Nieuws in één oogopslag

Het Journaal toont kort en krachtig wat er speelt.

Journaal

Bestuursinformatie

Alles kunnen vinden en niets missen. Met analyses & samenvattingen.

Maak een dossier

Verzamel informatie over een specifiek onderwerp.

Dossiers

Kies een vergadering

05-02-2025, AB-themabijeenkomst
Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie. Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven. Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.

Overige waterkeringen


Onbekende spreker

Ik ga niet te veel vertellen, want dan maai ik het gras voor de voeten van Vincent weg en dat wil ik eigenlijk niet doen. Wellicht voor jullie een onbekend thema, vandaar ook dat we vandaag jullie meenemen in, nou ja, wat zijn dan overkeringen en welke uitdaging ligt er voor ons en waar zijn we mee bezig? Maar daar gaat Vincent ons in meenemen, dus bij deze Vincent aan jou het woord. Ja, test, dankjewel voor de introductie. Terwijl de laatste slokken soep worden weggewerkt en de laatste broodjes worden weggekauwd, ga ik jullie in 20 à 25 minuten meenemen. Moet ik wat harder praten? Ja, zo beter. Oké. Ik ga jullie meenemen in de wondere wereld van waterkeringen, de overige waterkeringen. Een onbekend thema, maar wel een heel belangrijk thema, waarin ook binnen dit algemeen bestuur aandacht voor is. Af en toe zijn er veel vragen over vanuit de omgeving. Dus ja, u ontvangt vandaag informatie over hoe wij werken aan beleid voor deze overkeringen, wat het eigenlijk zijn, wat het niet zijn. Wat zijn nou eigenlijk de belangrijkste uitdagingen? Wat zijn de vraagstukken? Waar staan we voor, welke stappen gaan we zetten als ambtelijke organisatie en ook samen met u als algemeen bestuur en wat is uw rol daarin? En alvast een kleine disclaimer: deze presentatie gaat niet en het beleid dat we gaan ontwikkelen gaat niet over het aanleggen van nieuwe dijken. Maar we kijken nadrukkelijk naar het huidige areaal en we stellen ons de vraag, hoe kunnen we in dat huidige areaal beter omgaan met beheer en bescherming van onze assets, van onze dijken, van onze bedekte watergangen en we stellen nadrukkelijk de vraag, hoe kunnen wij ervoor zorgen dat deze assets doen wat ze moeten doen? Dus een stukje veiligheid inbouwen. Maar eerst zoekt de verschillen. Ik heb hier 6 foto's staan en aan u de vraag welke verschillen u ziet. Dus niet welke verschillen er zijn of uitgangspunten of berekeningen die hier misschien onder liggen. Maar welke verschillen ziet u visueel? Ik zal ze even toelichten. Linksboven de Helenavaart in het noorden van Limburg, de Hambeek hier vlakbij Steyl aan de Maas. Linksonder ziet u de Swalm, dat is ook hier vlakbij Swalmen. Dan de bufferwater Valdebée in Meerssen, dat is een regenwaterbuffer en rechtsonder ziet u de Geleenbeek, dat is bij de A2, dus net voordat de Geleenbeek de A2 instroomt. Er zijn geen goede antwoorden, er zijn geen foute antwoorden. En welke verschillen ziet u tussen deze objecten? Trek even aan uw buurman of buurvrouw en dan hoor ik het over 10 seconden graag. Ja.

Onbekende spreker

Keukenwagen. Is er iemand dapper genoeg om een antwoord te geven? Nogmaals, er zijn geen goede antwoorden en ook geen fouten. Anders ga ik het. En sommige hebben een. Gewoon zien recht mijn stijl, een tafelkering langs de. Haast als ik dit goed zie? Klopt, en dat is de. Buffer heeft niks te maken met de beek en ook niet met een kanaal, maar. Blijkbaar niet goed in de gaten gehad, want. Als we ook gedaan hebben en ook tot een overstroming geleid heeft, mocht natuurlijk. Ja dank.

Onbekende spreker

Dank u wel voor het antwoord. Het is zeer omvattend en eigenlijk zie je heel veel verschillende situaties. De Hambeek, dat was inderdaad in juli 21, waarbij het waterpeil steeg tot hoger dan het niveau van de kering. Dus ja, dan loopt de boel onder. Dit zijn verschillende situaties, maar ook deels regulatiesystemen en deels Maas en we gaan daar ook in ons beheer op verschillende manieren mee om, bijvoorbeeld langs de Schwalm hier. Dit noemen wij officieel een waterkering. Die hebben we aangewezen als waterkering. Die beheren we als waterkering. Die ligt op onze legger als waterkering en hij keert water uit de Zwal, maar ook bij hoogwater Maas een stukje terugsturend water uit de Maas, de Geleenbeek. In goed vakjargon noemen wij dit object hier een watergang. Geen waterkering. We beheren hem ook als watergang en we onderhouden hem als watergang. En toch liggen er honderden woningen achter, dus de manier waarop wij omgaan met overstromingsrisico's is bij de Maas natuurlijk anders dan bij het regionaal watersysteem, maar ook de manier waarop wij waterkeringen beheren, onderhouden en op basis waarvan we vergunningen verlenen is gewoon heel anders op verschillende plekken. Nou, dat zou ik hiervan meegeven. Dus waarom is dit belangrijk? Het onderwerp raakt aan het beheer en de bescherming van onze eigen assets en de beheertaken inspectie, onderhoud, vergunningverlening, toezichthandhaving, gegevensbeheer. Het gaat ook over bescherming van de asset zelf, maar ook over bescherming van de inwoners erachter, zoals ik net zei, de dijkjes langs de Geleenbeek die wij geen dijkjes noemen, maar die beschermen wel honderden woningen. Vergelijk dat met de primaire waterkeringen, bijvoorbeeld Visserweert of Voulwames waar 15 tot 30 woningen achter staan. Het gaat over de taken en de verantwoordelijkheden van het waterschap. Dus wat vinden wij nu onze taak als het aankomt op overstromingsbescherming vanuit het regionaal systeem of vanuit de Maas? Het gaat ook over wat vinden wij dan de taak van andere overheden en andere partijen? Want ook eigen initiatiefnemers kunnen zelf een dijk in eigen beheer nemen en er is veel aandacht voor het thema vanuit de omgeving. Rechtsonder op de slide ziet u een foto van de Carmen Molenaar. In juli 21 is schade ontstaan en dat is een zaak die nog altijd loopt. Dit is een moeilijk vraagstuk. Ja, natuurlijk. Ja, de overige waterkeringen zijn de waterkeringen die wij als waterschap zelf aanwijzen als dusdanig en ook op de legger zetten als kering, dus we hebben daar zelf een keuzevrijheid in. Of is het alles zo ja. Vincent, zal ik je helpen? Natuurlijk. Het is precies waarom we bij elkaar zitten, omdat we juist willen komen tot één eenduidig en uniform beleid met betrekking tot overige waterkeringen. En wat nou de criteria zijn waarom we iets aanmerken dan wel niet aanmerken als overige waterkering. Dus de vraag is terecht, Peter, maar je loopt iets vooruit op de presentatie. Even een stukje terug, een stukje historisch perspectief. Limburg kent een lange historie van waterkeren. In 1850 werden er al keringen aangewezen en onderhouden. Maar de meeste keringen zoals die nu zoals we die nu kennen, dat zijn de keringen die na 93 en 95 zijn aangelegd langs de Maas. Naar aanleiding van de overstromingen toen. Op een gegeven moment kreeg je de Waterwet in 2009 en de meeste van die keringen die toen zijn aangelegd zijn nu primaire waterkeringen. Dat zijn de waterkeringen die het rijk aanwijst waarvan het rijk zegt, daar liggen ze en dit is de norm en waterschap, u zult daaraan voldoen. Dus het beheer en de versterking van die primaire keringen is bij ons goed geborgd. We hebben een enorm hoogwaterbeschermingsprogramma dat daar ook voor zorgt en een hele goede beheerorganisatie die de dijken in stand houdt. Tegelijk zien we ook nieuwe ontwikkelingen. We zien dat de scheiding tussen het watersysteem en de waterkeringen langs de Maas veel verder vervaagt. Waterveiligheid wordt langs de beken en de rivieren steeds belangrijker en dat is dus een breed gedragen besef dat veiligheidsaspecten ook een rol spelen in het watersysteem. En dat betekent dus ook dat je moet nagaan denken over de rol van waterkering binnen het watersysteem. Ik heb hier veel begrip op deze slide staan. Zijn er daar een of meerdere van waar u graag een toelichting op zou willen? Verduidelijking, zodat we het over hetzelfde hebben. Alle vier. OK, nou dan van boven naar beneden watergang, de beken, de rivieren, de Hambeek noemde ik net al, de Geleenbeek. Een waterkering, dat is een object met een waterkerende functie waarvan een overheid het heeft aangewezen. Voor de primaire kering is dat het rijk, van de overige dus wij. Waterstaatswerk, daar heb je vier smaakjes in. Is niet goed te horen. Bijzonder. OK, ik ga mijn best doen om wat harder te spreken. Het volume staat nu ook wat harder, merk ik. Ja, ja, OK, laten we even in het midden waardoor het kwam, de microfoon of het volume, maar ik ga mijn best doen om het harder te spreken, ja. OK, dan zijn we bij de derde waterstaatswerk. Daar zijn vier smaakjes in: watergangen, waterkeringen, ondersteunende kunstwerken of bergingsgebieden. Dat zijn de vier objecttypes die wij op de legger plaatsen. Dus daar heb je ook weer verschillende objecttypes in. En dan de vierde richt waterbuffer, het verhaal van de Watervallebeek, een bergingsvoorziening die op een helling is gelegen vaak met een dammetje erlangs. Dammetje is de rand van de badkuip, zodat het water dat, sorry, de neerslag die valt, die wordt dan tijdelijk in die badkuip opgevangen voordat het afstroomt naar het oppervlaktewater, dus naar de watergangen. Dat zijn een beetje de elementen. En ook even voor de beeldvorming de verschillende soorten keringen die we hebben. Het waterschap beheert ruim 180 km primaire waterkeringen, dus van origine de belangrijkste en ongeveer 7 km overige waterkeringen, 10 stuks ongeveer. Ja, dus die verhouding die is, ja, dat is een verhouding. En ik heb in deze tabel even opgeschreven welke overheden welke rol hebben en welke verantwoordelijkheid hebben. Dus het rijk bepaalt waar de primaire waterkeringen liggen en bepaalt ook dat wij als waterschap moeten versterken, onderhouden en ook beoordelen. Dus wij doen ook iedere 12 jaar een sterktetoets voor de primaire waterkeringen. De eerste ronde is afgerond en we zijn inmiddels gestart met de tweede ronde. De LWO, landelijke beoordeling overstromingskansen moet ik zeggen. Dan de tweede regionale keringen. Dat hoor je in den lande ook veel boezemkades, boezemdijken, compartimenteringskeringen, dat zijn type waterkeringen die door de provincies worden vastgelegd. In Limburg hebben we dat niet, omdat de provincie Limburg bij de inwerkingtreding van de Omgevingsverordening 2021 het begrip regionale kering heeft laten vervallen, maar in de rest van het land is die type regionale kering toch wel heel belangrijk. Er zijn waterschappen met honderden kilometers aan boezemkeringen, regionale keringen. En ook de provincie bepaalt niet alleen waar die regionale keringen liggen, maar ook of ze dus beoordelen, in Limburg dus niet van toepassing. Overige keringen hebben wij dus zelf als waterschap een heleboel vrijheid in, willen we ze aanwijzen, willen we ze beheren, willen we ze toetsen. En de vierde type kering privaatrechtelijk ook een derde partij. Ik kom zo bij je vraag een derde partij, een groep ondernemers bijvoorbeeld kan zelf een waterkering in hun eigen beheer nemen en zijn ze ook zelf verantwoordelijk voor het onderhoud daarvoor. Dat kan, dat is geen publiekrecht als privaatrecht. Ja, dus de vraag is of de overige keringen specifiek voor Limburg interessant zijn omdat we geen regionale keringen kennen. De overige keringen bestaan in het hele land, dus er zijn in de meeste provincies drie type keringen en in Limburg maar twee. Dus bijvoorbeeld het waterschap heeft zowel regionaal als overige keringen in beheer, waarbij dus een deel van de overige keringen door hen zelf wordt opgelegd en beheerd. En bij ons is ja gewoon een smaakje minder. Klopt het echt dat wij maar 7,3 km overige keringen hebben? Dat klopt. Hoe zit het dan met al die andere? Dat is precies de vraag, hè? Hoe willen we daarmee omgaan? Langs de Geleenbeek liggen dus bijvoorbeeld bedekte watergangen die wij dus behandelen alsof het watergangen zijn, maar dat zijn wel enkele kilometers die er niet verdisconteerd zijn in die 7,3. Langs de Roer daar liggen een aantal dijkjes zonder formele status en rondom de hockeyvelden Roermond hier bij de Glorieuxlaan. Daar ligt een dijkje met een status overig. Dat is echt een overige waterkering. Bij hele kleine stukjes die die erkenning hebben gekregen als overig. Dat klopt hier zijn hele kleine stukjes verdeeld over de provincie. Ja. Zal ik even helpen. Ik denk dat je het feit dat wij weinig overige keringen hebben. Ton moet je ook zien in de relatie tot dat wij tot 2013 geen waterkerend waterschap waren. We liggen in hoog Nederland en van nature stroomde water af. En als het goed is bouwen we geen zaken die op het laagste punt uitkomen. En het is wat anders inderdaad als in West-Nederland, wat onder de zeespiegel ligt en daar zoals Vincent net ook al beaamde. Daar kennen ze heel veel regionale bekeringen compartimenteringen waar ze in tijden van wateroverlast zelfs nog kunnen sturen welk deel ze nou de wateroverlast laten ondervinden en welke ze drooghouden. Dus je moet ook even in context zien in waar we vandaan komen. En dat ook de reden is waarom dat in het waterbeheerprogramma de vraag is gesteld om hier beleid voor te maken. Is dat een achterwege functioneert dan? Wordt het redelijk goed zijn, want ik dit nu doet gewoon. Ja nee, de vraag is al duidelijk, maar ja, je laat Vincent beantwoorden, want ik denk dat je hetzelfde antwoord krijgt als ik geef en jou vindt. Het wat je wil is dat je als waterschap kunt uitleggen op basis waarvan keuzes zijn gemaakt. Je hebt als betrouwbare overheid zorgvuldig omgaan met de belangen die er spelen. En dat betekent dus ook dat je als je zou willen voor heel Limburg op dezelfde manier afwegingen maakt hè? Dus daar waar een project X op een bepaalde manier omgegaan wordt met belangenafweging, we willen een project eigenlijk op dezelfde manier doen en dat je betrouwbaar blijft. En dat is de gedachte achter dit nieuwe beleidsvraagstuk. Ja toch uniformiteit de laatste tijd in duidelijkheid. Kleine aanvulling, want jij de vraag volgens mij achter de vragen zegt, gaan we nou heel veel BVV en kilometers prima of overige waterkering krijgen? Nee, we hebben heel veel. Zoals langs de Geleenbeek ligt. Al ik zeg maar een dijk die van ons is, die zeg maar door ons onderhouden beheerd wordt, maar niet zijnde als een overige kering, maar gewoon als een asset dat langs onze watergang ligt. We hebben daar tot op heden geen duidelijk beleid in en wat we graag willen is een goed beleidskader maken wat wijsbanen is over regeringen, maar ook welke spelregels leggen we er aan vast? In theorie, namelijk als iemand tot aan de teen van de dijk langs de Geleenbeek wil ploegen, is dat op dit moment geen staat. Onze waterschapsverordening dat nee, zijn er geen beperkingen vanuit onze waterschapsverordening. En, wij moeten wel eerst kunnen onderbouwen als we daken aan gaan merken als overige kering op het moment dat ze er nu nog niet zijn of sommige overige keringen die nu aangemerkt zijn waarvan je kunt afwegen of kunt de vraag kunt stellen, zou dat überhaupt een overige kering moeten zijn en er uiteindelijk van de legger afhaalt? Zul je wel moeten onderbouwen op basis van waarvan doe je dat? En dat is waar Vincent een aantal mensen mee bezig zijn om dat beleidskader vorm en gestalte te geven. Waarvoor we nu inderdaad de eerste stap is jullie mee te nemen in. Nou, waar staan we nu, welke dingen zijn we tot nu toe tegengekomen en hoe ziet het vervolg eruit? Dus de vraag is in allemaal terecht, zoals ik net ook van Peter aangaf. Maar we staan aan de vooravond om langzaam te komen tot en langzaam invulling te geven. Een antwoord op de vragen die jullie stellen. En inderdaad, het staat in het waterbeheerprogramma, dus we gaan er gewoon mee aan de slag. We hebben twee hoofdvragen, de eerste hoofdvraag, hè? Hoe wijzen we nou die keringen aan, welke spelregels verbinden we daaraan? En de tweede vraag is, gaan we ook toezien op een bepaalde mate van sterkte? Gaan we daar een toetsingskader voor inregelen en ook uitvoeren, net zoals dat voor de primaire keringen dus gebruikelijk is. En deze slide ga ik even overslaan. Dat is eigenlijk wat Jeroen net zei. We zijn in feite een plan aan het maken op het moment dat het er is, dan gaan we het uitvoeren en dan komt er weer iets uit. Dat leidt tot verder verbetering en zo werk je doorlopend en kwaliteit. En ook deze slide is eigenlijk al grotendeels toegelicht. Zijn er nog vragen over deze? Het geldt voor al het beleid dat we maken, hè, dat is. Daar heb je een openbare inspraakprocedure voor op de omgeving inderdaad. Bezwaar zou kunnen maken of een zienswijze kan indienen en aan de voorkant gaan we natuurlijk ook informele gesprek met de omgeving. Ja, we beginnen niet helemaal bij nul en er zijn al een heleboel plannen, bijvoorbeeld inspectieplannen. De bestaande overwegingen worden gewoon geïnspecteerd, hè? Dus dat bepaalde bepaalde routine is daarin. We hebben een beleidsplankering vastgesteld. Ik moet zeggen, u heeft u heeft vorig jaar november een beleidsplan waterkeringen vastgesteld. Daar staan ook enkele uitgangspunten in en we kijken bijvoorbeeld naar de Zwitserse risicometriek. Dus niet alleen kijken naar de wat is nou de kans dat een bepaalde overstroming optreedt, een bepaalde kans op een bepaalde waterstand. Maar ook wat is het gevolg dat erbij hoort? Dus bijvoorbeeld bepaalde schade bepaalde hoeveelheden landbouwgrond die hier onbruikbaar zijn? Tijdelijk. En deze methodiek kijkt ook naar niet alleen naar beschermen en daarop acteren, maar er zit ook een zeker restrisico in 100% voorkomen kan niet 100% voorbereiden. Misschien wel en we kijken natuurlijk samen met het programma Waterverf in de ruimte naar een goede samen gedegen aanpak die je samen kunt oppakken. En met inbreng van wat doen de andere waterschappen allemaal? De meeste andere waterschappen hebben gewoon ook overige keringen die ze dus specifiek gekoppeld hebben aan de wateroverlast normering of aan bepaalde waterstand die zo een overige kering moet kunnen, moet kunnen keren. Een stukje planning nou vandaag de eerste beeldvorming en de eerste gedachte over, waar staan we voor en dan? In juni komen wij in de commissie waterkeringen, besturen en onder organisatie komen wij bij u terug met een voorstel. Daarnaast start het formele participatieproces met u goed vinden en dan is het vaststelling van het beleidskader voorzien volgend jaar februari en dan gaan we daarna dan uitvoeren, dus dat betekent het doorvoeren van leggerwijzigingen. Maar goed, dat laatste is nog afhankelijk van de te maken keuze in de in de voorbereiding in de vaststelling van het nieuwe beleid. Ja, ik hoor een vraag. OK.

Onbekende spreker

Nee, zoals ik net al zei, dat is een proces waar we separaat, hè? Of parallel mee bezig zijn. Dit gaat echt over beleid te maken hoe we tot een aanwijzing van de overige kering komen of juist wat bepaalt dat iets wat nu een overige kering is, niet meer een overige kering hoort te zijn. En dan is de vertaalslag en zoals Vincent net zei, als je vervolgens nou in het begin hebben, we al gezegd, het gaat niet over nieuwe overige keringen realiseren. Dit gaat eigenlijk over de status van iets wat er al ligt. Is het wel of niet een overige kering? Staat los van dat in projecten waar we mee bezig zijn, het beste zou kunnen zijn dat om de bescherming te realiseren en mogelijk een nieuwe overige kering zou kunnen komen. Maar nogmaals, daar gaat dit beleid niet over. Beleid gaat over het kader wat wijst je aan als een overige kering en welke verplichtingen dan wel rechten horen daarbij. Staat er los van de overige kering is een middel om het doel te realiseren, dus op het moment dat we in een project van Water in Balans, bijvoorbeeld tegen een problematiek aanlopen, kan de een overige kering een middel zijn om, zeg maar, het probleem op te lossen. Maar zoals jullie allemaal weten, maken we bij Water in Balans ook gewoon een kosten-batenanalyse. En daaruit blijkt of dat die maatregel, zeg maar, redelijk en billijk is ja af te nemen, maar nogmaals daar is dit beleid niet voor bedoeld om die afweging te maken. Dan zijn we wel.

Onbekende spreker

Met de laatste slide aangekomen. Zijn er nog specifieke aandachtspunten die u wilt meegeven? Zijn er nu bepaalde dingen opgevallen? Heeft u nog vragen? Ik zie hier een hele prangende vraag. De oevers.

Onbekende spreker

Oevers van alle watergangen kunnen aanleiding geven tot overstroming. Veilig te houden en droge voeten te laten houden. Wat waterkeringen zijn en ook laten we zien wat wij serieus nemen. Als we die Geleenbeek bijvoorbeeld, die een groot risico heeft van overstromen, dat die mensen weten. Wij vinden het belangrijk. En wij noemen dat een waterkering? Dan loop je.

Onbekende spreker

Alvast. Er wordt vast voorop op het beleid dat u jezelf straks vast mag stellen, maar ik denk dat we niet verschillen van mening wat we hier bijvoorbeeld met betrekking tot de Glenbeek moeten doen. Maar we hebben ook het voorbeeld van de Hambeek gezien. Daar ligt een overige kering. De grond die eronder ligt is niet van ons, die is van de gemeente. In de huidige waterschapsverordening staat dat de gemeente verantwoordelijk is voor het regulier onderhoud en wij voor buitengewoon. En bij de hockeyvelden heeft volgens de regionale normering een beschermingsniveau van nul. Dus de grote vraag is, moet zoiets überhaupt op onze legger blijven staan? Aangezien het gebied wat erachter ligt niet hoeft te worden beschermd en geen opgave heeft? Wat niet wil zeggen dat we in één keer van de legger afhalen, etcetera. Maar hier moet je wel dus straks het gesprek aangaan met gemeente Roermond. Allemaal leuk en aardig, maar u heeft hockeyvelden gebouwd in een gebied of laten leggen in een gebied waarvan bekend is dat het een groot risico loopt om over te lopen. De overige kering of in ieder geval, er ligt een kering op uw grond en u bent verantwoordelijk voor. En dan kan het altijd nog zo zijn dat we maatwerkafspraken maken daarover hoe we dat op gaan lossen. Maar nogmaals, dit beleid is om met elkaar scherp te krijgen. Wanneer bouw je wel en waar bouw je niet? En dat is bij het HWBP-programma precies hetzelfde. Het is niet zo van dat we overal maar nieuwe primaire waterkeringen bouwen omdat één iemand toevallig een woning heeft in de uiterwaarden en zegt, ik wil ook beschermd worden. Dus volgens mij in de basis stond ik proef volgens mij dat we niet heel erg van elkaar liggen. Wat we zouden moeten doen. Maar we moeten wel een beleid hebben waarin we wat we vastgesteld hebben, wat ons juridisch kader en basis is om uiteindelijk te bepalen of we iets aanmerken als overige kering en alles wat er achteraan komt wat erbij hoort.

Onbekende spreker

Stel dat je zegt van, dat vinden we voortaan overkeringen. Ja, wat is dan de consequentie? Wat verandert er in het beleid? Tweede.

Onbekende spreker

Onderwerp wat vinden ze? Een aangaf is dat ook voor de overige keringen we eigenlijk net zoals nee, laat ik zeggen. Het voorstel is om, net zoals bij de primaire waterkeringen, daar een toetsingskader voor te maken, zoals nu bij de primaire keringen één keer in de 12 jaar een beoordeling plaatsvindt, is hij sterk hoog zat om datgene op basis van de nieuwe klimaatscenario's te doen wat hij zou moeten doen. Dat is één. En op het moment dat zo'n kering als de Geleenbeek nee, moet ik zeggen watergang, zoals de Geleenbeek die nog niet aangemeld is, een overige kering om dan vervolgens ook in de waterschapsverordening te borgen. Richting derden dat er geen activiteiten plaatsvinden die het functioneren van de overige waterkering in gevaar brengen. Dus we moeten eerst beleidsvaststellen met elkaar een afwegingskader. Wat is hè? Wat wij zowel aan als de overweging en wel niet. En waarom de motivaties een toetsingskader op basis van? Hoe stellen we met elkaar vast en hoe frequent willen we doen, hè? Wat de eisen zijn van zo'n kering en waar baseren we het op? Daar komt ongetwijfeld de discussie over, wat is er achter wat de bescherming is en en wat betekent dat dan? En vervolgens gaan we de uitvoering in, maar nogmaals op basis van de elementen die op dit moment de essentie nu er liggen. En in het projecten zou kunnen betekenen dat er mogelijk nog andere komen, maar daar gaat dit beleid niet over. We zullen eerst. Ja, sorry, Vincent, jij mag. Als

Onbekende spreker

We maken beleid en dat wordt vastgesteld door een bestuursorgaan. Er is participatie geweest en we hebben de inspraakprocedure gevolgd en dan kan dat afdenkbaar zijn. Het hangt ervan af hoe we het vormgeven, maar het is mogelijk, hè? Beneden stroomt het stuk eigenlijk vanaf. Het is niet alleen de Geleenbeek, hè, maar ook de Vloedgraaf en de Rode Beek die daar eerst als drie verschillende watergangen naar elkaar liggen en die dan bij elkaar komen tot één punt bij Oud-Roosteren en vanaf daar gezamenlijk verder gaan naar de A2. Dus het gaat om een aantal kilometers, bij elkaar ongeveer 15 km aan niet-waterkeringen, dus tussen Echt en de A2 en de Zuster en A2.

Onbekende spreker

Misschien heb je het straks al toegelicht om de helderheid. Als de Maas hoogstaat, stuwt hij de Geleenbeek op zover en vandaar dat in het verleden al, zonder dat daar een beoordelingskader of beleid onder lag, maar in het verleden daar al, ik zeg maar, een watergang met een, ik zeg maar, dijken heeft gelegen, wat nog niet aangemeld als overkeking, dus het heeft tot op heden. Zo moeten we ook even in context plaatsen wanneer vroeger met alle kennis is kunnen het aangelegd, het functioneert, het heeft steeds gefunctioneerd. Alleen we hebben het juridisch gezien nog niet goed verankerd en dat was ook de opdracht vanuit het waterbeheerprogramma.

Onbekende spreker

Dus je hebt eerst een beleidskader nodig dat je vaststelt, want als je het vaststelt, dan kun je het ook gaan uitvoeren en voor de vaststelling bedacht op of gepland op in februari 2026 in de vergadering van het algemeen bestuur. En daarna ga je aan de slag met uitvoering. Dat kan, dat kan dan zo snel mogelijk. Daarna dus start Q2. Ja.

Onbekende spreker

Ja, ja, de planning is gebaseerd op een aantal dingen, dat we een aantal onderzoeken doen, hè? Bijvoorbeeld een pilotonderzoek voor de sterkte van drie locaties: Bufferbreukberg, de dijkjes rondom de RZI in Roermond en een van de dijkjes langs de Geleenbeek. Dat moeten we verwerken. Vervolgens hebben we een procedure waarbij we een stuk inbrengen in de Commissie. Zijn we al een paar maanden verder voordat het dan ook echt bij de Commissie is. Dan hebben we een participatieproces. We moeten tijd hebben om met de omgeving te spreken in het najaar. Dan krijg je de formele inspraakprocedure van zes weken, mogelijkheid tot bezwaar en dergelijke, en dan gaan we weer de routing in voor het vaststellen van het beleid. Daar zijn wij ook weer twee maanden mee kwijt. Dus zo tellen die maanden gewoon achter elkaar op. Dat is hoe het werkt.

Onbekende spreker

Ik zou zeggen: lang leve de Omgevingswet en participatie, maar dat is nou eenmaal de realiteit waar we in werken. We hebben zelf motto met omgeving en voordeel omgeving en daar zullen we dan ook, zeg maar, zorgvuldig invulling aan moeten geven. Vandaar dat we inderdaad de tijd nodig hebben, zoals geschetst. Zijn er vanuit

Onbekende spreker

De Unie van Waterschappen bepaalde criteria die toegekend worden aan de overige waterkeringen.

Onbekende spreker

En dat zijn geen harde criteria voor, hè, want zoals gezegd, ieder waterschap mag voorzichtig bepalen hoe ze die overgangen vormgeven en of ze dat doen. Het zou kunnen dat de Unie wel bepaalde richtlijnen heeft daarvoor. Ja.

Onbekende spreker

Waar ben je dan op zoek Ton? Want het helpt ons misschien. Laten we

Onbekende spreker

We zeggen bij andere criteria zijn vastgesteld en dat je zegt van nou, daar sluiten wij ons weer aan. Dat er bepaalde wij altijd straks weer komt. Ik kan me voorstellen dat je bij overkeringen ook iets hebt van het risicomanagement. En hoe hoog moest zo'n kering dus zijn, of hoe sterk en hoe breed dat zijn allemaal. Ja deels.

Onbekende spreker

Deels heb je ook gelijk, hè? Deels gaan we ook niet allerlei nieuws in, maar dat zei je Vincent ook. Maar net zoals dat in hoogwaterbescherming in Limburg er anders uitziet als een hoogwaterbescherming, Scheldestromen of een hoogwaterbescherming in Friesland, zo ziet ze bij ons de overkeringen, de uitdaging die we hebben. Er zitten veel overeenkomsten, maar er zitten ook verschillen in. Dus het is geen zeg maar trucje van copy-paste. En ik zet waar Zeeland staat Limburg neer en dan is het geregeld. Zo werkt het dan ook weer niet, maar je mag van ons verwachten dat we dat proberen. Zo efficiënt mogelijk en inderdaad het wiel niet opnieuw uit te vinden. Maar we moeten het wel toepasbaar maken voor Limburg en dat wij er mee uit de voeten kunnen. Ik zie geen prangende vragen meer en ik zie vooral mensen die zuchten en volgens mij dan een snak om naar huis te gaan. Dan wil ik jullie in ieder geval als er geen vragen meer zijn bedanken voor de aandacht. Bedankt voor de komst, wel thuis en tot de volgende keer.