Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dan gaan we nu aan de slag met de presentatie die gaat over de droogtemaatregelen voor Waterschap Limburg en die droogtemaatregelen die dienen als input voor het convenant Voldoende Zoetwater. En ik denk dat het goed is om toch nog even nader te duiden dat wij als Waterschap Limburg zowel wat betreft de grond- en oppervlaktewatersysteemvisie als in dit convenant Voldoende Zoetwater gezamenlijk optrekken met Provincie Limburg. Dat is al eerder aan de orde geweest omdat wij van mening zijn dat samen ga je misschien wat langzamer, maar kom je wel verder. En als het gaat om de gedragenheid van de maatregelen die we willen nemen, dan is dat heel goed als we dat in gezamenlijkheid doen, waarbij we bij het convenant, en dat hoorde u ook al in het filmpje, ook samenwerken met andere partners, waaronder de LBT-terreinbeheerders, Limburgse werkgeversverenigingen en dergelijke. En ik vond dat ik toch nog even nadere toelichting moest geven met betrekking tot de status van de beide onderwerpen die we in gezamenlijkheid doen. En ik ben ook blij om te zien dat de projectleider die zit op het convenant Voldoende Zoetwater, die namens zowel provincie als waterschap de projectleiding heeft, de heer Ramon Coppens, dat die ook hier aanwezig is om mee te luisteren met deze voor ons wel belangrijke bijeenkomst. Jos, het woord is aan jou.
Ja, dankjewel. Ik ben wel heel erg bang als ik nou op het knopje druk voor een of ander filmpje, dus het wordt wel spannend dadelijk. Ik heb eigenlijk even een vraag vooraf over de droogtesituaties zoals die op dit moment eigenlijk optreden. Vaak is dat het neerslagtekort, hè? Het is de neerslag minus verdamping. Dat is dan de droogtesituatie. Nou, aan de hand van de KNMI-stations, waarbij we de gegevens van krijgen, en hier in Midden-Limburg is het langjarig gemiddelde op dit moment in het jaar 140 mm. Even ter vergelijking, in 2018, dat was een van de droogste jaren die we gehad hebben de laatste tijd, toen was er 330. Dus nee, maar bijna 100 millimeter meer. Enig idee hoeveel het nu is op dit moment? Ik kijk misschien meer naar de agrarische redenen. Die kunnen dat misschien zo oplepelen. Twee 40, wie biedt er meer? Dat is iets te veel, maar dat zit wel heel erg dichtbij. Het is 250 millimeter, dus de kennis zit echt qua neerslagtekort bij de rol vragen of die heeft gespiekt vanochtend op ons eigen systeem, want dat kan natuurlijk ook. Oké, ik ga een poging wagen. Hup, hij doet het gelukkig. Ik ga eerst even heel erg kort terug naar het convenant waar we vandaan komen om het proces te beschrijven waar we nu staan. En we zitten op een punt waarin wij echt moeten nadenken over wat wij als waterschap daarin gaan inbrengen en dat zijn droogtemaatregelen die in het convenant dadelijk een plek gaan krijgen. Voor een groot deel weten we die al, hè? Wie er valt in zijn verhaal een hele sheet staan met allerlei maatregelen die we op dit moment al nemen. Maar er zijn er ook nog wel een paar waar wij graag jullie mening van horen. Hoe wij als waterschap daarover denken en dat zijn wel vaak de meest spannende onderwerpen, zeg maar, die schuiven wij graag een stukje vooruit. Maar toch willen we vandaag daar een begin mee maken om daar uiteindelijk een keuze in te nemen. Dit is van inderdaad een aantal jaren geleden. Wat je aan de rechterkant ziet, dat is een vertegenwoordiging van de bestuurlijke klimaatadaptatietafel Limburg. Daar zitten eigenlijk alle partijen in Limburg in die iets doen met water. Denk aan provincie, waterschap natuurlijk. De 11 TB zit erbij, de terreinbeheerders, alle 31 gemeentes individueel vertegenwoordigd. Ook de WML, grootgrondbezitters, particulier grondbezit, recreatiebedrijven, dus eigenlijk de industrie, LWV, OML. Zitten daarbij een breed scala van partijen die iets doen met water op een of andere manier gebruiken, verbruiken, nodig hebben en wat meer dan ook. Die hebben toentertijd een afspraak gemaakt om wat daar mooi in een doelstelling verwoord is de samenwerking in zijn intensiveren, schade te verminderen en samen te zoeken naar oplossingen, naar de toekomst toe. En dat is vooral oplossing op de lange termijn. En daar gaat het convenant over. Daar was toen een aanpak voor bedacht. Dit is het processchema. Heb ik de vorige keer ook helemaal toegelicht. Waar wij dan aan werken, zijn eigenlijk twee sporen. Eentje is het vergroten van het aanbod. Nou, daar staan een aantal voorbeelden van waar je daarbij aan moet denken. Het tweede spoor gaat over het verkleinen van de watervraag, dus dat is de gebruikerskant. Dat is niet alleen het verminderen van het gebruik, maar ook het hergebruik van water. Denk aan het eigen watersysteem, afval of even gewend van RWZI's bijvoorbeeld. Maar ook proceswater voor de industrie. Waar staan we nu? Daar staat het convenant een voldoende zoet water. In de gauwigheid heeft u wellicht gezien dat dat niet het laatste puntje is in het hele processchema. Dus we zijn ongeveer halverwege nu en we proberen met partijen in dit convenant afspraken te maken over vrijwillige maatregelen om de waterbeschikbaarheid te vergroten. Dan ziet u aan de linkerkant nog een oranje kolom staan. Dat is monitoring. Dat werd net al een vraag gesteld over data en voldoende ermee. Monitoring is een heel belangrijk onderdeel van dit traject en als we in het begin van elkaar afspraken maken over wat we gaan doen, dan willen we graag bijhouden of die afspraken nageleefd worden en of het ook wat oplevert. Dus we hebben er een heel monitoringsplan voor in de maak om dat goed te kunnen beoordelen.
Mag ik daar een verhelderende vraag over stellen? Er is volgens mij ook een droogtemonitor.nl. Is het niet handiger om daar dan samen te werken met alle provincies?
Zeker is dat handig en dat doen we ook. Er zijn allerlei programma's waarin die samenwerking gezocht wordt. Slim watermanagement is bijvoorbeeld eentje en daar komt die droogtemonitor ook aan bod. Droogtemonitor zelf is eigenlijk een soort verzamelplek van data die daar omgezet is naar meer informatie, zeg maar naar begrijpelijke eenheden. Dat doen wij zelf ook. Maar we werken ook samen met degene die nu monitor, zeg maar in de lucht houden. Dus we proberen heel veel data te verzamelen. En ja, daar generiek de informatie uit te halen, ja. Het convenant, ja, wat hebben we dan? De inhoud van het convenant moet natuurlijk wel voldoen aan de beleidsgangspunten, zoals we die als waterschap met elkaar vastgesteld hebben. En als tweede, in het begin werd door jezelf toegelicht de nieuwe koers. Wij sorteren daar wel al op voor dat we daar in ieder geval aan gaan voldoen. Dadelijk als wij dat convenant verder uitgewerkt en ondertekend hebben, dus daar houden we nu al rekening mee. Het convenant zelf is een afsprakenkader voor de lange termijn, dus in ieder geval tot 2050 voor nu, waarbij we eigenlijk afgesproken hebben om dat in motorstakken van 6 jaar en elke keer 6 jaar een uitvoeringsprogramma op te stellen. Ik kom daar dadelijk nog even op terug in een wat nadere toelichting. Nou, wat ook al bleek vanochtend in het deel van Wido. Wij kunnen dat als waterschap niet meer alleen. Ten eerste gaan we niet over alles, hè. We gaan alleen maar over dat stukje wat van ons het watersysteem zelf, maar ook daar al merken wij dat we het alleen niet gaan redden om de toekomstige klimaatverandering het hoofd te bieden, in ieder geval voor wat betreft de droogte. Dus ze proberen in ieder geval al die partijen aan die klimaattafel. Zijn er zo'n 45 om niet mee te krijgen dat ze samen met ons watermaatregelen nemen. Dus dat is een tour de force, maar ook daar kwam ik zo nog even op terug. En het convenant zelf is eigenlijk niet meer of minder dan een voertuig om die verandering, de transitie, op gang te brengen dat we van het huidige systeem naar het systeem gaan wat beter aansluit bij het natuurlijk systeem voor zover dat mogelijk is. Convenant zelf is opgeknipt in 4 fasen. Fase één gaat over het bepalen van de richting provincie waterschap. Dat is inmiddels gebeurd in het DB en ook de GS en we hebben heel veel gesprekken gevoerd, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau met al die partijen. Nou, dat zijn nou 45 zo even genoemd. Die hebben we niet allemaal in een video gesproken, maar mag duidelijk zijn dat dat best wel een investering is. In gesprekken voeren, meningen ophalen, ideeën uitwisselen, dat soort zaken. Om te kijken waar zij aan denken als ze maatregelen willen nemen of kunnen nemen die goed zijn voor het watersysteem. Nou, daarna hebben we dat getoetst wat er eigenlijk uitgekomen is. En zijn we ook al gestart met het opzetten van die monitoringsystematiek. En ja, fase 3 is je blijft pingpongen met die partijen om elke keer een stap verder te komen, hè? Er komen vragen, komen antwoorden, bedenkingen die proberen uit te leggen, te beargumenteren en te weerleggen dat ze toch betrokken blijven bij het hele proces. En als laatste natuurlijk het convenant zelf. Dan moet ook nog iets op papier gezet worden en dat moet ook voorgelegd worden aan de verschillende besturen. Dus niet alleen hier, maar ook bij andere partijen om daar een akkoord op te geven. Nou, het eerste is afgerond en die andere die zijn allemaal die lopen op dit moment allemaal. Plaatje kent u doelbereik? GS en ons DB hebben we gezamenlijk een besluit genomen. Dit is het besluit wat hier in huis genomen is door ons eigen bestuur. Bevat twee onderdelen. Nou, natuurlijk kunnen lezen. We hebben besloten om een richting te kiezen voor de uitwerking van het convenant, waarbij wij voor een betere waterbeschikbaarheid streven naar hogere grondwaterstanden in de range van 10 tot 50 cm in 2050 en een vermindering van de watervraag van 20% in 2050. Dus dat zijn eigenlijk de 2 grote knoppen waar we aan proberen te draaien om die waterbeschikbaarheid te vergroten. Dit is richting 2050 en we zien wel natuurlijk dat dat heel ver weg is. Nog dus daarom dat wij ook een zesjaarlijkse herijking van die uit te werken richting voorzien de monitoring ons gegevens oplevert. Net heb ik gezegd dat wij heel veel gesprekken gevoerd hebben. Daarom ook heel veel opgehaald, maar het blijkt een complexe puzzel te zijn en op zich is dat niet onlogisch, want zodra je iets gaat doen aan het vergroten van de waterbeschikbaarheid ligt meteen de andere kant natuurlijk ook op de loer dus. Dat is lastig. Wat we ook zien is dat als eerste autonome ontwikkelingen vragen meer water wat het net over woningbouw. Er moeten nog 20.000 woningen bij. Dat is ook een watervraag die erbij komt, terwijl wij vragen om juist minder water te gaan gebruiken. Verder zien wij dat bij andere partijen relatief weinig echte maatregelen opgehaald worden, zit veel meer in procesmaatregelen, randvoorwaardelijke maatregelen die daar het hoofdrol spelen. En dan kijken ze ook vaak naar ons als waterschap en naar de provincie. In die zin van ja, neem nou een serie. Maak eens een keuze in wat je wilt met het watersysteem en regel de uitvoeringskracht als een aantal voorbeelden die we opgehaald hebben. Ook zijn er heel veel vragen over, meer inzicht. Dat is ook weer een logische natuurlijk. Als je een besluit wilt nemen, wil je natuurlijk wel ook de feiten kennen die er aan ten grondslag liggen, anders kun je geen goed besluit nemen. Daarvoor hebben wij nu de stap gemaakt om dat inzicht te maken in het uitvoeringsprogramma, dus we gaan begin volgend jaar, maar nemen wij een besluit over het convenant en daarna gaan we gezamenlijk een uitvoeringsprogramma uitwerken en daar komen die punten aan dan in orde en dan komt ook hier weer aan bod. En dat laatste punt, ja, noodzaak en urgentie hoeft volgens mij niet uitgelegd te worden. Wordt ook breed erkend door alle partijen. Maar wat je wel daarna merkt, is dat het eigenlijk het draagvlak vlinterdun is op heel veel vlakken en het het vooral ontbreekt. Een eigenaarschap van dit probleem hè? Jezelf verantwoordelijk voelen en er iets mee willen, hè? Ondanks dat je niet moet. En, dat is vaak in de gesprekken dan ja is goed een goed idee, maar ga jullie gang. Dus dat is iets wat wij ook echt wel gemerkt hebben in de verschillende gesprekken en daar hebben wij op gereageerd door een bestuurlijke crop groep in te richten uit de klimaattafel waarin vertegenwoordigd zijn de 5 belangrijkste partijen, dus de provincie, waterschap, WML en terreinbeheerder en de landbouw om daar in ieder geval te werken aan een draagvlak bij al die andere stakeholders om ook echt samen met ons en de provincie aan de slag te gaan. De komende periode, nou, het wordt een druk najaar en een druk voorjaar. We zijn nu in een fase waarin allerlei producten opgeleverd worden, dus dan komen concepten over en weer en weer terug. We hebben ook met de inrichting van die klankbordgroep. Dat zat in de uitnodiging en werd net ook even genoemd. Willen we ook het AB zeg maar in een beperktere vorm gaan betrekken bij de uitwerking daarvan kom ik bij de volgende sheet ook even op terug. Het streven is om eind dit jaar aan de klimaattafel bestuurlijk commitment op te halen voor de conceptversie hè. Die komt ook hier in het bestuur, eerst voor die daar naartoe gaat. Daar halen we op wat andere partijen ook daarvan vinden. En dan is de opzet om begin volgend jaar en die besluiten te nemen over deelname aan het convenant. Wat dan uiteindelijk eind Q1 getekend wordt? Reden die erachter zit is dat de gemeenteraadsverkiezingen natuurlijk volgend jaar plaatsvinden. Op 18 maart, geloof ik. En het liefst willen we natuurlijk met de huidige bestuurders dit stel afronden, want als je dat weer met nieuwe bestuurders bij de gemeentes moet gaan doen, dan ben je zo weer een half jaar, 3/4 jaar ben je verder? En ja, we hebben straks ook gehoord dat we eigenlijk het liefst sneller willen. Na de daarvan is natuurlijk wel dat ja er ontspanning veld ontstaat tussen het zorgvuldige proces en toch die deadline die eigenlijk boven de markt hangt. Maar we gaan er in ieder geval voor om dat toch voor die gemeenteraadsverkiezingen te halen. Klankbordgroep kan je op terugkomen. Die stort ook in de uitnodiging voor deze vergadering. Ik denk dat we de meeste wel zullen herkennen dat de klankbordgroep voor het HWP in de lucht is en wij willen eigenlijk voor dit traject van wat u dus straks vertelde, maar ook voor het convenant, een soortgelijke klankbordgroep in het leven open, die vooral zeg maar meegenomen wordt. De vertegenwoordiging uit de AB fracties, maar die meegenomen wordt in de afwegingen die we maken achtergronden die er zijn vragen opmerkingen, dat soort zaken dat we die snel en adequaat kunnen behandelen. Ja verder nog wat kenmerken van die van die klankbordgroep. Ik neem aan dat de presentaties gedeeld worden, dus die. Komen dan vanzelf wel bij jullie terecht. En ik begreep net dat er wellicht een via de nieuwsflits al een uitnodiging komt, maar daar spreken we dadelijk nog wel over dat precies gaan doen. Hoe verder na de ondertekening dus vanaf Q1 volgend jaar. Natuurlijk moeten wij een governance inrichten, want een convenant tekenen en dan daarna niks mee doen. Dat werkt natuurlijk niet, dus we gaan samen met de provincie nadenken over hoe wij de samenwerking die we nu hebben kunnen doorzetten naar de ondertekening van het convenant. De sectoren en de stakeholders, waaronder wij ook natuurlijk gaan dan het uitvoeringsprogramma uitwerken wat we eind 2026 willen klaar hebben. Ondertussen gaan we niet niks doen, maar starten we ook al met het realiseren van maatregelen. Die zesjarige cyclus die ik heb benoemd heb dat zit ons een beetje zo uit. We moeten maatregelen uitvoeren. We monitoren continu wat dat oplevert en op jaar 4 gaan we evalueren en daaruit blijkt wat die maatregelen opgeleverd hebben of wij de afspraken nagekomen zijn en of ze er waterbeschikbaarheid vergroot hebben hè? Je kunt allerlei zaken meten en dan nemen we een twee jaar de tijd om ons beleid aan te passen. Die hebben we afspraken te maken over maatregelen. En, die kunnen dan weer landen in de volgende bestuursperiode van 6 jaar. We kiezen niet voor niks hiervoor, dus het zit in dezelfde modus als ons waterbeheerprogramma. Dus als wij dan een andere koers kiezen vanwege de uitkomsten van de evaluatie, wordt dat meegenomen in het volgende waterbeheerprogramma en hetzelfde geldt voor het voor de provincie, voor het provinciaal waterplan. En ja, die lijn die er ongeveer aangeeft, dat is eigenlijk het doel bereikt waar we naartoe werken in 2050. Dat zal niet allemaal in één lijn zijn. Er zullen jaren zijn dat het sneller gaat en onder jaren dat het langzamer gaat. En dan de laatste bullet. Ja, als we dat natuurlijk nagaan dat we dadelijk te weinig doelbereik halen, dan is er nog een bestuurlijke afweging mogelijk. Dan is die onderste dat als wij geëvalueerd hebben en dat dat blijkt dat er onvoldoende water is voor de verschillende functies, hè? Dat moet er eigenlijk nog een mogelijkheid zijn om nog een keer door te schakelen, want anders dan is er geen ja is het doel niet bereikt en dat doorschakelen kan op verschillende manieren en je kunt aanvullende maatregelen nemen. Je kunt de regelgeving aanpassen. Of of opleggen er zijn verplichtingen of anderzijds. Je kunt ook je doelen aanpassen, mocht het klimaat anders worden dan nu. Voorspeld wordt door het KNMI ja, dan kun je ook onze eigen doelen aanpassen op de nieuwe voorspellingen. En dan het belangrijkste deel. Wat wordt de inbreng van WML in dat uitvoeringsprogramma dus waar? Wat is ons aandeel in de aanpak van de waterbeschikbaarheid? Het is natuurlijk zo dat als je alleen in ons ons bakje, hè, onze onze sloten of onze beek iets gaat doen dat dat veel minder effect heeft als je dat in het heel gebied gaat doen, dan ben je maar op één kleine schakeltje. Ben je aan het werken en we regelen ons best dat het het realiseren van het doel bereikt dat je daar andere partijen ook voor nodig hebt is het is het de landbouw is het de natuur is het een gemeente in het beleid is het de provincie de WML noem maar op. We moeten dat samen met onze partners doen, want als gezegd, alleen redden we dat niet. En wij moeten dat uitwerken in gebieden. Eigenlijk wil je het liefst één gebied en één keer, zeg maar met die opgave aanpakken en dan uitwerken. Nou, wat de beste maatregelen zijn in dat gebied en Noord-Limburg is anders dan Zuid-Limburg, dus daar zul je andere maatregelen moeten nemen. Anders om moeten gaan met de omgeving, het landschap, dat soort zaken. En er werd straks ook al gezegd, we hebben natuurlijk nog andere opgaves overlast, kwaliteit, ecologie, economie voegen we nog toe dus? Dank voor de aanvulling. Dat ze ook zaken waar we hier rekening mee moeten houden, maar wij zijn niet de enige in het buitengebied. Ook een gemeente of een ondernemer die er zit of een terreinbeheerder. Iedereen heeft nog opgaves die ze moeten realiseren, dus ook daar moeten we de afstemming mee zoeken. Als we denken aan mogelijke maatregelen die andere partijen nemen, anders dan dan het waterschap staan er hier een paar opgenoemd. Er staan stippeltjes onderaan. Dit is niet uitputtend. We hebben een hele grote tabel gemaakt met allerlei type maatregelen die gaan van echte schoppende grondmaatregelen buiten dingen doen. Dat ook beleids beleidsmaatregelen? Ik noem maar even de één. Het laatste gaat over het vergunningstelsel voor waterneutraal bouwen kan de gemeente best maatregelen opnemen waarmee water verplicht geïnfiltreerd wordt bij nieuwbouw en dat soort zaken. Ook dit zijn gewoon een aantal voorbeelden die van partijen die nu over over het nadenken zijn om in het convenant op te nemen. En dan deze komen we bij het spannende stuk. Hier staan een zestal denkbare boot droogtemaatregelen die wij in het eerste uitvoeringsprogramma zouden willen opnemen, maar daarvoor willen we graag jullie mening horen. Ik heb daar een aantal factsheets gemaakt om daar een korte toelichting op te geven. Die wil ik één voor één langslopen en dan willen we aan het einde even terugkomen om ze één voor één met jullie te bespreken. Dus loopt eerst alle 6 langs en daarna komen ze weer terug. Deze werd ook al eerder genoemd in het stuk van rondom het samenhangend beleid. Het de wat vraag is eigenlijk die bovenaan staat, is het de belangrijkste in deze? En ik zal hem even hardop voorlezen, want dat is waar we dadelijk graag jullie mening over horen. Met ons beleid met ons spelbeheer hanteren we in onze watergangen structureel hogere stoelpijlen dan de huidige gerelateerd aan de klimaatverandering. Dus ze gaan een beleidsformulier waarin de de waterpeilers als ze nu staan structureel hoger zullen zijn in de toekomst dan dat ze.
Het klimaat verandert en over het jaar genomen dalen grondwaterstanden. Er zijn grote neerslagtekorten dan een overschot. Dus je moet ermee rekening houden dat de maatregelen die je neemt in ieder geval dat gedeelte compenseren.
Nou, dit klimaat gaat meer op de langere termijn, hè? Als je een nat jaar hebt of een droog jaar? Ja. Nou, dat doen we natuurlijk om de grondwatervoorraad te vergroten voor de verschillende functies die er zijn. In het gebied dekken toegepast heeft het een heel groot effect. Dat is één van de beste maatregelen om water vast te houden. Nou, de impact. Daar staat er eentje al die natuurlijk heel erg duidelijk is op het moment dat je pijlen omhoog brengt, is de kans op wateroverlast neemt toe. Dat is zonder meer het geval. Als je iets zou kunnen doen in een gebied voor wat betreft die pijlen, dan is het logisch dat je bijvoorbeeld kunt kiezen voor de laagste nu. Nu leggen wij droog op het laagste perceel. Als je naar een ander pijl voor kiest, dan zou je bijvoorbeeld 5 tot 10% van de laagst liggende gronden die dan te nat worden voor de huidige functie, daarvoor een functiewijziging kunnen bedenken. Nou, de tijdshorizon is indicatief.
Nee, nee, wij gaan. Jos neemt ons nu even mee in de zestal voorbeelden die wij als waterschap kunnen beïnvloeden. Ik haal dadelijk even op of u daar nog zaken in ziet die u ons mee wil geven. Het is de bedoeling van de klankbordgroep dat die zich gaat buigen de komende maanden en Jos heeft al gezegd korte maanden, want we willen eind dit jaar begin volgend jaar met een concept komen over de uitwerking daarvan. En daar komen we ook nog mee terug, zodat er ook nog over gediscussieerd gaat worden. Het is vandaag geen besluitvorming, geen instemming, alleen richting duiding en daarmee is het meer dan beeldvormend, want we gaan dat wel richting oordeelsvorming brengen.
We komen daar straks nog wel op terug aan het slot, maar richting en duiding is wel er. Dan zet je wel ergens naar een doel op in en die zie ik wel als een begin van besluitvorming. Dus wij maken daar voorbehoud op. Dat is ook nog wel duidelijk.
Een andere maatregel die wij voorzien als denkbare maatregel is het verondiepen, het afnemen of het dempen van sloten van het waterschap, hè? Dit gaat over waterschapsloten alleen maar. En door dat te doen verhogen we de drainagebasis, zeg maar. Dat wil eigenlijk zeggen: de bodem van de sloot gaat omhoog, waardoor de drainerende werking van de sloot op dat niveau komt te liggen, anders dan dat het nu is. Als het lager is, ook meer ontwaterd natuurlijk. Ook dat vergroot enorm de vaten voor het in de bodem doordat het water in het langzame systeem blijft in de bodem en niet in het snelle systeem van de sloot komt. Verder wordt daardoor ook de vorige naleving van de werking van de bodem vergroot. En dat heeft ook wel de sponswerking. Ook voor deze geldt: als je één slootje in een bepaald gebied doet, dan heeft het natuurlijk nul effect. We willen eigenlijk liefst in het hele gebied bekijken wat daar mogelijk is en daar de meest optimale variant uitwerken.
Oh, de andere, oké. Dit zijn de argumenten of de zaken die we willen gaan doen voor vertragingen om dat zoveel mogelijk tegen te gaan. Maar diezelfde beken hebben wij ook heel hard nodig voor als het heel nat is. Dat betekent dat als je dus de bodem omhoog brengt, de capaciteit die erdoor kan veel minder is. Zal het dan niet ook zo moeten zijn dat al die beken ook breder moeten worden om toch dezelfde capaciteit af te kunnen leveren?
Dat is één van de oplossingen waar je kunt denken, maar dat is een hydrologisch vraagstuk, zeg maar of het ophogen en verbreden hetzelfde effect heeft als het.
Dan zit er een hele wereld achter deze tijd. Ik heb geprobeerd in één keer alles te zetten, maar dat lukt me toch nooit. Maar dat is wel een terechte opmerking, ja. De derde gaat over inzicht krijgen in welke onttrekkingen er plaatsvinden, kwam ook alleen van wordt straks. De vraag die wij willen voorleggen, is we plaatsen slimme debietmeters op alle onttrekkingspunten en onttrekkingen die vallen onder de bevoegdheid van het waterschap. Dus we kunnen wel wat vinden van wat de provincie onder de bevoegdheid heeft, maar deze gaat echt over van het waterschap. Als we dat doen, dan krijgen we eigenlijk heel veel inzicht. Real-time dus. In de met name in de zomer dan in veel gevallen van hoeveel water nou waar onttrokken wordt en dan kun je ook veel beter met je monitoring zien wat de effecten zijn. Dus ja, wat ik zeg, het is noodzakelijk om die feitelijkheden te kennen als je met elkaar een gesprek aan gaat over die onttrekkingen. Wil je dus verminderen of niet, of kan het gewoon blijven zoals het nu is? Dus inzicht is wat dat betreft in ons oordeel belangrijk om de discussie te kunnen voeren.
De provincie beheert de grote onttrekkingen en de WML, hè? En die hebben al op al die putten de meters staan, dus die hebben dat al inzichtelijk in hun vergunningen.
Die ook in datzelfde spoor zit, is het instellen van een onttrekkingsplafond. We stellen een maximale hoeveelheid water vast die onttrokken mag worden per onttrekking uit grond- of oppervlaktewater die valt onder de bevoegdheid van het waterschap. En ook daarmee kun je in een gebied, zeg maar, sturing aanbrengen in de waterbalans, hè? De watervraag die je daar hebt. Ook daarvoor geldt differentiatie in gebied is natuurlijk heel belangrijk. Ik hoef niet te zeggen als je tegen de grens van een Natura 2000-gebied zit dat grondwaterafhankelijk is. Heb je een ander gesprek als je daar 4 à 5 km vanaf zit, dus dan heb je ook andere voorwaarden die daarbij horen. De laatste is, of nee, de een-na-laatste. We automatiseren nog een heleboel stuwen die in onze watergangen zitten, waardoor wij beter kunnen sturen op het vasthouden van water. Dus voorzien wij grote wateroverlast, dan hoeven wij niet al ver van tevoren iemand naar buiten te sturen, maar kunnen wij dat vanaf hier regelen, op kantoor. De laatste is de beekdalbrede inrichting. Dat is eigenlijk een beetje een vreemde eend in de bijt in deze set van maatregelen, want dat is eigenlijk een maatregel die past bij natuurbeken en waarvan we bijvoorbeeld twee maanden geleden ook buiten geweest zijn bij de Oostramsche Beek over hoe dat systeem werkt. Droogte is één onderdeel wat met die beekdoorbraak de aanpak die daar echt heel veel van profiteert. Beekbewoning wordt verhoogd. Het beekdal wordt verbreed, waardoor de stroomsnelheid naar beneden gaat en het water veel langer vastgehouden wordt. Ja, wat wij wel zien en dat is misschien een utopie dat het natuurlijk best wel lang duurt voor je zo'n heel beekdal opnieuw ingericht hebt. Nou, misschien is er dan iets in de zin van kunnen we ander instrumentarium gebruiken om dat proces te versnellen, dus wat minder vrijwilligheid, maar meer gestuurd kijken of wij tot oplossingen kunnen komen. Dat was de laatste.
Dank je wel. Blijf rustig staan, Jos. En als we dan teruggaan naar de eerste maatregelen die hier op het scherm staan. U ziet voor u oranje en groene briefjes liggen. Die liggen daar niet voor niets. Wij willen u vragen ten behoeve van de input dadelijk van die klankbordgroep om uw opmerkingen waarbij u steun betuigt, op het groene blaadje te schrijven en als u zaken hebt waarvan u zegt: nou, daar ben ik het niet mee eens of ik zie dat anders, op het oranje briefje. En dan laat u het rustig liggen. Als u een naam wilt vermelden, is dat fijn, want als we later nadere duiding willen van hetgeen wat u opgeschreven hebt, kunnen we daar bij u op terugkomen. Als u dat liever niet wil doen, is dat ook goed. Maar nogmaals, het is misschien voor de klankbordgroep makkelijker als de naam er wel op staat. We gaan de sheets even nalopen en ik haal graag per fractie een eerste reactie op en wellicht ook al wat duiding voor de richting voor de klankbordgroep straks in de verdere uitwerking. Waarbij we ook echt de richting vragen van hoe kunnen wij verder werken? Want we moeten, we hebben dat wel nodig. Ook straks als inbreng binnen het convenant. Maar wat voor mij nog belangrijker is, invulling geven aan bestuursconvenant en daarin hebben we opgeschreven dat we ook voor waterschapbeleid voeren. Ik zag een vragensteller, meneer Beckers.
Eigenlijk twee vragen. De eerste vraag is, ja, wij willen de waterpartner zijn in alle processen die je en alle opgaves die in Limburg spelen. Dus mijn vraag is bij het opstellen van een convenant. Er zijn natuurlijk, u zei iets van 45 partners waarmee gesproken wordt. Dus 45 ook tegengestelde belangen, niet alleen gezamenlijke belangen, maar ook tegengestelde belangen. Welke stem weegt het zwaarst? Dat is één en de tweede vraag sluit aan. Er zijn meer vragen over gesteld. Dat blijkt ook uit de sheets, hè? Het is altijd een toename van risico op wateroverlast, in hoeverre is veiligheid een onderdeel van dit hele programma? Het is niet wateroverlast in de zin van dat dus agrariërs en de terreinbeheerder meer last van krijgen, maar ook echt veiligheid.
Even in antwoord daarop, want anders kan ik het niet onthouden richting andere vragenstellers. We hebben in het convenant afgesproken dat iedere partij naar eigen kunnen maatregelen gaat nemen. En daar moet een overzicht van komen van die maatregelen die dan een bepaalde aanpak van de droogte tot gevolg heeft. Elke partij heeft daar een eigen verantwoordelijkheid in en ook het waterschap. Dus dat is ook de reden waarom wij op dit moment eigenlijk van het algemeen bestuur vragen om ons de richting mee te geven. Waar gaan wij nou als waterschap voor? Het is een taak die we hebben, het is een verantwoordelijkheid die we hebben die we ook moeten uitvoeren. Los van de convenantpartners, want die opgave hebben we wel. Wij kunnen niet duiken omdat wij vinden dat een andere partij minder doet bij wijze van spreken. En we hebben ook gezegd, het gaat niet om meer of minder doen. Iedereen doet naar eigen kunnen naar eigen belang en bijdrage leveren. Dat was de insteek en is nog steeds de insteek van die intentieverklaringen. Dat wil ik ook graag terugzien in het convenant. Voor nu gaat het echt om, en dat staat ook in het bestuursconvenant, hè? Wat we hebben afgesproken aan het begin van deze periode, dat wij eigen droogtebeleid, grondwater- en oppervlaktewatervisie ontwikkelen voor ons eigen waterschap. Daarvoor staan wij hier nu primair. Als het gaat om de waterveiligheid, dan gaan we nu specifiek kijken naar het droogte-issue en Jos die heeft net ook al aangegeven, hè? In het kader van verondiepen. Een risico op wateroverlast dat dat zullen we in de nadere uitwerking zeker rekening mee moeten houden, want ook waterveiligheid kan ook betrekking hebben op droogte. Dat is ook één van de redenen waarom wij net willen zorgen voor voldoende water. En dat is ook de reden waarom wij ook de samenwerking met andere partners zijn aangegaan en ook graag willen, omdat het ook een verantwoordelijkheid van alle partners in Limburg is. En ten principale denk ik dan van de overheidsinstanties, want die moeten het goede voorbeeld geven. Zo kijk ik ernaar. Ik zag hier twee vragen stellen, ja, ik ga even. Ik probeer ze te onthouden in volgorde van aanmelden. U neemt mij niet kwalijk dat ik mevrouw Voorlaat ga. Gaat u wel?
Ja, ik heb ook nog een vraag naar aanleiding van de presentatie. Het ging om 20% waterverbruik minder, is het plan. Maar wat is dan de uitgangspositie? Minder dan in 2018, minder dan in 2020?
Ja, een belangrijk onderdeel van de hele monitoringstrategie is ook de referentiesituatie. Dat geldt niet alleen voor de onttrekkingen, maar ook voor bepaalde verhogingen die we willen doorvoeren. En daarvoor zijn we ook met partijen in gesprek over wat nou de beste referentieperiode is. Is dat een onttrekkingen? Is het nou een droog jaar, een gemiddeld jaar of een heel nat jaar? Er zitten heel veel verschillen in, dus met partijen zijn we aan het kijken wat nou de meest gedragen referentieperiode is die wij kunnen meenemen in het convenant. En wellicht dat er dan twee periodes komen: één voor een droog jaar en één voor een nat jaar.
Ik stel deze vraag, omdat ik gelezen heb dat er met name na het droge jaar 2018 heel veel landbouwers beregeningsspullen hebben aangeschaft en dat er dus veel meer beregend wordt sinds 2018. Kijk, als je dan 2018 of daarna als uitgangspunt neemt, kom je heel anders uit dan wanneer je voor 2018.
Dat gesprek hebben we in de begeleidingsgroep, zeg maar waar al die partijen in zitten, gaat dat gesprek over. Ik hoop tot een gezamenlijk referentie te komen.
Ja, ik miste nog iets wat een prachtige inbreng zou kunnen zijn van WL en waar ik recent wel in vakbladen over gelezen heb van andere waterschappen, namelijk het hergebruik van effluent van al onze RWZI's. En ik vind dat een heel mooie structurele bijdrage en ik denk dat wij eventueel in samenwerking met die andere waterschappen die dat nu als pilot uitvoeren, toch moeten kijken of dat ook een stuk inbreng van ons WL kan zijn.
Die staat erbij op die denkbare lijst stonden nog stippertjes onder en daar zit er eentje van. Wij zijn ook aan het kijken naar de uitkomsten van die pilot die in Weert gebeurt. Met.
Bij de baas was gebleven, maar hij staat er wel op, want er is nog een hele lange lijst. Maar we hebben alleen voor ons waterschap de meest pregnante eruit gehaald, hè? Dus dan kom ik bij de heer Broekema en daarna bij de heer.
Ja, misschien viel jij nog aan, hè? Ja, ik zit even met het proces van vanmiddag. Ik heb gisteren nog gebeld. Zijn er ook stukken die van tevoren toegezonden kunnen worden, zodat je je kunt voorbereiden? Dat was niet het geval, meldde bestuursondersteuning mij en nu worden wij hier geconfronteerd met hele fundamentele richtinggevende vragen. En met aan te duiden met groene of oranje briefjes. Ik had dat ook niet in de gaten natuurlijk. Ik heb ze allemaal gebruik van notities nu, maar ja, wij vinden het te prematuur om hier vanmiddag even in twee uur, wat de tijd te kort is, om ook door te kunnen vragen. Ook bij de eerste presentatie had ik nog een aantal vragen om hier nou zo even een oordeel over te vellen. Twee illustraties. In de vorige presentatie werd iets, werd het uitgangspunt verhoging grondwater aangegeven. We hebben ook gebieden in oud landbouw in de veeteeltgebieden die tegen bouwplannen waar nieuwe huizen gebouwd moeten worden aanzitten. Bijvoorbeeld Meers is zo'n bouwplan wat het grondwater veel te hoog is. Wat voor implicaties heeft het allemaal? Daar moet je over nadenken. Wat doen jullie op dit moment als DB met minister? Bespreek je die grondwaterproblematiek, hoe ga je dat in de komende jaren dan in dat scenario uitwerken? Dat zijn allemaal vragen die ons nu moeten behoeden tegen dat zomaar akkoord geven van een fundamentele richting te besluiten. Iedereen dito drinkwater alle functies minderen werd in de vorige presentatie gezegd, dus drinkwater ondergeschikt maken. Zou je kunnen zeggen, daar kunnen we niet in meegaan en de relatie met WRL is en hoe je omgaat met het beschermen tegen wateroverlast is ons. Die dwarsverbinding wordt ook niet duidelijk. Een aantal basisgegevens ontbreken.
De laatste opmerking. Heel erg dank dat u mij dat toestaat, maar de fundamentele vraag: die hebben jullie die besproken met de provincie? Hoeveel inwoners er in Limburg nog bij mogen komen tot 2100? Wat de consequentie daarvan is voor de drinkwatervoorziening als de veestapel niet gereduceerd mag worden. Dat soort fundamentele basisgegevens ontbreken voor al die zes en zes scenario's.
Dank u wel. Dank u wel, meneer Broekema. Ik neem kennis van uw opmerkingen en ik laat het aan u. Nee, maar dat heb ik begrepen. Dat is ook goed. Het is uw eigen keuze. Ik vind het fijn als de overige fracties wel hun inbreng willen leveren, want uiteindelijk willen we wel graag voldoen aan het verzoek van het algemeen bestuur om met een droogtebeleid te komen. Meneer Theo.
Ja, dank voor de presentatie inderdaad en over het algemeen kan ik me nu wel vinden in, zeg maar, de opzet hiervan ook en zeker die zes vraagpunten. Ik denk dat het allemaal zeer de moeite waard is om te bespreken in de klankbordgroep. Eigenlijk twee vragen nog. Functiewijziging even te hebben consequenties voor mensen die daar op dit moment actief zijn met die gronden. Dus dat ook graag nadenken, zou ik zeggen, over eventuele compensatie of hoe dat geregeld zou kunnen worden en ook eventueel nadenken over een mogelijke verzekering. Zodat men er op tijd, zeg maar, op in kan spelen dat er mogelijkerwijze in de toekomst plaats gaat vinden.
Klopt, dat is een terechte opmerking, hè? Dat zijn onderdelen van de uitwerking, hè? Dat staat bijvoorbeeld al bij een overgangstermijn, kun je aan denken, bijvoorbeeld wat al straks genoemd werd, wat bij andere waterschappen gebeurt. Een functiewijziging, wij gaan niet over de wijziging van de functie, wij gaan over het creëren van omstandigheden als er iets gebeurt met de omstandigheden, waardoor de functie wijzigt en daar moeten we automatisch al bij andere partners terecht. Als de gemeente en zo dus, en die zijn hier nou bij betrokken, dus dat doen we ook niet zomaar. We gaan er van tevoren natuurlijk goed naar kijken of dat nodig is en wat daar de gevolgen van zijn.
Dank u wel. Ik kom even terug op die 45 partners. Dat zijn er erg veel. Meestal krijg je daar niet hele sterke besluiten door. Dus is mijn vraag, zijn die 45? Wat is de categorisering in 5 of 6? Zeg maar, en die kunnen dan onderling bepalen wat ze willen en dat bevordert de snelheid en de kracht van de onderhandelingen. Als je maar met 5 of 6 zit dan tafel.
Ik ben heel blij met uw vraag, want dat duidt dat we in dat opzicht. Het is echt te categoriseren: Provincie, Waterschap, WML, LATB, de terreinbeherende organisaties, de Limburgse werkgeversvereniging, de gemeenten niet te vergeten, particulier grondbezit, recom. Sorry.
Die zit er ook bij. Die heb ik even gemakshalve bij de terreinbeheerde organisaties gezet, wellicht ten onrechte. Maar die zit er ook bij, dus die categorieën zijn er. En ik denk dat er iets meer dan zes zijn, maar ze zijn wel te categoriseren en die hebben in ieder geval, als ik bijvoorbeeld kijk naar de gemeentes, die hebben natuurlijk wel aantallen de meeste deelnemers. En die zijn verenigd in het bestuurlijk regionaal overleg Limburg en daar is dit thema toevallig gisteravond onderwerp van gesprek geweest. Dus het is wel geclusterd, meneer Berger, maar fijn dat u het vraagt. Ik zag nog een vraag, een stelster daarachter.
Dankjewel. Ik vroeg me even af, ik begrijp bij lange termijn en ik zie ook een aantal richtingen. Zijn er een aantal zaken die het hebben van? Ja, hoe we nu werken positieve effecten hebben waar we nu dus graag op willen voortbouwen.
Ik denk dat, en anders heb ik het verkeerd begrepen, we hebben, dat heeft Wido straks laten zien, een aantal maatregelen die we op dit moment al nemen. Dat gaan we ook niet mee stoppen. Maar we hebben gezien dat het niet genoeg is en wat we doen blijven we doen. En dan kijk ik naar collega Wolfhagen die zich bezighoudt met, zeg maar, het thema op de korte termijn. Ik zie dat hij ook heel graag wat wilde zeggen, dus ik ga hem het woord geven. Daar gaan we vooral mee door, maar dit zijn echt maatregelen die daar bovenop komen, omdat wij gezien hebben dat er meer nodig is. Ja, wel vaker.
Ja. Toch terug hier naar de sheet wat gevraagd wordt. Jullie moeten dat toch zien als zijnde richtinggevend, want we zijn op heel veel plekken. Zijn we als waterschap al bezig, ook met de peilverhogingen. Ook hoe het financieel gezien moet worden geregeld, is nu ook één van de directeuren weer naar Brabant toe om te kijken van, hoe kunnen we in dat NOVEX-gebied de doelen die wij willen gaan behalen op het gebied van waterkwantiteit en waterkwaliteit, kunnen wij dat regelen? Dus het proces is de.
Het proces is eigenlijk al in gang gezet en dat zullen we naar de toekomst alleen maar moeten verbreden. En dat zullen we met zijn allen moeten doen, maar dit is voor mij in ieder geval als portefeuille daar richtinggevend en ik keek ook niet zo naar die 5 of naar die, sorry, naar die 10 en 50 cm bij een verhogingen. Ik heb ook in een clubje vaker gezegd van nou, misschien moeten we plekken wel naar 1 m toe. Proberen we daar maatwerk in te leveren? Een gebiedsgerichte aanpak, zoals het ook gesteld is in het Blauwe Kompas, ja, als dat richtinggevende hersenen kunnen we op korte termijn wel meters maken en daar zitten we met zijn allen voor om daar ja handen en voeten aan te geven. Zo.
Ja, dankjewel. Op zich vinden wij het wel een plan waar we mee aan de slag moeten. Kijk, water is voor iedereen van belang, hè? Voor allerlei stakeholders in ons gebied die er werkzaam zijn. Dus wat dat betreft positief over dit plan om nog mee aan de slag te gaan. Maar ik wil toch wel een duidelijke kanttekening maken. Eigenlijk tegen die voorzienbaarheid die hier genoemd wordt om overgangstermijnen van 5 tot 10 jaar te noemen om daar die aansprakelijkheid op schadevergoeding of in ieder geval die mensen die het betreft tegemoet te komen in de schade die zij lijden van dit plan. Om die voorzienbaarheden in te noemen en dus eigenlijk die aansprakelijkheid te ontlopen. Dit is in de overheid een slinkse manier gebleken in diverse beleidstrajecten. Ik hoef er maar één te noemen en ik noem bijvoorbeeld fosfaatrechten. Daar staan iedereen de tenen krommen als je het over voorzienbaarheid hebt. Nou, ik zou het waterschap daar toch willen voor waken. Als we plannen hebben en dat treft mensen, of het nu particulieren zijn die een huis in een risicogebied hebben, of jonge agrariërs die pas een bedrijf overgenomen hebben en hier eigenlijk buitenspel gezet worden voor schadevergoeding, dus als dat niet voorzien wordt, dan hebben wij hier wel grote problemen mee.
Dank u wel, ik begrijp uw inbreng. Dat is ook één van de redenen waarom we zo'n klankbordgroep in het leven gaan roepen om dit soort thema's duidelijk te bespreken en ook uit te zoeken hoe een en ander in elkaar zit. Dat vraagt gewoon nader uitzoekwerk. Dit is de richting en ik ben blij dat u hem onderschrijft en hoe we hem gaan uitvoeren. Dat gaan we de komende maanden zien, dus dank u wel. Ik kijk nog even of er vragen zijn of ik elke fractie gehad heb. LV50, Waterbelang, kunnen zich vinden. Zijn er natuurlijk nog opmerkingen of suggesties om mee te geven? Sorry, even de microfoon.
Presentaties, ik zou zeggen, kijk wie er in de klankbordgroep gaat zitten. Dank u wel. BBB heb ik gehad, Partij voor de Dieren, dan denk ik dat we naar de volgende. Meneer Van der Staak.
Omdat dat zo belangrijk wordt geacht, wordt er heel veel aandacht besteed aan de onttrekking. Dat is eigenlijk als opmerkingen erbij. Maar waarvoor is er gekozen voor debiet mits per?
Punt. Dit is geen keuze, hè? Dus dat is één van de. We stellen gewoon dat wij op elke put een slimme meter willen hebben, zodat we hier kunnen aflezen hoeveel uit die put onttrokken wordt. En als wij als waterschap er anders over denken of jullie er anders over denken, dan vind ik dat ook prima. Gaan we dat uitwerken en dan laten we dat een keuze voor om dat wel of niet te doen en of dat dan per put is of per pomp of wat dan ook. Dat is de uitkomst van dat gesprek. Dus we stellen hem gewoon.
Ja, dank u wel. Voordat ik naar mevrouw Kaanen ga, graag op de groene briefjes of u kunt instemmen met de richting en als u nog suggesties heeft, Steven, als u het niet vindt, alstublieft de oranje briefjes, want dat helpt ons dadelijk echt bij het vervolg, mevrouw Kaanen.
Ja, ik heb het bij een eerdere opmerking ook al gezegd, maar ik vind de samenhang met stedenbouwkundige ontwikkeling en de planologie wel heel belangrijk. En ik denk dat we daar meer uit kunnen halen, dus bijvoorbeeld super local dat. Weinig mee kunnen we meer mee.
Ik denk dat het een goede suggestie is om mee te nemen straks, dus ik zou ook zeggen, schrijf hem vooral op, zodat we hem mee kunnen nemen. En dan denk ik dat we naar de volgende kunnen gaan. Dus verondiepen, afdammen, dempen van waterschap Limburgse sloten en beken, want daar gaan wij ook alleen maar over. Jos heeft daarnet al iets over gezegd. Dus ik vraag, u had een opmerking. Ik zou zeggen, maak hem opnieuw, want hij past binnen dit geheel, waar het ook gaat om het gedeelte wateroverlast en ik kijk ook naar de rest of daar nog vragen of opmerkingen of suggesties zijn om mee te nemen. Ik kijk even rond. Mevrouw Heeze.
Dank u wel, voorzitter. Ja, ik heb eigenlijk een aanvullende vraag. Hoe ga je om met reeds bestaande peilgestuurde drainage als je gaat verondiepen, afdammen, dempen van waterschapsloten of beken?
Ja, wij zullen nooit zomaar ergens een beek gaan dempen zonder dat we met aangrenzende eigenaren, gebruikers van gronden, in gesprek gaan. En dat als de situatie dusdanig is dat het per bestudering uitkomt op een bepaald niveau, ja, dan houden we daar natuurlijk rekening mee. Dat mag voor zich spreken. We gaan niet op eigen houtje dingen doen als waterschap.
Nou, toevallig hebben wij vernomen dat in het waterschap De Dommel aan zo'n project is uitgevoerd en dat dat niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Nou ja, de Oosterdamse Beek is ook zo'n voorbeeld dat we zeggen van we gaan het natuurlijk inrichten, verbreden en een aantal stuwen weghalen. Maar uiteindelijk gaat het water van A naar B, maar wordt dan wel versneld. Misschien weer vertraagd door de brede werking, maar bij langere droogteperiodes blijft er minder water als je meer stuwen in die Oosterdamse Beek hebt. Dus zijn we hier niet het paard achter de wagen aan het spannen? Dat is eigenlijk een beetje het risico wat we hiermee lopen.
Ik denk dat u misschien een goede opmerking maakt, hè? Maar dat gaan we dan zien en uitzoeken in de klankbordgroep, want daar moeten we het echt. Ja, dat is waarom we die in het leven roepen. Ik weet niet of jij daar nog op wil reageren, Jos.
Ja, misschien is het voor nu meer te veel inhoud, zeg maar een detail. Je moet per situatie kijken wat daar de beste oplossing is en in sommige gevallen kan het gewoon niet. Als de situatie dusdanig vraagt dat je een sloot moet laten staan, dan moeten we dat ook doen. Maar als we kijken naar het hele gebied, zijn er misschien op de ene plek een sloot te plaatsen en op een andere plek sloten te verondiepen of misschien zelfs helemaal af te dammen. Dat is de gebiedsaanpak die je kiest met de mensen die er zitten. Die hebben de meeste gebiedskennis en zo kan je kijken wat daar het beste past om die waterbeschikbaarheid te vergroten.
Dat was het. Dan gaan we naar het volgende onderdeel en nogmaals het verzoek om het briefje echt te bevestigen, zodat we ons straks kunnen vinden in de opmerkingen zoals gemaakt over de slimme debietmeters op alle onttrekkingspunten. Daar is eigenlijk al heel wat over gezegd. Maar kijk toch nog even rond of er nog vragen, opmerkingen of inbreng is anderszins. Gaat uw gang.
Ja goed, er zit een grens van die 10 kuub per uur. Wat dat is, maar daar zitten heel veel putten waar even 8 of 7 kuub per uur aan onttrokken wordt. Ik vind dat je die eigenlijk ook moet gaan meenemen dan in dat verhaal.
Als u dat vindt, dan doen we dat. Maar daar zitten allerlei kanttekeningen aan. Natuurlijk, dan heb je er God weet hoeveel die je nu nog niet in zicht hebt, dus dan moet je die actie doen. Maar dat geldt allemaal in de voorbereiding, zeg maar, om die keuze voor te leggen.
Bepaald type put die daar, daar zet je nou die meters op en die andere wat misschien qua hoeveelheid misschien veel meer is als die grote putten qua hoeveelheden dan ja goed, die neem je niet mee dan dus je krijgt dan wel een vertekend beeld.
Het punt is dat wij nu als waterschap zeg maar volgen wat het rijk zegt. Kleine 10 kuub, daar doen we eigenlijk niks mee. Het zijn particuliere putten, heet dat wel. Er is geen meldingsplicht voor, er wordt niks van gemeten, helemaal niet. Alles wat daar boven zit heeft een vergunning en daar wordt per jaar gevraagd wat daar uit onttrokken wordt. Dat zijn de vaste putten en daarnaast zijn er nog meldingen op vergunningen voor onttrekking van het oppervlaktewater.
Dank u wel, voorzitter. Ja, dan wil ik toch terugkomen op de vraag die ik straks had. Ik sluit me aan bij meneer Lanckohr om alles in beeld te brengen en dan krijg je geen vertekend beeld en dan krijg je een totaal van wat allemaal onttrokken wordt uit de grond. En de volgende vraag is, heeft de gemeente of iedere gemeente in beeld hoeveel putten dat zij in gebruik hebben en dan de veiligheidsregio met het nieuwe beleid van hun brandpunten die ze allemaal opnieuw hebben gemaakt? Want daar wordt ook meer dan 10 kuub uitgehaald. Dank u wel.
Ten aanzien van de eerste vraag. Hebben wij al eens eerder een poging ondernomen om de wateronttrekkingen in Limburg in beeld te brengen. En dat heeft tot meer frustratie geleid dan dat het tot inzicht heeft geleid. En waarom? Omdat er op bijna elke onttrekking wel plus- en mincorrecties te maken zijn. Dus als u nou van mij vraagt om dat in beeld te brengen in Limburg, kan ik u wel op voorhand zeggen dat wij datgene wat we hebben, hè? De provincie weet precies wat er onttrokken wordt, hè? Dat zijn een aantal dingen, die kunnen we makkelijk benoemen. Maar dat er altijd correcties zijn en dit moet gecorrigeerd en dat moet gecorrigeerd over alle sectoren heen, dat wij eigenlijk toen gezegd hebben: van ja, maar gaat het daar nou om of gaat het er nou om dat we gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen en kijken hoe kunnen wij dan onze medewerking verlenen en maatregelen nemen aan voldoende beschikbaarheid van water? Want we kwamen daar niet uit. Dat, daar gaan we niet uitkomen. Je krijgt een heel globaal beeld. Dat ben ik met u eens, dat kan, maar we gaan er niet uitkomen. En dat is ook de reden waarom we hebben gezegd: laten wij nou kijken wat iedere partij kan doen naar eigen kunnen, inzicht en ook vanuit ons waterschap. Ik ken het thema en ik weet ook dat er heel veel gevoeligheden liggen waar we gesprekken over te voeren hebben en waar ook dit algemeen bestuur daar straks een uitspraak over doet. Ik denk alleen en ik hoorde de gedeputeerde dat in het filmpje zeggen en hij noemde dat heilige huisjes en ik heb die term eigenlijk ook wel een beetje van hem gestolen. Daar moeten we wel het gesprek over voeren, maakt niet uit wat er uitkomt, maar we moeten het gesprek voeren. En als we het gesprek niet voeren, dan wordt niemand gelukkig. Maar als we het gesprek wel voeren, dan komt er iets uit en dan kan dit AB een besluit over nemen. En dan ligt dat vast en dat zou mij wel helpen. En, het is misschien een hartenkreet wat ik nu die oproep wat ik nu aan u allen doe om toch de komende maanden die energie in te zetten op die gesprekken, ongeacht wat er dan straks uitkomt, want we zijn alle deelnemer en we voeren ook het gesprek. En ik heb tot nu toe in dit algemeen bestuur meegemaakt dat we daar wel constructieve gesprekken over voeren. Om daar tot een voorstel te komen, en dan weet ik dat we misschien nog wel wat hobbels te nemen hebben of niet, maar dat weten we dan en dan is dat ook duidelijk en dat is zoals ik er een beetje in sta. Met het team omdat we ook graag wij snappen dat wij beseffen dat, maar we willen het ook bespreekbaar maken en dan komen er meestal hele goede dingen uit. Daar ben ik wel van overtuigd en daarom ook dat ik u nu vraag om wat zaken in te brengen, zodat we die ook ter voorbereiding in die klankbordgroep kunnen brengen en daar het gesprek over voeren. Daarom is het eens te meer van belang dat u een deelnemer afvaardigt naar de klankbordgroep om daar de gesprekken te voeren. De tweede vraag? Die ben ik vergeten, mevrouw Heeze?
Nou praat ik misschien een beetje buiten mijn kenniskring, maar ik denk dat iedereen die vaak organisatie die in de grondwater put, slaat boven een bepaalde capaciteit bij ons een vergunning aan moet vragen als waterschap en of dat nou een gemeente is of een brandweer. Volgens mij maakt dat niet uit, maar ik wil het graag navragen en daarop terugkomen.
Ja, ik wilde toch ook even aandacht vragen, want het gaat over de bevoegdheid van de onttrekkingspunten die onder bevoegdheid van het waterschap vallen. Maar volgens mij zijn er ook een aantal illegale onttrekkingspunten, putten, en ik hoop dat daar ook stappen genomen worden, want zoals ik nu heb begrepen, zijn die nog steeds gebruiksklaar en komt het nog voor dat ze wel gebruikt worden terwijl ze eigenlijk illegaal zijn. En dat zou natuurlijk vreselijk zijn als je zo'n systeem optuigt.
Dat klopt en u zegt het zelf, het zijn illegale putten. En ik zou zeggen, ga ze maar zoeken. Een aantal zullen we best wel bekend zijn, maar ik denk ook een aantal niet. Dat issue is echt meerdere malen op deze bestuurstafel langsgekomen, maar het is ook een lastig thema om daar zeg maar zicht op te krijgen. Zeker als je en ik. We hebben er totaal geen beeld van. We weten niet hoeveel. Ik kijk even naar de heer Achten. Die heeft er kennelijk nog een vraag of een opmerking over, meneer Achten.
Een toelichting hoe op dit moment vergunningverlening en toezicht en handhaving doen. We zijn de laatste jaren gebiedsgericht bezig om te, nou ja, controles en inspecties. Daar kom je af en toe tegen dat inderdaad putten onttrokken worden waar die niet geregistreerd zijn. Alleen moet je altijd kijken of dat je ze, hè, geregistreerd kunt krijgen en het blijkt heel vaak dat men met putten die niet meer in gebruik zijn, maar wel een registratie op zit en het administratief regelen dat op de put waar onttrokken werd die illegaal was uiteindelijke registratie zit. En daarmee is er onregelmatigheid in die hele tijd opgeheven. Kun je die volgen? Nee, nee, ik geef aan hoe wij op dit moment toezicht en handhaving toepassen en hoe wij controleren of dat, hè, want u maakt een aanname dat alle putten waarom onttrokken heeft dat er veel putten zijn die illegaal onttrokken worden. Het blijkt uiteindelijk op papier op papier op een gegeven moment geen illegale onttrekkingen te zijn.
U hoort dat het een ja. We gaan u, wij komen er nu niet uit. Ja, voor wat betreft wat we wel weten natuurlijk, hè. Dus, ik kijk nog even of hier nog vragen over zijn, meneer Lacroix. Want daar wil ik tot afronding over dit onderwerp.
Komen van onttrekkingen en grondwaterpeilen in het freatisch grondwater. Of dieper is het natuurlijk ook interessant om een vergelijking te maken met hoeveel onttrekt de natuur in Limburg aan het water, aan het grondwater? We hebben ook heel veel natuur en we vinden het ook heel belangrijk en er moet ook water voor beschikbaar zijn. Maar om vergelijkingsmateriaal te hebben van hoeveel onttrekt de landbouw in Limburg en hoeveel onttrekt de natuur, is toch in dit verhaal ook mooi om die vergelijking te kunnen maken?
De vraag is wat u ermee beoogt, maar ik neem hem mee om te kijken in hoeverre we daar zicht op kunnen krijgen. Ik heb dat niet gehad. Of überhaupt de vergelijking kunnen maken?
Maar in het hele verhaal is het wel interessant om te kijken welke invloed natuur heeft op het theatisch grondwater en het dieper liggende grondwater. En dat denk ik toch dat ja interessant is om mee te wegen in de totale grondwaterbeleid.
Volgens mij voeren we nu juist het hele beleid voor de natuur om te zorgen dat de grondwaterafhankelijke natuur in stand blijft. En daar is het nou helemaal op gericht. Daarom is waarom we dit doen, ten behoeve van klimaat en het is juist de natuur.
Ik denk, ik denk dat ja. Ik denk dat het goed is om ook deze discussie, die denk ik niet helemaal de discussie is. We gaan ervoor om steeds voldoende waterbeschikbaarheid te hebben. En dat doen we voor natuur, dat doen we voor landbouw, dat doen we voor inwoners, dat doen we voor iedereen. Dus ik zou het niet specifiek op twee partijen willen toespitsen, want we doen het eigenlijk voor iedereen. En daar hebben we als waterschap ook een verantwoordelijkheid in. En nogmaals, wellicht is het goed om dit thema ook te bespreken in die klankbordgroep, maar ten principale doen we het echt voor iedereen en niet, en niet voor één of voor de ander meer of minder. Dat zou mijn gevoel aantasten, laat ik het zo zeggen en ik wil ook eigenlijk tot een afronding komen. Ik weet niet of iemand een dringende vraag heeft die niet kan wachten tot de klankbordgroep, dan mag u hem stellen.
Ja, het was een vraag die al eerder bij mij opkwam, maar nu opnieuw. Ik voel heel erg in het verhaal dat het gaat over draagvlak creëren en samen eruit komen. Maar er zijn natuurlijk ook Europese wetten, hè? Die ons noodzaken om stappen te zetten. En dan bedoel ik de KRW, maar ook inderdaad de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dus het is niet zo dat we, hoe zeg je dat, de natuur als een consument moeten zien in deze, want er is een verdroging, is een hele zware drukfactor voor de Natura 2000.
Dank u wel. We gaan naar de volgende in het kader van de tijd. En dat is het instellen van onttrekkingsplafonds. Wie wil daar nog iets over zeggen? Ik zou eigenlijk graag van de fracties wat reacties willen hebben, meneer Van der Staak.
Kijk, mijn gedachte die erbij opkomt dan, als je een profiel gaat instellen op een bepaald moment voor een jaar en het is half augustus en we zeggen dan, ja, klaar kan natuurlijk ook niet, hè? Dat gewassen dan? Dat je dan moet stoppen met berekenen, dus ik snap wat ik erover nadenk dat we het plafond. Maar ik heb daar nog geen beeld bij hoe je dat serieus kunt invullen, want we kunnen niet zeggen van 15 augustus iedereen klaar, opeens installaties uit als het nodig is, hè? Want als het niet nodig is, wordt het niet berekend, hè?
Maar dat is geredeneerd vanuit het oogpunt van het gewas wat er staat, hè? Dit is geredeneerd vanuit de beschikbaarheid van water voor alle functies. En daar zou je ervoor kunnen kiezen dat je een bepaalde functie een bepaalde hoeveelheid water ter beschikking stelt waar de ondernemer, in dit geval dan landbouw, over een periode kan kiezen wanneer die dat water gebruikt. En dat kan inderdaad betekenen dat misschien in juli die voorraad op is.
Dat is een consequentie daarvan, maar dat is een keuze die we gaan maken. Wat we daarmee het resultaat, wat we ermee hebben, is dat er in ieder geval voldoende water blijft, ook voor de andere functies die daar gebruik van maken. Want dat is de afweging die erin zit. Hetzelfde geldt als bij wateroverlast. In dit geval is dat de andere kant als het niet genoeg is voor in dit geval de gewassen. Maar over deze is het. Ik denk heel erg in gebieden. Volgens mij zijn er bepaalde gebieden waar je best kunt verstaan zonder onttrekkingsvorm, terwijl je in andere gebieden juist heel goed moet kijken van hé, wat is het effect van je onttrekking? Ik heb op een andere functie die in de buurt zit. Dus je moet het echt naar gebieden differentiëren dingen.
Dank u wel. Ik heb een aanvulling. Volgens mij moeten we niet instellen op onttrekkingsplafonds, maar moeten we aan de voorkant alles doen om te voorkomen dat er een plafond op onttrekking moet komen. Volgens mij is dat de enige weg die leidt tot resultaat.
Kijk. Ja. Kijken of er nog meer vragen zijn. Dan wil ik afronden. Zegt u het maar, want dit was de voorlaatste en de laatste die gaan we heel kort doen omdat we daar al vaker over gesproken hebben. Maar gaat u gang?
Ik wou er toch nog even een pleidooi voor deze maatregel houden, omdat wat natuurlijk gebeurt is op het moment dat er droge periodes zijn, dan krijg je juist die concurrentie, hè? Tussen natuur, tussen landbouw, tussen particulieren die zwembadjes en watertjes vullen en dergelijke. Dus daarom denk ik juist dat het wel een heel belangrijke maatregel is.
Dan komen we bij de voorlaatste, eigenlijk 102, 100 belangrijke stuwen automatiseren. Ik denk dat dat voor zich spreekt, maar ik vraag toch nog even of er opmerkingen zijn, toevoegingen, suggesties.
Dankjewel en dan gaan we naar de laatste en nogmaals schrijf uw briefjes, ik zeg het toch nog even. De Beek daar had brede inrichting. Die hebben we hier al vaker aan de orde gehad. Dus mocht er nog iemand zijn die daar iets over wil inbrengen. Maar we zijn er mee aan de slag. Er werd ook al de pilot genoemd in de grote Molenbeek. Daar zijn we echt mee aan de slag, dus ik weet niet of daar nog iemand iets over wil zeggen, roepen of inbrengen. En anders wil ik u danken, als ik weet dat ik nog een sheet heb, Jos.
Nee, dat klopt. Dat hebben wij ook geconstateerd. Op dit moment zijn wij bezig met het opstellen van een conceptconvenant dat wij in de richting van voor de verkiezingen willen brengen, omdat dat met name de wens is van de deelnemers aan de bestuurlijke klimaatadaptatietafel Limburgs, die overigens opdrachtgever zijn van deze droogteaanpak en die hebben de wens uitgesproken om dat van tevoren te hebben. Onze insteek is dat wij het doel, het wat, wat gaan we doen en ook het hoe gaan we dat doen, door middel van categorieën van maatregelen gaan benoemen. Die willen we graag klaar hebben voor maart. Dan komt er een soort van miniconvenant. Ik kijk ook even naar de projectleider of ik de goede dingen aan het zeggen ben en anders zie ik dat wel in het kader van de juiste informatie en dat kan betekenen dat we niet allemaal op dezelfde snelheid zitten, wat ook eigenlijk niet zou hoeven. Want we hebben ook gezegd, het gaat naar draagkracht en het is ook vrijwillig. Wij kunnen daar geen stok achter de deur doen. Alleen waar wij voor gaan is dat wij een appèl doen op onze gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid als het gaat over voldoende waterbeschikbaarheid en ik merk wel dat daar wel gedachten over zijn. En ook daar zullen misschien, ik durf het bijna niet te zeggen, wat heilige huisjes besproken moeten worden om die medewerking daarin te krijgen. Maar ik voel wel dat iedereen dat wil en ook iedereen het gesprek aan wil gaan en dat vind ik het positieve daaraan. Dan wil ik graag afsluiten met meneer Lacroix. U bent echt de laatste nu.
Ja, ik heb ook nog wel een laatste opmerking, een laatste vraag. Kijk, alles overziende en verder vooruitkijkend, als ze nu de komende paar jaar, waar dit plan eigenlijk op gebaseerd is of op gestoeld is, moeten we ons wel afvragen of dit wel een robuust plan is naar de toekomst toe. Ik zie het eigenlijk meer als pleisters plakken op korte termijn. Maar hier in Limburg komt van bijna alle kanten heel veel zoet water Limburg binnen en moeten wij niet richting 2050 of nog langer een plan hebben om veel meer van dat zoet water dat Limburg instroomt te kunnen bufferen, te kunnen vasthouden en grootschalig. Ik kijk als we nu naar de oosterburen kijken, die gaan met het water of in de roller onder andere.
De Bruijn kool winningsgaten vullen, ja. Hè, ik zeg niet dat dat misschien het meeste wel heel effectief is voor het water vasthouden, misschien niet het schoonste water, maar dan kunnen we plannen maken in Limburg om het water dat onze provincie van alle kanten binnenstroomt veel effectiever vast te houden en dan moet je eigenlijk op veel grotere schaal denken dan wat we hier nu doen. En ik denk dat we dat ook met de provincie moeten bespreken.
Het zal u niet verbazen dat de suggestie mij bekend was. Dus in dat opzicht, dank u wel dat je hem hier inbrengt, maar ook die nemen wij mee en ook die zit in ons traject om verder te bespreken en ook te onderzoeken wat de mogelijkheden daarvoor zijn. Dus dank u wel daarvoor. Dan wil ik nu afsluiten. Ja, u kan ik nooit verstaan, meneer Berger, dus zegt u het maar.
Dan zou ik u adviseren om bij een kop soep of een broodje daar gezellig samen over te bomen. Ik denk dat we nu echt lang genoeg hier gestaan hebben. Ik wil eigenlijk voordat ik ga afsluiten het projectteam van u een heel groot applaus vragen, want ze hebben maanden gewerkt. Noortje, Twan, Wido en Jos. En een andere en in andere. Twan, Twan, Twan moet ik eigenlijk zeggen, die daar heel hard aan getrokken hebben. En dat doe ik omdat ze echt keihard gewerkt hebben om dit voor elkaar te krijgen. En ik denk dat we hiermee ook stappen kunnen zetten. Ik dank jullie wel. Ik zie daar iemand staan die volgens mij iets wil zeggen en dat zal niet zijn ons uitnodigen om het broodje of een kop soep te eten. Erik, het woord is aan jou.
Nee, want laat ik met die teleurstelling beginnen. We hebben geen broodjes en geen soep vandaag. Ja, laat ik daar maar mee beginnen, dus samen zijn wordt zonder. Nee, ik wil het over iets anders hebben. Na droogte en tekorten is het ook goed om u nu te informeren dat wij op één vlak geen tekort meer hebben. Dat is namelijk dat wij sinds het begin van deze maand weer een voltallige directie hebben en de twee nieuwe directeuren zijn er ook. Dus ik wil ze ook vragen om even naar voren te komen. Ludo en Simone. En dit weten ze niet en is ook niet voorbereid, maar dat is voor u het leukste, want u krijgt nu spontane reacties. Ludo is onze nieuwe directeur operatie en beheer en Simone is onze nieuwe directeur advies en omgeving en samen met Jolanda en Sabine zijn zij het directieteam samen met mij. Maar laten we eerst even ja, heb ik genoemd Sabine ja ja, nou ja, heb je met dijkgraven? Ik ben altijd blij als het 3/4 van de boodschap aankomt, maar in dit geval is het ook een mooi moment dat ze zichzelf even voorstellen. En dan gaan dames natuurlijk voor, dus Sabine en Simone, ja, dat krijg je ervan. Simone, wil jij jezelf kort voorstellen?
Dit was inderdaad niet voorbereid. Simone Hellebrand. Per één september begonnen als directeur advies en omgeving met ontzettend veel zin hierin, omdat de opgave die voorligt en zoals u ook gehoord hebt, heel groot is. Hiervoor heb ik bij Rijkswaterstaat gewerkt. Ook één grote opgave, maar hier bij het waterschap, waar alles samenkomt, is die volgens mij complexer, leuker en dichterbij. Waar we met zijn allen aan werken?
Ik ga het proberen, ja. L. Henissen, directeur operatie en beheer, 55 jaar, woonachtig in Limburg. Misschien ook wel in mijn taal te horen. Woonachtig in Wessem, Midden-Limburg, ook werkzaam geweest bij Rijkswaterstaat. 30 jaar, met name bij wegenonderhoud, beheer en onderhoud, en nu met de opgave waar we staan. Ook op één september met veel enthousiasme begonnen en nog steeds met enthousiasme bezig om elke dag op te staan en mee te doen aan deze mooie opgave waar we voor staan. Twee kinderen, een zoon en een dochter. En wat kan ik nog meer zeggen? Ja, als je toch kijkt, als ik woonachtig ben in Limburg, ook geboren en getogen, dan is voor mij fietsen in deze mooie omgeving, wandelen in deze mooie omgeving, maar ook genieten, dus bourgondisch leven. Dat had mij ook wel aan, en dan zullen we het misschien te zijner tijd nog eens over kunnen hebben met elkaar.
Dank je wel, Ludo. Ja, en u merkt aan de hand van die korte introductie al dat we totaal verschillende mensen bij elkaar gebracht hebben. Dat was ook de bedoeling, dus ik ben ook heel erg blij met het viertal dat mij vanaf nu gaat bijstaan en ik denk dat we daarmee samen heel mooi invulling kunnen gaan geven aan richting. Kunnen gaan geven aan de organisatie van het waterschap. Dank je wel, dat kunnen we ook goed gebruiken en dan rest mij om u een hele fijne avond te wensen en tot volgende week zeg ik dan.