoord, hebben we de tweede instantie. Blijf ik de motie ontraden. Wat ik wel wil toezeggen, is dat wij buiten de orde van de motie om en los van de motie, en ook in het kader van de voorzorg en het zijn van een lerende organisatie, een soort externe second opinion vragen over het vergunningentraject. En dat in combinatie met het onderzoeksrapport met betrekking tot die microplastics. Dat willen we echt afwachten en kijken wat daarin staat en ook kijken wat daar, zoals ik zei, ook al zei, constateringen en bevindingen zijn en de basis daarvan. Zeg maar in het voorjaar 2024 is het dan al daarop terug te komen, waarbij ik dan ook al eigenlijk echt impliciet zeg: die datum van 31 december gaan wij niet halen. En dan wil ik mij ook niet op vastpinnen, want als we het doen, moeten we het goed doen en dat hebben we ook laten zien dat het goed doet. En intussen blijven wij in overleg met de partners uit het MGA-traject, voorzitter. En denk ik dat ik duidelijk ben geweest met
De toezegging over de eerste twee moties en de heer Jansen heeft al geantwoord op motie 3, dus we gaan zo dadelijk over tot besluitvorming, maar ik kijk nog even naar een derde. Ja. Ik ben
Ben dan wel heel benieuwd hoe mevrouw Van Bers gaat handhaven op de parameters die dik overschreden worden en waar de heer Ton Haagen net een aantal voorbeelden van gegeven heeft. Want laten we dat dan ook wel vers weten.
Voorzitter, het is mij volstrekt onduidelijk over welke motie we praten. Het zijn de motie één en twee. Ze hebben weliswaar hetzelfde onderwerp, maar zijn totaal anders van strekking. Over motie één heeft mijn collega zojuist een betoog gevoerd waarbij de centrale vraag is, zou u de juridische houdbaarheid van de toepassing van het voorzorgsbeginsel willen onderzoeken? Daarop is geen reactie van de portefeuillehouder gekomen. Dat maakt dan
Heb geen idee wat u bedoelt met een second opinion. U zei een second opinion naar de vergunningverlening. Laten we nou gewoon klare wijn schenken, helder zijn over wat we gaan doen. Ik begrijp nu, er komt een second opinion. Die heeft onder andere betrekking op de juridische houdbaarheid van het voorzorgsbeginsel. En heeft die dan ook betrekking op dat dictum van de motie twee?
Maakt het duidelijk, hè? Dat de twee moties toch tegen elkaar aanschuren, om het zo maar even te zeggen. Uitgelegd dat wij die check juridische optie die in motie één wordt genoemd, dat we die willen onderzoeken. Dat houdt ook in: hoe kun je het voorzorgsbeginsel dan toepassen met erkenning van de houdbaarheid van rijksregels en rijksnormering en handreikingen die daarbij een rol spelen, zoals die kosten-batenafweging? Dat is ook het antwoord aan mevrouw Hilders. Als het gaat om ja, u kunt binnen de rijksadviesnormering kunnen we maatregelen leveren. Dat gaat bij de Omgevingswet de komende jaren nog een grote rol spelen, maar dat moet dan wel zodanig gemotiveerd en afgewogen worden dat dat standhoudt bij de rechtbank en u heeft begrepen dat wij nu ook al weten dat we in een procedure bij de rechtbank met de huidige vergunning zullen staan. Dus dat is op zich de reden om ook zo'n juridische check nog een keertje te doen met de vragen die u daarover gesteld heeft in het kader van voorzorgsprincipe. En hoe ga je dat toepassen als je verder wilt gaan dan wat we nu al doen? Wij kunnen dan...
Ja, dank aan de heer Vrije voor deze vervolgvraag, doordat het wat duidelijker werkt. Ik was zelf ook even aan het zoeken welke vragen wij nu beantwoord hebben en over welke motie het ging. Ik kan het ook met de voorgesprekken aansluiten met deze toezeggingen van de portefeuillehouder. Kunnen we ergens in het voorstel vinden van de portefeuille, ja. Maar het is...
Is natuurlijk duidelijk dat de toezeggingen die we nu doen vandaag, dat die ook worden vastgelegd en worden uitgewerkt, eventueel die commissie nog even terugkomen als het.
Heb daar in overleg, hè? Met de portefeuillehouder toezegging bekrachtigd, en dat betekent dat ik u wel vraag om die motie in stemming te brengen en te spreken hè te stellen, zodat u, zodat wij ook weten wat dan het draagvlak is in het algemeen bestuur voor de gedane toezegging.
Mijn ervaring is dat er later misverstanden ontstaan over een toezegging, waarbij een DB een motie overneemt. Want dan geven we namelijk, als we hem dan niet meer in stelling brengen, de tegenstanders geen gelegenheid om hun standpunt over die motie duidelijk te maken. Dus als wij een motie ontraden, is het duidelijk. Als wij een motie overnemen, is het toch nuttig om te weten of daar het draagvlak voor in het AB aanwezig is. En ik wil dat graag in het Presidium nog wel een keertje met u bespreken. Maar zo voorkomen we verwarring over een overname van een motie, zonder dat we echt weten of dat nou de meerderheid steun.
Mag ik dan een vraag stellen, voorzitter? De vraag aan de indiener van motie één of zij die motie wil handhaven, gezien de toezegging van de portefeuillehouder. Misschien is het makkelijker voor ons allemaal als u zegt: ik ben tevreden met die toezegging.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik heb overleg gepleegd en even kijken. We zijn als LWP en ook als de andere mede-inders heel verheugd dat het voorzorgsprincipe serieus wordt genomen in dit gremium. Dat is al de winst van vandaag, denk ik. En de motie houd ik aan totdat de second opinion beschikbaar is waar mevrouw Van Wersch over sprak. Oké, motie.
Motie 3, ik kom er nog een keer in de procedure op terug, maar stel ik voor dat u toch aangeeft bij hand opsteken of u de motie steunt met de interpretatie en toezegging van de portefeuille.
Voorzitter, het is sowieso onduidelijk hoe we dit nu afhameren. In Hengelo zou je of de motie overbodig moeten verklaren, of overnemen, of het AB adviseren wat te doen met de motie. Ik vind het onduidelijk. Als je ze overneemt, is de motie overbodig, dus dan zouden we de motie kunnen intrekken. Dat doet hij niet. Vanuit Waterbelang Limburg zijn wij blij met de toezegging van de portefeuillehouder en dat heeft ook draagvlak bij ons. We hebben geen draagvlak voor de motie zoals die nu voorligt, dus wij zullen tegen de motie stemmen. En we hebben zeer grote moeite met de overwegingen, met name de overweging die bij het tweede gedachtestreepje begint. Dat onder leiding van CDA Waterbelang een groot deel van de Limburgse stedelijke kern ingericht is volgens de over de 1.25. Ik zou daar graag in het presidium een gesprek over willen. Ik vind deze toon niet gepast in deze vergadering. Tot zover.
Stel ik voor dat we toch even stemmen over de motie om duidelijkheid te krijgen over welke tekst het DB nu wel of niet overneemt, meneer Berger. Dank u.
De motie niet steunen, de tekstuele verantwoording niet zoals hier nu staat, die klopt niet, maar wij ondersteunen wel, zeg maar, voor de toezegging van de portefeuille. Ja, dat
In het presidium over van alles en nog wat praten, maar het lijkt me wat vreemd om te ontkennen dat een groot deel van Limburg volgens de norm van één op 25 is ingericht. Ja, dat is nou eenmaal zo en helaas, en dat maakt dus ook dat wij veel meer schade hebben, maar daar gaat het nog niet eens om. Het gaat erom dat wij meten en ja, de portefeuillehouder heeft gezegd dat hij daar wat aan wil doen. En nou, misschien mijn vraag is, ja, gaat hij dat sowieso doen of heeft hij daar deze motie niet voor nodig? Misschien? En
U houdt hem aan, OK? Dan hoeft hij niet in stemming gebracht te worden. Is er een toezegging van de portefeuille die we netjes zullen uitschrijven? Dank u wel. Daarmee kan dit onderwerp worden afgerond. En dan ga ik terug met dank voor de belangstellenden naar de orde van de agenda die nog voor ons ligt. En, als u met mij even meekijkt, wil ik even toetsen of wij het goed hebben gedaan met de agendering van de bespreekstukken. Er is natuurlijk een motie ingediend bij 4.2. School ze dat de mensen die hem willen vertrekken kunnen vertrekken. Ja, ik krijg even de suggestie om de mensen te bedanken die op de publieke tribune zitten. Natuurlijk, je kunt ook als u wilt blijven, maar u mag ook vertrekken. Als u dat nu doet, dan is dat minst storend voor de vergadering. Maar dat hangt natuurlijk af van de wijze waarop je dat gaat doen, maar wat mij betreft. Ja dank u wel. Bij 4.2 is het natuurlijk een motie aan de orde, dus dat wordt besproken. Dan had ik even de vraag ja, even van de orde, hè, dus Fred? Voorzitter, mij
Mij valt op dat bij 4.7 de bestuurlijke voortgangsrapportage Water in Balans op de agenda staat, als bespreekstuk. En ja, tijdens de commissievergadering WZW staat tenminste in het conceptverslag. U heeft de voorzitter aangegeven dat dit een informatief terugkomt in de AB-vergadering. En waarom staat het nu als bespreekstuk op deze agenda?
Dat is door mevrouw Hilders geïnitieerd. Ik wilde de vraag stellen of u vindt dat in de beantwoording het nog nodig maakt om nu nog als bespreekstuk te blijven. Jazeker.
Dus dan is het actief bespreekstuk. Ik ga even terug naar 4.3 waar ik nog een vraag had. Dat gaat over het delegatiebesluit. Daarbij is in de memo aan de orde, hoe gaan wij om met grote projecten? Dat onderwerp zit natuurlijk ook in agendapunt 4.6, de Rekenkamerrapportage en de voorstellen die onder leiding van de heer Freij met de fractievoorzitters zijn voorbereid. Dus ik vroeg me af of dat delegatiebesluit zelfstandig nog bespreking vraagt, want de actie rondom betrokkenheid AB bij grote projecten wordt ingevuld via de voorstellen onder 4.6. Dus als ik goedkeurende knikjes zie, dan ga ik dat bij de hamerstukken afdoen. Bent u verder akkoord met de agenda, dan gaan we die nu aan de orde stellen.
Ik heb in de commissie gehad over het treasurystatuut en daar stond dat de sier 3 6 volgens mij en daar stond bij dat er het risico bij derivaten wordt nadrukkelijk het bestuur betrokken. En toen heb ik gevraagd hoe dat niet het algemeen bestuur zijn en dat is mij in de commissie nog ook toegezegd. De heer Breugelmans, maar het is niet veranderd. Nu aangepast? OK, dank.