Zuidelijk Maasdal; uitbreiding scope en voorfinanciering verkenning

Dan gaan we naar de bestuursrapportage, blijven bij de BsGW over het vierde kwartaal 2020. Die zal dan worden vervoerd. Ik begin rechtsom. Er is niemand, dan is dat conform en wordt dat opgenomen bij de lijst van ingekomen stukken.

En dan komen we bij het voorlaatste agendapunt en dat is de Zuidelijke Maasvallei uitbreidingskop voor financiering verkenning. Daar zie ik de heer Breugelmans. Ja mevrouw Erkens.

Ja, ik wil graag in het kader van integriteit vermelden dat ik hier niet al zal deelnemen aan de discussie omdat ik zelf gewerkt heb aan dit project.

Heel netjes en heel correct genoteerd. Dank u wel, mevrouw Erkens. Meneer Bruggen, was u aan het woord?

Ja voorzitter en functeert dat.

Mevrouw Verheij-Péters ook het woord te voeren.

Meneer Breugelmans, voor ons ligt een stuk dat meegenomen kan worden in het woord systeemsprongen dat we met elkaar wel eens bespreken. Vanwege de urgentie en vanwege noodzaak, zullen we met elkaar nadrukkelijk erover moeten hebben hoe we omgaan met de voorfinanciering, met name van projecten in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dat is een discussiepunt wat in de laatste fase van de oude bestuursperiode opgeld deed, waar men met elkaar ook uitgebreid in de klankbordgroep, waar ik ook een aantal keren namens onze fractie heb kunnen aanschuiven, over heeft gesproken. Ik moet zeggen, dat wordt ook vanuit het team van hoogwaterbescherming erg goed en duidelijk toegelicht en wordt ook aangegeven hoe we daarmee omgaan. In principe is het ook een reservering uit gelden van het Hoogwaterbeschermingsprogramma nog. Maar er zit natuurlijk altijd wel aan voorfinanciering ook een risico, want dat geld is eigenlijk geoormerkt ook voor andere projecten natuurlijk, die als we niet meegenomen worden in de terrasjes dat we dan in de voorfinanciering natuurlijk wel ook in de problemen kunnen komen met de uitgifte in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dat is belangrijk voor ook de nieuwe bestuursleden om dat met elkaar te delen. Hier denk ik en eigenlijk is dit agendapunt dan ook tevens een oproep naar mijn collega's om in de onderhandelingen die we met elkaar voeren naar een nieuw bestuursprogramma ook dit onderwerp echt te adresseren en te agenderen. En het met elkaar daar ook over te hebben hoe we daar de komende bestuursperiode mee om willen gaan. Want nu speelt dat in Maastricht, maar we hebben ook nog grote opgaven liggen in Venlo en in Roermond, hè? Als we naar de stedelijke gebieden in elk geval kijken en het kan ook op andere plekken nog spelen dat we met voorfinanciering te maken krijgen als we in elk geval het tempo in die werken willen houden met elkaar, hè? Dus dat is een uitdaging die er één van de vele uitdagingen die er in de komende bestuursperiode liggen. Gezien de urgentie ook van het project in Maastricht, vindt de fractie Waterbelang Limburg dat we het voorstel zoals het hier ligt, in elk geval mee kunnen nemen. Aan de andere kant zijn we wel geïnteresseerd in het antwoord van de portefeuillehouder hoe hij de omvang van die voorfinanciering een verlengstuk van dit project ook naar de toekomst al ziet, zodat de nieuwe bestuursleden ook kennis daarvan kunnen nemen. En dat we dat als we dat bespreken in de onderhandelingen naar een mooi bestuursprogramma, wat hopelijk op een breed draagvlak kan rekenen, dat we met elkaar daar ook de goede keuzes in kunnen maken. Ja, goed nogmaals. Voor ons is het stuk dus op zich akkoord, maar wel met die vragen dat we de collega's oproepen in de onderhandelingen daar vol aandacht aan te besteden. Dank u wel.

We gaan naar de portefeuillehouder en dan inventariseer ik daarna ook of toch iemand anders nog is? Ja, bedenk me dan ook. We gaan eerst nog naar mevrouw Verheij-Péters en daarna zal ik de verhouding het woord geven en dan ook de ruimte om te reageren op de opmerking van meneer Breugelmans. Nou, in ieder geval mevrouw Verheij-Péters.

Dank u wel, voorzitter. Onze fractie heeft een vraag, ook over het beperken van de risico's van het voorfinancieren. We begrijpen dat het risico van het voorfinancieren kan worden beperkt als de regiopartners ook een bijdrage leveren in de voorfinanciering. En onze fractie vraagt zich af, hoe is het gesteld met de bijdrage in de voorfinanciering van de andere regiopartners?

Dank u wel, mevrouw Verheij-Péters, dan gaan we nu naar de portefeuille als de heer Teeven.

Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ik kan me voorstellen dat voor heel veel nieuwe AB-leden dit een pittig onderwerp is. Het gaat over een belangrijk deel van het werk dat we als waterschap doen. Er gaat veel geld in om, daar zijn ook risico's mee gemoeid en het is ook heel belangrijk dat u goed meekrijgt wat er in het hoogwaterbeschermingsprogramma allemaal precies speelt. Het liefst had ik ook gezien dat we eerst de module waterveiligheid besproken zouden hebben, zodat u een beetje het gevoel heeft van hoe dat nou precies gaat met dit belangrijke programma. Dat is helaas niet zo, omdat de minister, zoals ook in het stuk staat, voornemens is om ergens in mei de startbeslissing voor dit project te nemen. En ja, we willen daar heel graag op een goede manier bij aanhaken. Zeker te meer daar de financiering van de landelijke financiering van het hoogwaterbeschermingsprogramma best krap gaat worden. Er zijn heel veel projecten die uitgevoerd moeten worden. We hebben te maken met de afgelopen jaren met enorme prijsstijgingen en er is echt een concurrentie gaande. Dat wil niet zeggen dat je dingen overhaast moet doen, maar ik wil zeggen dat je op een voortvarende manier te werk moet gaan. En dat betekent soms dat als een project nog niet op de officiële programmering staat, dat je dan voor moet gaan financieren. Dat is de eerste keer trouwens dat het bij dit waterschap gaat gebeuren, maar voor een beperkt deel. De gelden die het project worden ingebracht in het landelijk programma krijgen daar een prioritering en dan weet je ook wanneer je het geld krijgt. Maar we praten hier over de verkenningsfase. Een project heeft over het algemeen drie fases: een verkenningsfase, een planuitwerkingsfase en een realisatiefase. We zitten hier in de verkenningsfase en die willen we heel graag opstarten. Ook omdat, gezien het hoogwater dat we in 2021 gehad hebben, ook bij het ministerie echt een urgentie aanwezig is om dit soort grote projecten op te pakken. Dus dan moeten wij ook laten zien als waterschap dat we daartoe bereid zijn. Dus het geld vanuit het landelijke HBP, hoogwaterbeschermingsprogramma, dat is er nog niet. Er is natuurlijk wel zicht op, maar voor die verkenningsfase moeten we dat voorfinancieren en daar gaat het over die 19 miljoen die hier feitelijk gevraagd worden. Ik zei net dat er drie fasen zijn. Voordat we weer een nieuwe fase ingaan en er zou weer sprake zijn van voorfinanciering als we die niet al hebben, dan komen we uiteraard terug bij u als AB om daarover te spreken en om te kijken of dat mogelijk is. Daarnaast hebben we ook afgesproken met het vorige AB om in de klankbordgroep hoogwaterveiligheid afspraken te gaan maken over hoe wij omgaan met de rol van het AB met betrekking tot het beoordelen van dit soort projecten. Hoe wil het AB daarbij betrokken worden? Dus dat is iets wat we binnenkort op gaan pakken. Dat komt dan ook aan de orde. Maar voorfinanciering gaat wel een item worden en daar zullen we ons heel terdege van bewust moeten zijn of we dat willen, of we dat risico willen nemen en wat daar de voordelen van zijn en wat daar de eventuele nadelen zijn. Je ziet in het land dat andere waterschappen voor echt hele forse bedragen op dit moment aan het voorfinancieren zijn. Dat wil niet zeggen dat wij dat moeten doen, maar de krapte van het programma geeft dat wel aan. Misschien als antwoord op uw vraag, meneer Breugelmans. Ja, op uw vraag over de regiopartners. We hebben gesprekken gehad met zowel de provincie als ook met de gemeente Maastricht en beide hebben aangegeven om daar een bijdrage in te willen leveren. Alleen zij moeten dat ook gaan regelen via hun begroting. Zij hebben die gelden op dit moment niet ter beschikking. Ik verwacht wel dat we daar de komende maanden helderheid over kunnen krijgen. Als het in ieder geval opgenomen wordt in de begroting van volgend jaar, dan komt dat geld er wel aan, maar de omvang kan ik op dit moment nog niet noemen. Maar er is wel een duidelijke bereidheid van beide om daar positief in te staan. Ook zij zien het belang van dit project en ook als regio te laten zien dat we zelf ook een duit in het zakje doen ten opzichte van het rijk, zodat het project echt van de kant kan komen. Ja.

OK, meneer Bruggemans.

Ja, voorzitter, dank voor de antwoorden allereerst aan de portefeuillehouder. Aan de andere kant is de vraag die gesteld werd door mevrouw Verheij-Péters. Is voor mij aanleiding om toch nog een tweede vraag hier te stellen. Wij accorderen, ja wij, ik gaf aan. Wij zijn eigenlijk akkoord met die voorfinanciering en dat in dit project te doen, ook gezien de urgentie van het project. Aan de andere kant hebben we die toezegging nog niet, terwijl we met elkaar wel vinden dat we met elkaar ook voor die opgave aan de lat moeten staan, wetende dat we ooit het geld ook weer terugkrijgen, hè? Is dat niet een voorwaarde die we kunnen verbinden aan het besluit wat we in de AB Vergadering die dan volgt in mei kunnen nemen? Wat als we als voorwaarde stellen dat die medefinanciering er komt? Er komt een kadernota en jullie pas denk ik in die gemeentes en in de provincie. Ja, weet ik eigenlijk niet, ook hè? Met de onderhandelingen nu dat dat ligt ook een beetje aan hoe dat loopt. Dus wanneer hebben we duidelijkheid? Hebben we rond de kader nog de duidelijkheid van rond de begroting in oktober november pas hè? Dat is eigenlijk een vraag die ik graag aan u stel, maar ook zouden we dat als voorwaarde kunnen verbinden aan het goedkeuren van dit stuk, dus dat is de vraag die ik hier heb.

Ja ja ik ik.

Meneer Teeven ja.

Ik begrijp de vraag. Ik denk alleen dat we onszelf daarmee in de nesten zouden gaan werken. De minister heeft het besluit in het najaar van dit jaar genomen, zeg maar onder de voorwaarde dat wij gaan regelen dat we die financiering op een of andere manier rond hebben. Dus wij moeten ervoor zorgen dat we in mei laten zien als regio. Wij kunnen dat doen en daarom. Daarom pakken wij nu onze verantwoordelijkheden als waterschap. We financieren dat overigens uit HBP-geld, hè? We krijgen voor al die projecten het geld binnen. We hebben daar nou een behoorlijke bult van liggen, om het zo maar te zeggen. Ja meneer, vooruit, dus het kost het Waterschap Limburg als zodanig niks. Het is echt hoogwaterbeschermingsprogramma-geld. Maar de minister verwacht van ons dat wij met een duidelijke financiering komen en omdat als voorwaarde stellen, denk ik dat dat het verkeerde signaal zou zijn.

Meneer Breugelmans, mijn interruptie.

Het antwoord is helder. We moeten in mijn duidelijkheid geven. Ik zou wel graag de portefeuillehouder dan oproepen. En daarmee is het ook geen hamerstuk voor ons wat dat betreft om in de periode na de AB-vergadering nog eens bij de partners te informeren naar hoe de stand van zaken is met betrekking tot de medefinanciering, zodat we dat naar de AB-vergadering toe helder krijgen van u, dank u wel.

Prima, dan kan je nog even naar de andere fracties op de vraag van de heer Breugelmans om met betrekking tot de voorfinanciering ook daar de komende week met elkaar het gesprek over te voeren. Daarbij zie ik een handopsteking van de heer Melskens. Dan begin ik toch eerst bij mevrouw Hanssen? Want naar u kreeg ik het eerst en dan Melskens. En daar blijft het even bij mevrouw Hanssen, u hebt het woord.

Oké, dankjewel. Dank u wel, ja. Dit is... Ik vroeg me af, wat is het ergste dat er kan gebeuren als we voorfinancieren? In welk geval is ons geld verloren?

Ja dank u wel meneer Mels.

Dank u wel, voorzitter. Ik wil even de opsteller van het stuk bedanken voor de degelijkheid waarmee het is opgesteld. Wij onderschrijven de urgentie van snel doorgaan met het hoogwaardig beschermingsprogramma en ik sluit me aan bij Vreumermans dat wat ons betreft nog even geen hamerstuk kan zijn.

Oké, ja dank u wel de portefeuille tot slot.

Ja, daar zit altijd een zeker risico in. Ik bedoel, we hebben het geld officieel nog niet van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. We zijn nu bezig met de zogenaamde ingangstoetsen. Dat betekent dat we het aangemeld hebben om geprogrammeerd te worden. Naar alle waarschijnlijkheid horen we daar in de loop van dit jaar meer over. Ik schat dat we in het najaar horen of het op de programmering opgenomen gaat worden. En dan vindt in 2024 de daadwerkelijke toewijzing plaats van de gelden, de prioritering. Want je moet concurreren met allerlei andere projecten in het hele land. Dan vindt de prioritering plaats en dan weet je het pas zeker. Maar als je uiteindelijk opgenomen bent en die ingangstoets met goed gevolg hebt doorlopen, dan weet je wel zeker dat het geld ooit komt.

Oké, goed, daarmee hebben we naar mijn idee dit agendapunt voldoende besproken. Daarmee heeft ook advies gegeven aan het Algemeen Bestuur. Beter gezegd dat het Dagelijks Bestuur te adviseren, want dat gaat uiteindelijk in het Algemeen Bestuur en daarvan hebben we net geconstateerd dat zoals één persoon of partij zegt van, ik maak er een bespreekstuk van, dan wordt het op de agenda geplaatst, dus we plaatsen dit stuk als bespreekstuk op de agenda. Aldus, dan gaan we naar agendapunt 3.